Recensie

Recensie Boeken

Hevig verliefd overtuigt Hans Hagen het meest

Jongerenpoëzie Vertrouwde onderwerpen als verlangen en verliefdheid wisselt jeugddichter Hagen af met licht geëngageerde gedichten. De meerwaarde van Onbreekbaarschuilt in de illustraties.

Illustratie Deborah van der Schaaf

Bubbeltjesplastic – het doorzichtige verpakkingsmateriaal waarin de belletjes lucht breekbare voorwerpen beschermen – is het eerste wat je ziet als je Hans Hagens nieuwe jongerendichtbundel Onbreekbaar openslaat. Op de foto-illustratie in zilvergrijze tinten lijken aardig wat bubbels geknapt. Toch vormt het plastic een geheel. Linksboven staat klein, ‘onbreekbaar’. Het schuurt met het noppenfolie dat meestal juist samengaat met de felrode sticker, ‘voorzichtig breekbaar’. Zo vormt het beeld bijna een opzichzelfstaand gedicht. Het is van Deborah van der Schaaf, en krachtig en veelzeggend. Het weerspiegelt knap wat Hagen met deze bundel wil overbrengen: dat we, ondanks onze kwetsuren, meestal toch standhouden.

Die breekbare gevoelens waarover Hagen dicht zijn niet onbekend. Heimwee naar verloren verliefdheid, onvervulde verlangens, willen ontsnappen, afscheid en de dood: we kwamen ze al eerder tegen in Hoe angst klinkt (2012) en Salto natale (1994). Sterker nog, ‘Inhalen’, een van de drie ontroerende gedichten over de dood van een broer, stond eerder in laatstgenoemde bundel. Niet dat dat erg is. Het is en blijft een mooi, klein gedicht over een jongere broer die naarmate de jaren verstrijken zich afvraagt of zijn ‘grote broer’ nu vanzelf zijn ‘kleine’ wordt. En de voor Hagen karakteristieke heldere taal en sobere vorm zonder interpunctie met minimaal eindrijm, past het gevoel van verlies.

Best verkochte boek

Niet alles is vertrouwd. Opvallend anders zijn de licht geëngageerde gedichten over het menselijk onvermogen elkaar te (willen) begrijpen en het gelijk dat iedereen tegenwoordig claimt. Zoals het dubbelzinnige, ritmisch sterke ‘waar’, waarin Hagen zich afvraagt of ‘ooit de waarheid echt gesproken of gehoord’ is. Want wat betekent ‘waar’ als je weet dat ‘in het best verkochte boek op aarde staat/ dat de wereld in zes dagen is gemaakt.’ De onbeantwoordbare vraag in de slotregel ‘ontstond het leven in zes dagen of zes leugens’ prikkelt zoals goede (jongeren)poëzie moet doen, en biedt ruimte voor contemplatie. Jammer is dat Hagen zijn boodschap soms wat expliciet uitdraagt. Zo eindigt ‘echt’ met een heuse les: ‘iemand begrijpen/ jezelf of een ander/ is niet het belangrijkst/ niet verkeerd begrijpen/ dat is al heel wat.’

Lees ook de recensie van ‘Salto natale’: Afwachtende gedichten van Hans Hagen; Tongzoenen is een soort roeren

Meest geslaagd zijn Hagens gedichten over hoe het voelt als je bevangen bent door hevige verliefdheid. In Hagens geval draait het om Regina – ontmoet bij een kampvuur op een zomeravond – die hem in haar grip houdt. Geweldig, zoals Hagen haar in verschillende gedichten onverwachts speels laat opduiken. Eerst keert ze terug als zijn eigen fiets, ‘tot ze gestolen werd/ alleen nog het sleuteltje/ verder niets’ (Regina is daadwerkelijk een oud fietsenmerk). Maar ook in ‘v’, ‘helder’ en ‘vang me’ is ze op de achtergrond aanwezig en refereert Hagen oprecht aan de worstelende puberziel.

Gebroken herfstblad

Wat Onbreekbaar zijn meerwaarde geeft, zijn de fraaie, zacht gekleurde illustraties: ‘3D collages’ van schijnbaar uiteenvallende elementen (de vlinder op de cover, een gebroken herfstblad, kersen die de verteller zijn opa’s dood doen herinneren). Zo speelt Van der Schaaf subtiel met de (on)breekbaarheid van de mens die Hagen in zijn poëzie suggereert. Mooi zijn de tere, wegwaaiende bloemblaadjes bij het slotgedicht ‘dans’ waarin Hagen in van die treffende, onaffe zinnen prachtig ‘oneindig verlangen’ verbeeldt. Onbreekbaar is een bundel om te koesteren. Gelukkig dat Van der Schaaf er bubbeltjesplastic bij leverde.

Lees ook de recensie van ‘Maar jij’ uit 2004: Dichter Hans Hagen zoekt de snaar om tieners te raken