Strafrechtadvocaat Jaap Spigt merkt het al snel. De doodslagzaak waaraan hij in 2016 begint, gaat veel langer duren dan de 24 uur die hij eraan zou mogen besteden. De verdachte is jong, spreekt geen Nederlands, is psychisch instabiel. Gesprekken met hem en zijn familie nemen tijd in beslag. Dus vraagt Spigt extra vergoeding aan bij de Raad voor Rechtsbijstand, die pro-deoadvocaten betaalt.
Maar zijn verzoek wordt afgewezen. Ook een tweede aanvraag en een bezwaarschrift leveren niets op. Anderhalf jaar later heeft Spigt 60 uur in de zaak gestoken, maar nog geen cent gezien. Want zolang het getouwtrek duurt, wordt ook de 850 euro basisvergoeding niet uitgekeerd.
Spigt is niet de enige strafrechtadvocaat die zegt steeds moeizamer extra uren vergoed te krijgen. Nadat Sander Arts deze krant in oktober opbelde om zijn frustraties over de Raad te delen, mailde NRC de circa 500 leden van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) met de vraag of zij deze scheefgroei tussen bestede en uitbetaalde tijd ook ervaren. Ruim dertig advocaten reageerden: stuk voor stuk herkenden zij zich in het verhaal van Arts.
Donderdag hield de Tweede Kamer een hoorzitting op initiatief van de PvdA, SP en GroenLinks om de scheefgroei in de sociale advocatuur onder de aandacht te brengen.
Waar voor kleinere zaken (onder de 24 uur) een standaardvergoeding van 850 euro staat en ‘megazaken’ als het Passage-proces gemakkelijk extra vergoed worden, gebeurt dat zelden bij zaken van 24 tot pakweg 150 uur. En dan moeten strafadvocaten kiezen: onbetaald doorwerken of de verdediging opschorten.
Verdediging inperken
Spigt gaat door, ofschoon de zaak hem nog zo’n twintig uur zal kosten. Maar andere advocaten pakken bewerkelijke zaken niet eens meer op, zeggen ze. Of ze perken de verdediging in als extra uren niet worden toegekend. Sommigen vragen de vergoeding voor extra bestede uren niet meer aan.
Om extra uren te krijgen moet in een rechtszaak sprake zijn van een „bijzondere rechtsvraag” of van „juridische of feitelijke complexiteit”. Daar zit het probleem, volgens Spigt: de Raad kent alleen extra uren toe als een zaak bijzonder ingewikkeld is of specialistische kennis vereist. De complexiteit van de zaak wordt afgemeten aan onder andere zittingsduur, aantal getuigen en dossieromvang, niet aan bijvoorbeeld persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Maar zelfs bij zeer grote dossiers is het niet altijd zo dat de Raad makkelijk extra uren toekent, ondervond Arts. Hij begrootte in een zaak met een dossier van 24.000 pagina’s dat alleen voor eerste lezing al 133 uur nodig was. De Raad had meer informatie nodig. „Ze vroegen meermaals of we konden aangeven waarom we het hele dossier moesten lezen”, zegt Arts verbolgen. „Het is van de zotte. Niet het hele dossier lezen? Kom daar maar eens mee aanzetten in de rechtbank.”
De bezuiniging begon onder staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD). Hij verlaagde in 2011 de basisvergoeding van 900 naar 850 euro, en twee jaar later kondigde hij aan 85 miljoen euro te willen bezuinigen. Toen de Eerste Kamer dat dwarsboomde, kortte Teeven toch nog 26 miljoen met Algemene Maatregelen van Bestuur, buiten beide Kamers om. Hij verlaagde de uurvergoedingen voor bewerkelijke zaken met 5 procent, compenseerde inflatie niet meer, en schroefde voor bepaalde strafzaken de basisvergoeding terug.
Het is van de zotte. Niet het hele dossier lezen? Kom daar maar eens mee aanzetten in de rechtbank
Tegelijkertijd maken nieuwe technologieën, groeiende focus op georganiseerde criminaliteit en de mogelijkheid voor slachtoffers schadevergoeding te claimen zaken ingewikkelder en tijdrovender, zegt Eric Steller, strafadvocaat in Amsterdam. Hierdoor, en door lagere vergoedingen en hogere vaste lasten, hebben advocatenkantoren het financieel lastiger gekregen, aldus Steller. Bovendien moeten sinds maart 2017 cliënten met voldoende inkomen, indien schuldig bevonden, alsnog de pro deo terugbetalen. Dat schrikt af, zeggen de advocaten. Steller: „De tijd van de Moszkowiczen, de tijd dat je heel rijk werd van dit vak, is voorbij.”
De werkelijke reden om de rechtsbijstand aan te pakken, werd volgens Steller pas vorig jaar duidelijk. Teeven blikte in De Groene Amsterdammer terug op zijn staatssecretariaat. „Verdere verstrenging van het strafrecht zat er nu niet meer in”, zei hij, wijzend op de tegenstand van coalitiegenoot PvdA tegen minimumstraffen. „Toen heb ik me toegelegd op de bezuiniging op de advocatuur. Het is een andere manier om hetzelfde effect te bereiken. Als je aan een advocaat niet al te veel tijd geeft om aan een verdachte te besteden, dan wordt het ook niet zo veel, die verdediging.”
Advocaten reageerden verbijsterd. Menig strafadvocaat meent nu te werken in een systeem dat hen niet wíl financieren. NVSA-secretaris Geertjan van Oosten: „Volgens mij is er gewoon een werkinstructie rondgegaan binnen de Raad met de opdracht om over elke aanvraag moeilijk te gaan doen.”
Strafadvocaat Sjoerd van Berge Henegouwen uit Maastricht deelt Van Oostens verdenking. Hij deed in juni 2017 een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) in de hoop te achterhalen wat de reden was voor het groeiende aantal afwijzingen. Maar het Wob-verzoek leverde niets bruikbaars op. De Raad zelf ontkent moedwillig aanvragen te traineren.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/data21295269-47a761.jpg)
In een grootschalige zedenzaak kreeg Van Berge Henegouwen 80 extra bestede uren nooit vergoed. Dit kwam neer, zo rekende hij de Raad voor in een beroepsprocedure, op een uurvergoeding onder het minimumloon van 8,95 euro.
Zelfs als de Raad wel extra uren toekent, hebben advocaten intussen veel werk verricht dat onbetaald blijft, zegt Van Berge Henegouwen. Zo stopte hij in de verdediging van Louis C. al 70 uur. Die zou met de ‘Rabobankbende’ meer dan 150.000 euro hebben geroofd van klanten, met info van een bankmedewerker. Het dossier telt twaalf ordners, de cliënt worden zes soorten feiten ten laste gelegd en alle verdachten ontkennen schuld. Van Berge Henegouwen begrootte in augustus zo’n 300 uren nodig te hebben. Na twee afwijzingen en 22 pagina’s bezwaarschrift kreeg hij in december, na vijf maanden gesteggel, toestemming voor 40 extra uren. Maar, zegt hij, de tien uur die het hem kostte de Raad te overtuigen en de 46 extra uur die hij al gewerkt had, krijgt hij nooit vergoed.
Wim Smits, strafjurist bij de Raad, erkent dat advocaten soms veel meer uren werken dan ze betaald krijgen. Maar, zegt hij, ze kunnen op basis van een online checklist en jurisprudentie vooraf inschatten of ze kans maken op extra uren. Meer uren besteed betekent niet automatisch meer uren vergoed, zegt Smits. „Het is niet ‘uurtje-factuurtje’.”
Dat de ene advocaat „drie keer zoveel” tijd besteedt aan een zaak als de andere, betekent volgens Smits niet per definitie dat de rechtshulp dan ook beter is. De Raad probeert zaken inhoudelijk te beoordelen, los van de tijd die een advocaat zegt nodig te hebben. „Het gaat erom in welk tijdsbestek, gemiddeld genomen, je redelijke rechtsbijstand voor een bepaalde zaak kan bieden.” En dat gaat „in de meeste gevallen heel goed”. Maar, zeggen de strafadvocaten, de beschikkers van de Raad zijn zelf geen strafpleiters en kunnen daarom niet goed inschatten hoeveel tijd in een zaak gaat zitten. Toch kende de Raad in 2016 en 2017 volgens een woordvoerder slechts 19 respectievelijk 17 procent van de aangevraagde extra uren niet toe.
Kritische consument
De Raad neemt daarbij de rol op zich van kritische consument, aldus directeur Hans Gerritsen. „Als een advocaat rekeningen blijft sturen en vindt dat het zus of zo moet, zal een betalende cliënt afwegen of dat zijn zaak dient. Maar nu de overheid betaalt, stelt de cliënt die vragen niet. Daarom nemen wij die rol over.”
Dat de Raad zich kritisch opstelt, begrijpen veel van de strafadvocaten met wie NRC sprak. Sommige collega’s declareerden vroeger te veel en te makkelijk, weten ze. De betalingen van de Raad aan de strafadvocatuur verdubbelden tussen 2002 en 2014 nagenoeg. Maar hij schiet nu door in zuinigheid, concludeerde ook de commissie-Van der Meer afgelopen jaar. Deze onderzoeksgroep, aangesteld door Justitie en Veiligheid, berekende – ondanks de voorwaarde dat haar aanbevelingen niets mochten kosten – dat er 127 miljoen bij moet in de rechtsbijstand. „En zo verdienen sociale advocaten nu op MBO-niveau”, zegt Van der Meer.
De tijd van de Moszkowiczen, de tijd dat je heel rijk werd van dit vak, is voorbij
Het geldgebrek raakt niet alleen de verdachte en zijn raadsman. Ook advocaten die slachtoffers bijstaan, krijgen extra uren moeizaam toegekend, zegt Göran Sluiter. In de zaak tegen de Ethiopiër Eshetu A. vertegenwoordigt deze strafadvocaat zes slachtoffers die eind jaren 70 werden gemarteld. Samen met een collega stopte Sluiter 150 uur in de zaak. Van de Raad kregen ze in totaal 49 uur vergoed. De overige 101 uur hadden ze dus voor niets gewerkt.
Hierop besloot Sluiter zijn advocatenwerk te verminderen. „Doordat je verschrikkelijk veel tijd kwijt bent met procederen, doordat ze je ontmoedigen en afknijpen, vergallen ze je plezier in het werk.” Hij werkt nog een dag per week als advocaat, de rest van de tijd is Sluiter hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Vroeger was dat fifty-fifty. „En dat komt hoofdzakelijk door de Raad.”