„Tien jaar geleden waren we te laat met regels om banken te weerhouden van riskante financiële producten die vernietigend bleken te zijn. Decennialang hebben we sigarettenfabrikanten hun gang laten gaan met producten die verslavend en ongezond zijn. Het is nu hoog tijd dat overheden techmonopolies gaan aanpakken.”
Hier spreekt geen antitechnologie-activist, maar Marc Benioff, de oprichter van Salesforce. Ja echt, de baas van een groot technologiebedrijf smeekt maandag op de eerste dag van het World Economic Forum in Davos overheden om regulering van technologiebedrijven.
Natuurlijk, hij heeft een financieel belang om zijn concurrenten aan te laten pakken, maar strengere regels zouden ook voor zijn bedrijf gelden en zijn mening wordt hier breed gedragen, in meerdere paneldiscussies en toespraken.
Roofbaronnen
De Indiase premier Narendra Modi wijst in zijn openingsspeech de ontwikkelingen in de data-economie aan als een van de belangrijkste uitdagingen van het moment. „Het roept vragen op over wie de wereld kan domineren.” De Britse hoogleraar economie Guy Standing noemt techreuzen als Google en Facebook „de roofbaronnen van de 21e eeuw”.
Dát machtsconcentratie in de technologiesector leidt tot afnemende concurrentie, dát hun greep op digitale infrastructuur en cruciale data een probleem is; daarover is in Davos amper discussie meer. Het draait inmiddels vooral om de vraag: hoe kunnen we die ongewenste macht en de negatieve effecten inperken zonder dat we de innovatiekracht van deze bedrijven onnodig schaden?
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2907zat_eco_cover_liggend.jpg)
Het gaat dan vooral over de macht van de ‘Big Five’: Apple, Alphabet (het moederbedrijf van Google), Facebook, Amazon en Microsoft. Tevens valt de term ‘de zeven zusters’: dan tellen de Chinese giganten Alibaba en Tencent ook mee. Deze bedrijven zijn op dit moment de duurste bedrijven op de beurs ter wereld, en ze profiteren van nooit eerder vertoonde schaalvoordelen en een enorme voorsprong op datagebied. Ze zijn zo groot dat overheden maar moeilijk vat op ze kunnen krijgen. „Dat is bijvoorbeeld te zien aan de grote moeite die overheden wereldwijd hebben om ze eerlijk belasting te laten betalen”, zegt hoogleraar Standing.
‘Tijd om op te letten’
Neelie Kroes, oud-eurocommissaris Digitale Agenda en daarvoor van Mededinging, en nu adviseur van Uber, wijst op recente uitspraken van ex-Facebookdirecteuren. Meerderen van hen betuigden spijt dat ze hebben meegewerkt aan een site die volgens één directeur „expres is ontworpen om menselijke zwaktes uit te buiten”, en bovendien „de samenleving verscheurt”. Kroes haalt Apple-directeur Tim Cook aan, die vorige week vertelde dat hij zijn 13-jarige neefje verbiedt om sociale media te gebruiken. „Als deze mensen ons al waarschuwen, is het echt tijd om op te letten,” zegt Kroes. „Zeker als het gaat om jongeren en hun ontwikkeling: we zien de langetermijneffecten pas als het al te laat is.”
Ruth Porat, de financieel directeur van Googles moederbedrijf Alphabet, werpt tegen: „Ouders moeten ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen om dit soort keerzijdes van technologie tegen te gaan bij henzelf en hun kinderen.
Individuele verantwoordelijkheid
Andere panelleden in de discussie erkennen dat individuen verantwoordelijk zijn voor hun eigen gebruik van producten die de ‘Big Five’ maken. Maar de problemen zijn veel groter dan alleen individuele smartphoneverslaving bij jongeren, benadrukken ze. „Het gaat om grote economische en regulerende vragen”, volgens Marc Benioff van Salesforce. Hij herhaalt zijn vergelijking van ‘Big Tech’ met de tabaksindustrie. „Net als tabaksfabrikanten zeggen deze bedrijven: ‘We hebben een geweldig product. Ja, het is verslavend, niet zo goed voor je, het vormt je gedrag op manieren die niet goed zijn.’ Maar vervolgens blijven ze het gewoon verkopen. Dan moeten overheden ingrijpen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/01/data24124441-09a644.jpg)
Een heel concreet plan om de macht van de techreuzen aan te pakken is er, zoals vaker, nog niet hier in Davos. Maar Neelie Kroes is hoopvol over het grote, nieuwe pakket dataregels van de Europese Unie dat later dit jaar ingaat. In dit GDPR staan onder meer veel strengere regels over privacy en het gebruik van data door bedrijven. „Dat zou een voorbeeld voor de wereld kunnen zijn, een goed begin van een bredere aanpak van de problemen.”
Data delen
Recent werken academici daarnaast aan ideeën over verplichte datadeling voor grote techbedrijven. Dat zou Google en Facebook dwingen om cruciale data te delen met concurrenten en met de samenleving. Zo zouden de opbrengsten van dataverzameling eerlijker kunnen worden verdeeld en ontstaat er meer concurrentie voor de huidige monopolisten.
„Wij doen al experimenten met het delen van data”, zegt Dara Khosrowshahi, de nieuwe bestuursvoorzitter van Uber. Zijn taxi-app is nu nog geen lid van de ‘Big Five’ maar is hard op weg om een vergelijkbare monopolist te worden. „Zo delen we verkeersdata met steden zodat ze inzicht krijgen in weggebruik. Als dat goed werkt, gaan we absoluut kijken of we dat soort datadeling gaan uitbreiden.”
„Maar waarom zijn die data überhaupt bezit van techbedrijven!?”, vraagt iemand uit het publiek. Khosrowshahi reageert daar niet op, maar Oxford-onderzoeker Rachel Botsman wel: „Een zeer terechte vraag.” Het is geen vaststaand gegeven dat data van de grote techbedrijven zijn, zegt ze. „In Estland experimenteert de overheid bijvoorbeeld met wetten die ervoor zorgen dat elke burger eigenaar is van de data die hij zelf genereert.” Dat is ingewikkeld uit te voeren en roept allerlei technische vragen op, erkent ze. „Maar die vragen moeten wel worden gesteld, en snel ook.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/01/823c5d30-e2b3-46ac-9a53-7caf4679aeb4.jpg)