Er bestaat iets wat nog het best Herenrecht genoemd kan worden: een privilege dat mannen van een bepaalde groep toekomt, waarop geen buitenstaander aanspraak kan maken en dat vierkant indruist tegen alle geldend recht en wet.
Eeuwenlang hebben priesters zich gerechtigd gevoeld om kinderen te gebruiken voor hun genoegens. Dat hoorde bij het ambt, dat wist iedereen en zei niemand hardop. Als er toch schandaal van kwam, sloten de pijen zich tot een zwartlakense muur waar geen leek tussen kwam en de dader (‘dader’?) ging vrijuit, werd met een ‘berisping’ discreet overgeplaatst naar een belendende parochie. Een Amerikaanse kardinaal die zulke predikheren tot het eind toe heeft gedekt, logeert nu riant in het Vaticaan.
Toen studenten nog heertjes waren, zonen van heren, hadden ze het recht minstens één dienstmeid zwanger te maken. ‘Boys will be boys’. Maman deed of ze van niets wist en Papa betaalde het zwijggeld aan die sloerie. Zo ging dat nu eenmaal, het viel aan de goegemeente niet uit te leggen, maar onder heren begrijpt men elkaar.
Ook vandaag de dag kunnen aan de Amerikaanse universiteiten atleten en corpsleden vrijuit een studente aanranden (over het vrouwelijk ‘faciliterend’ personeel hebben we het niet eens). In de universitaire atletiek gaan honderden miljoenen om. Een stersporter is de universiteit kapitalen waard, de coach begrijpt hem, de teamleider komt voor hem op. En welke universiteitsbestuurder zou willen riskeren dat de eigen club in het komend seizoen verliest. Een beetje bestuurder weet dit diplomatiek en discreet af te handelen. En net zo gaat het met de corpsballen die zich vergrepen hebben aan een doorsnee studente (hoe dronken ook, je moet toch altijd een beetje uitkijken wiens dochter je onder haar rokken grijpt). De meest aanzienlijke studentenclubs hebben oud-leden met veel invloed en heel veel geld. De universiteiten bestaan voor een groot deel van donaties van zulke alumni. Wie wil die goedgeefsheid nu in gevaar brengen, enkel omdat een meisje van amper twintig zich komt beklagen over een knul wiens vader, grootvader en overgrootvader al studenten – en gulle gevers – van de universiteit waren
Toen studenten nog heertjes waren, hadden ze het recht de dienstmeid te bezwangeren
Is het eigenlijk niet reuze onrechtvaardig om zo’n priester, agent, atleet, corpslid voor de hele wereld aan de schandpaal te nagelen, zijn goede naam en zijn verdere loopbaan in één keer teniet te doen, voor iets dat, inderdaad, hoogst afkeurenswaardig is, wat nooit had mogen voorvallen… Maar zulke dingen gebeuren nu eenmaal, zo is het altijd geweest. Hij is de enige niet. Moet nu uitgerekend juist deze oppassende, verdienstelijke, vriendelijke vent, wat zeg ik, deze briljante kerel, voor aller ogen kapot gemaakt worden? Dat wil je toch zelf ook niet, beste meid. Toegegeven, het was niet in de haak, maar het is herenrecht. Dat moet je begrijpen. Dat is gewoon zo.
Wat in deze tijden mannen in verantwoordelijke posities wordt aangedaan… Je mag toch van een sollicitant of sollicitante een zekere bereidwiligheid, een brede inschikkelijkheid verlangen. Ook dat is een aspect van de werkomgeving. Niet altijd op de achterste benen bij het minste geringste voorval. Niet dadelijk klikken. Niet meteen de chef erbij lappen voor het kleinste akkefietje. Zonder discretie, zonder loyaliteit kan geen organisatie blijven draaien. Een beetje vent begrijpt dat, maar kom er eens om bij die mietoetjes.
Mogen we nu ook niet eens meer een grapje maken met een vrouwelijke collega, kan er niet eens meer een kusje van af, is een aaitje of een kneepje echt zo erg? O, wat zijn we weer supercorrect, wat zijn we weer humorloos, wat zijn we weer hypergevoelig. En toch zo nodig carrière willen maken in een mannenwereld. En binnenkomen tippelen op palen van naaldhakken in een minirok tot boven de dijen en met een decolleté van heb ik haar daar. En dan maar van ‘hij kijkt me zo raar aan’. Je hebt meteen een klacht aan je broek. Als je met zo’n gevalletje dan ook niet meer op je vrienden, je collega’s en je chef kan rekenen sta je een, twee, drie op straat. En zij krijgt je baan of een schikking van een paar ton. Leep. Zo gaat dat vandaag de dag.
Er mag ook niks meer. Het is bar en boos. Het is groot onrecht wat hier geschiedt. Het is, maar dat kan niet hardop gezegd worden, een inbreuk op het Herenrecht. Vroeger hoefde je niets uit te leggen en nu opeens is het niet meer uit te leggen.