Lilian Marijnissen hoefde niet zo nodig de Tweede Kamer in, dus toen SP-leider Emile Roemer haar er in 2012 voor vroeg, was haar antwoord duidelijk. En ook in 2016 zei Marijnissen in eerste instantie „nee”. Bij de vakbond kon ze meer bereiken, vond ze. Sterker, zegt partijvoorzitter Ron Meyer: „Eigenlijk heeft ze een beetje een hekel aan de Tweede Kamer.”
Na haar tweede ‘nee’ haalde Roemer haar toch over. Het begon ook te kriebelen. Marijnissen zag na acht jaar bij de vakbond steeds vaker dat de problemen waar mensen, „gewóne mensen”, tegenaan lopen niet door de bond, maar in Den Haag geregeld worden. En ze besefte dat ze ook als Kamerlid acties kan organiseren om de politiek onder druk te zetten iets te veranderen.
En nu, tien maanden na haar verkiezing als Kamerlid, is Lilian Marijnissen, op haar 32ste, de leider van de op een na grootste linkse oppositiepartij. Ze is de opvolger van Roemer, de man die de SP wilde laten doorbreken als bestuurderspartij. En de opvolger van Jan Marijnissen, haar vader, jarenlang de sterke man en inspirator die de SP in meer dan twintig jaar opbouwde tot een solide landelijke, antiliberale oppositiepartij.
Speeltuin
Het begon met 550 Ossenaren. Die gaven haar in 2002 hun voorkeurstem bij de gemeenteraadsverkiezingen in Oss, haar geboorteplaats. De partij had haar voor de lijst gevraagd en dat wilde ze best. Ze was toch nog maar zestien, te jong om echt in de gemeenteraad te gaan zitten. Maar de Ossenaren kenden haar al, als voorzitter van de jongerenraad, presentatrice van een programma over politiek op de lokale zender, als lid van de medezeggenschapsraad op school, en als dochter ván – moeder Mari-Anne was raadslid, vader Jan landelijk leider van de SP.
Met die voorkeurstemmen moest ze wel de raad in toen ze in 2003 achttien werd. Alfons Prinssen, die tegelijkertijd raadslid werd voor lokale partij VDG: „Ze was mondig. In debatten was ze heel fel en sterk, je moest van goeden huize komen om haar weerwoord te bieden.”
Het leven van Marijnissen ís politiek. Daarbuiten lijkt – op hardlopen met haar hond en wedstrijden van Feyenoord bezoeken na – soms weinig te bestaan. Familie en vrienden zijn partijgenoten. Ze heeft „momenteel geen relatie”. Tot laat in de avond leest ze beleidsstukken, of bereidt ze acties voor.
Dat begint al als ze vijf is. Dan zet haar moeder een actie op om in Oss een speeltuin te krijgen. Drie jaar en vele handtekeningen later opent die – de Elckerlyc heet ’ie, oud-Hollands voor „iedereen”. Gebouwd door SP’ers en buurtbewoners.
Als je iets wilt, moet je het zélf regelen, dat is wat Marijnissen van kinds af meekrijgt. Een praktisch socialisme, noemt partijvoorzitter Meyer het. „Niet je hand ophouden, maar zelf iets opbouwen.” Straat en staat gaan hand in hand, vinden ze bij de SP: het één is een middel om het ander te dwingen iets te veranderen.
De leerschool van praktische verandering vervolgt Marijnissen met strak ritme. Haar studie politicologie in Nijmegen en Amsterdam rondt ze in 2008 af met een scriptie over organizing bij de vakbond, een uit de VS overgewaaide methode om mensen te mobiliseren. Daarvoor kijkt ze onder meer mee bij Ron Meyer. Die kent ze al van de SP. Hij organiseert bij FNV Bondgenoten schoonmakers. Daarna gaat ze dat werk zelf doen, bij vakbond Abvakabo, als ‘organizer’ in de zorg.
Zo laat Marijnissen thuiszorgwerkers in 2015 het gemeentehuis van Oss bezetten. Daarmee zet ze druk op de lokale politiek waar ze zelf deel van uitmaakt; Marijnissen is er dan nog raadslid. CDA’er René Peters, toen de wethouder voor zorg tegen wie ze demonstreerde en nu Kamerlid namens een regeringspartij waartegen ze oppositie voert: „Ik vond het eigenlijk wel mooi. Het is haar manier van politiek bedrijven: mensen van buiten de politiek erbij betrekken en alles aangrijpen om haar doelen te bereiken.”
Raadslid Prinssen ziet daarin ook een zwakte: „Ze houdt soms te veel vast aan haar standpunt en luistert te weinig naar anderen.” Daarom mislukten volgens hem in 2014 ook de coalitieonderhandelingen in Oss en belandde de SP voor het eerst sinds 1998 buiten het gemeentebestuur. „Ze hield haar poot stijf op het zorgdossier.”
Toen Emile Roemer in 2010 aantrad als landelijk SP-leider, roemde de partijtop zijn ervaring als lokaal bestuurder; hij was vier jaar een betrouwbare wethouder in Boxmeer geweest. Nu noemen SP’ers in Den Haag juist de strijdvaardigheid van Lilian Marijnissen, zoals ze in Oss toonde, haar kracht. „Ze ging bijna compromisloos voor die zorgwerkers staan”, zegt SP-Kamerlid Peter Kwint.
Partijproduct
Kom er bij SP’ers niet mee aan dat het onvermijdelijk was dat Lilian Marijnissen nu de partij gaat leiden die haar vader opbouwde. Kamerlid Kwint: „Dat reduceert het hele proces dat we hebben gehad tot het idee dat die ouwe in Oss het allemaal goed geregeld heeft.”
„Natuurlijk zit ze hier niet vanwege haar naam, maar vanwege haar kwaliteiten”, zegt CDA-Kamerlid Peters. „Anders had ze als stemmentrekker wel een plaatsje op de achterste rij gekregen.” Hij denkt dat haar achternaam eerder een last is dan een voordeel: „Ze wordt telkens met haar vader vergeleken. Daardoor verwachten mensen veel van haar.”
Het is niet dankzij Jan Marijnissen dat ze nu in zijn oude kantoor zit, nee, maar Lilian Marijnissen is uiteindelijk wel een product van de partij die haar vader opbouwde. Ze werd mede geschoold in een door hem opgezette cursus voor politieke toptalenten in de SP, de ‘groep van 30’. Meyer, die haar tijdens die cursus in 2005 leerde kennen: „Ze heeft voortdurend meegekregen hoe strijd met mensen altijd de eerste stap in de politiek is.”
Maar wat voor eigen politiek gezicht levert dat op? Marijnissen vindt: de identiteitspolitiek die andere partijen bedrijven, is een afgeleide van waar het écht over zou moeten gaan. Niemand die haar aan de deur in de buurten ooit vroeg om genderneutrale wc’s. Waar het wél om gaat: huren, onzekere banen en het eigen risico in de zorg. Marijnissen vindt dat ze geen tijd heeft voor rozen, want te veel mensen hebben brood nodig.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/12/data22953309-87882b.jpg)
De partij van Marijnissen is er ook een van oppositie, niet per se van besturen. Besturen kán, maar het is voor haar minder een doel op zich dan het soms voor Roemer leek te zijn. Die vond dat de SP een bestuurderspartij moest worden – in de gemeenteraden, de Provinciale Staten en uiteindelijk ook in Den Haag. Partijvoorzitter Meyer: „Je kunt niet besturen zonder in de buurten actief te zijn.”
Al benadrukt Meyer dat het geen koerswijziging is, er zal onder Lilian Marijnissen wel degelijk wat gaan veranderen bij de SP, denkt hij. Activistischer, zonder besturen als doel. En nationaler, met „gewone Nederlanders” als gewenste kiezers.