In de films en kunstwerken die voor het IFFR-programma Curtain Call zijn verzameld, is de mens grotendeels uit de wereld verdwenen. Her en der zwerft een brokstuk van een satelliet of spreekt de stem van een eenzaam algoritme een onzichtbare toehoorder toe. Eigenlijk is het tamelijk geruisloos gegaan, dat einde van de mens. Poef!, en hij was verdwenen. Zijn voetstappen zijn alweer verwaaid in het zand.
Het programma maakt nog een keer de balans op, voordat het doek valt.
Curator Edwin Carels liet zich inspireren door de Israëlische filosoof-futuroloog Yuval Noah Harari – bekend van zijn bestsellers Sapiens en Homo Deus, waarin hij zich afvraagt wat de technologische revolutie voor het voortbestaan van de mens betekent. Harari speculeert op een ‘transhumane’ toekomst, waarin de mens zich met behulp van nano-technologie en genetische manipulatie zal upgraden tot een betere soort.
Dichtende robots
Dat klinkt theoretischer dan het is in een tijd dat we ons lichaam versterken met steeds meer protheses. Sciencefictionfilms spelen al heel lang met ideeën over dichtende robots, cyborgs en artificiële intelligentie die ons voorbij streeft. Je zou willen dat de nieuwe oogst van dit soort films óók in het programma van IFFR opgenomen zou zijn. Want juist genrefilms slagen er vaak goed in om ethische en existentiële dilemma’s te verbeelden.
Curtain Call is meer de antimaterie van exploitatiecinema. Kortfilms en documentaires als Wasteland (een stroboscopische knipperlichtmontage van computermoederborden en klaprozen) of How to Become an Astronaut (over de Franse astronaut Thomas Pesquet) gaan juist niet over de toekomst, maar eigenlijk stiekem over het verleden. Ze kijken naar artefacten van een verdwenen mensheid, in plaats van futuristische machines verzinnen. Wat dat betreft moet je Curtain Call misschien zien als de tegenhanger van geschiedenisprogramma A History of Shadows: een minitentoonstelling waar je oog in oog staat met de melancholie over tijd en sterfelijkheid. Geschikt voor weemoedige sf-fans die beseffen dat de toekomst al heel lang geleden is afgelopen.
Er is wel het geweldige * – dat is een filmtitel! – van de Oostenrijkse experimentele filmer Johann Lurf, die honderden sterrenhemels uit films knipte en achter elkaar monteert. Nu 100 minuten lang, kan iedereen eigen suggesties toevoegen aan dit doorlopend project, als een uitdijend heelal. En er is een expositie in de hallen van Las Palmas op de Kop van Zuid, met de VR-installatie Orbital Vanitas van Shaun Gladwell (waarin je in een schedel boven de aarde zweeft) en een installatie van Nikolaus Geyrhalter met het slot uit zijn documentaire Homo Sapiens.
Daar is genoeg ruimte om, in de woorden van samensteller Edwin Carels „de werken los, en ver van elkaar op te stellen, als ruimtepuin dat je tegenkomt tijdens een tocht door de kosmos”. Aan het einde is niets dan leegte.