/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/01/data23784610-85828a.jpg|//images.nrc.nl/LUGAbt3Q6K_DLeIiflDIaIVXy5A=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/01/data23784610-85828a.jpg)
Foto Ilja Lammers
De das verstopt zich, woelt zich diep onder de grond. Hij wil alleen zijn en dat het stil is. In de jeugdtheatervoorstelling Hoe licht kan een wolk zijn, een coproductie (4+) van Feikes Huis en Het Houten Huis, gaat een das ’s nachts op pad. Hij kan het daglicht en de kolkende gedachten in zijn hoofd niet verdragen. Het wordt nog erger als er opeens vogels in zijn hoed gaan wonen. Zoveel lawaai kan hij niet aan: hij vlucht.
Hoe licht kan een wolk zijn heeft misschien een neerslachtige hoofdpersoon, maar door spelers Meike van den Akker, Radek Fedyk en Maarten Smit spat het plezier er toch van af. Afwisselend (of samen) zijn zij de das door zijn kop als masker te dragen of een van de poppen te bespelen. Het zijn er veel, kleinere en grotere exemplaren, maar allemaal even aandoenlijk. Zij brengen de das tot leven. Ze trekken hem door het dal en, langzaam, maakt de drukte plaats voor rust. Met zijn gitaarspel legt Fedyk een sfeervolle soundtrack onder de voorstelling. Hij geeft extra kleur aan de omgeving van de das, die al zo schitterend is vormgegeven door Liesje Knobel.
Uiteindelijk komt de das weer tot bedaren. Als de vogels ’s winters verdwenen lijken, mist hij ze zelfs en besluit voer voor hen neer te zetten. In hem is een gevoel ontwaakt dat „licht en zwaar tegelijk” is, een gevoel waardoor ook de wereld weer wat lichter lijkt. Op het toneel zijn meer personages die de kalmte hebben gevonden – zij helpen het ontheemde diertje op weg. In regie van Gienke Deuten is Hoe licht kan een wolk zijn een wondermooie voorstelling, een poëtische ode aan opklimmen uit het duister en stilte zoeken in jezelf.