Op een banenbeurs voor vrouwen in Riad, waar 40.000 belangstellenden op afkwamen, wreef Rania Ghannam zich onlangs de ogen uit. Het wemelde er van de vrouwen die voortreffelijk Engels spraken, die elegante, kleurige abaya’s droegen, die hun haar niet bedekten en zich blakend van zelfvertrouwen presenteerden. „Waren dit Saoedische vrouwen? Het kwam als een schok voor me en ik was er tegelijk trots op”, vertelt Ghannam (42), een levendige vrouw zonder hoofddoek. Ze is van Syrische komaf, woont al 22 jaar in Riad en heeft de Saoedische nationaliteit.
Vooral in de steden kruipen de Saoedische vrouwen na decennia van belemmeringen en repressie uit hun schulp. Daarin waren ze beland door toedoen van conservatieve wahabitische geestelijken, die lange tijd de zegen hadden van de almachtige Saoedische koninklijke familie. Hoewel er onder koning Abdullah, de vorige monarch, al aanzetten tot verbeteringen waren gegeven, is de emancipatie van de Saoedische vrouw sinds 2015 in een stroomversnelling geraakt dankzij de 32-jarige kroonprins Mohammed bin Salman.
MbS, zoals hij vaak wordt genoemd, ziet niets liever dan werkende vrouwen. Alleen al daarom is de kroonprins bij jonge vrouwen geliefd. „Hij is van onze leeftijd en begrijpt wat wij willen”, zegt ook Ghannam tijdens een gesprek in Riad. MbS begrijpt bovendien dat als Saoedi-Arabië een moderne economie wil worden die niet louter van olie en gastarbeiders afhangt, de vrouw een veel grotere rol moet gaan spelen. In Vision 2030, zijn ambitieuze moderniseringsplan voor het land, is een van de doelstellingen om de arbeidsparticipatie voor vrouwen op te krikken van 22 procent nu tot 30 procent in 2030.
Intussen staat de beurs van Riad, de Tadawul, onder leiding van een vrouw, Sarah al Suhaimi. Het drukke vliegveld van de oliestad Dammam wordt sinds vorig jaar bestuurd door een vrouw, Hind al-Zahid. Vanaf juni zullen vrouwen bovendien zelf naar hun werk kunnen rijden. Dat wil zeggen achter het stuur en niet meer met een taxi of gereden door een mannelijk familielid.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data23696563-dc829c.jpg|https://images.nrc.nl/KR9KFbA-FtEN2Sy2hjSc9mAReNA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data23696563-dc829c.jpg|https://images.nrc.nl/-aSx4t9c3cXR42HE34p7bqVTn_w=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data23696563-dc829c.jpg)
Een Saoedische vrouw in een autoshowroom in Jeddah. Foto Amer HILABI/AFP
De door velen gehate religieuze politie, de mutawa, probeerde mannen en vrouwen de laatste decennia zoveel mogelijk van elkaar gescheiden te houden, maar de oude muren tussen de seksen worden inmiddels weer afgebroken. Letterlijk. De Duitse wiskundige Barbara Schumacher, die Riad regelmatig bezoekt, herinnert zich een internationale ingenieursconferentie van enkele jaren geleden. „Het was absurd. Vrouwelijke en mannelijke deelnemers werden daarbij door een glazen wand van elkaar gescheiden”, vertelt ze. „Een paar weken geleden woonde ik weer zo’n evenement bij. Ditmaal zaten de mannen en de vrouwen, gemengd, in dezelfde ruimte.”
Inmiddels zijn er restaurants in Riad en Jeddah waar – nog altijd een beetje stiekem – mannen én vrouwen buiten op het terras samen staan te roken, ook al zijn ze vaak geen familie. Een bewijs van diep moreel verval in de ogen van elke rechtgeaarde wahabitische geestelijke. Nog niet lang geleden inspecteerde de mutawa bouwtekeningen om te zien of er wel afzonderlijke ingangen en ruimtes voor mannen en vrouwen waren. Maar MbS maakte de mutawa vleugellam en niemand heeft meer last van de mannen met stokken.
Het werd ook de hoogste tijd, vindt Ghaida Al-Mutairi (28), wier gezicht achter een niqaab verscholen gaat. Niet omdat ze daartoe is gedwongen maar omdat ze zich achter zo’n niqaab meer op haar gemak voelt, zegt ze. „We willen niet nog eens dertig jaar op hervormingen wachten. De tijden zijn veranderd. Door de sociale media zijn mensen veel bewuster geworden van wat goed en fout is. Ze zijn ook beter opgeleid. Ik ben er heel blij mee en ik weet zeker dat de meerderheid deze hervormingen steunt.”
We willen niet nog eens dertig jaar op hervormingen wachten. De tijden zijn veranderd.
Ghaida Al-Mutairi (28)
Of dat ook voor het conservatievere platteland geldt is de vraag. Bij een bezoek aan de dunner bevolkte woestijnachtige gebieden in het oosten van het land was het zelfs niet mogelijk hiernaar te vragen. Lokale mannelijke begeleiders zorgden er traditiegetrouw voor dat de buitenlandse gast zelfs geen glimp kon opvangen van welke lokale vrouw dan ook. In zulke gebieden en trouwens ook in veel armere wijken in de steden blijft de wil van de vader of de broers wet en die halen vaak hun neus op voor dit soort vernieuwingen.
Zo hard met de vrijheid gaat het trouwens ook weer niet. Vrouwen kunnen nog steeds geen paspoort aanvragen zonder permissie van een mannelijk familielid of een reis naar het buitenland maken. Evenmin kunnen ze zelfstandig een bankrekening openen of besluiten om te trouwen.
Waar de emancipatie van de vrouw wel hoog in het vaandel staat, is bij Glowork, een agentschap bovenin een blinkende kantoorkolos in het centrum van Riad. Het is speciaal opgericht om vrouwen aan banen te helpen. Al ruim 33.000 vrouwen hebben zo werk gevonden. „We helpen gemiddeld 28 vrouwen per dag aan een baan”, zegt Khalid al-Khudair (34), de (mannelijke) oprichter van Glowork. Ook Ghannam werkt sinds kort voor Glowork. Het is er een komen en gaan van in zwarte abaya’s gehulde vrouwen. Sommigen van hen dragen een niqaab, die slechts hun ogen vrijlaat, anderen tonen zonder gêne hun gezicht en enkelen – zoals Rania Ghannam – ook hun haar. Op weg naar het ‘career office’ passeren ze de leus ‘There’s no gender in success’.
Glowork geldt als een paradepaardje en is geliefd bij buitenlandse instellingen, die de emancipatie van de Saoedische vrouw graag in een nog hogere versnelling zouden zien. Onder de bezoekers was ook Lilianne Ploumen, toen nog minister van Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De prijzenkast vult zich gestaag. Tijdens het gesprek met NRC krijgt al-Khudair per koerier een brief. Hij opent hem en begint te glunderen: „Weer een prijs, ditmaal van de Europese Unie.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data23757979-0c7551.jpg|https://images.nrc.nl/GYLAB_hOZH9IYRKxk0UVKwyAiuc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data23757979-0c7551.jpg|https://images.nrc.nl/slW4ubwqns3nDo9zDyyesXgbmj0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data23757979-0c7551.jpg)
Rania Ghannam (links) en Ghaida Al-Mutairi van het agentschap Glowork dat vrouwen aan werk helpt. Foto NRC
Vrouwen nu ook achter de kassa
Helemaal nieuw is het fenomeen van de werkende Saoedische vrouw niet. Al enkele decennia werken vrouwen in met name het onderwijs en de gezondheidszorg. Maar werkende vrouwen in winkels is pas iets van de laatste jaren. Sinds ruim een jaar zijn er ook caissières bij sommige supermarkten. „Als ik boodschappen doe en ik zie een vrouw achter de kassa, kies ik haar altijd”, zegt Ghannam. „Vrouwen werken sneller en beter dan mannen.”
Ook op ander vlak zijn er verschuivingen. Vorige zomer keurde de regering een plan goed om meisjes voortaan gymnastiekles te geven, een ‘onzedelijk’ concept waartegen de conservatieve geestelijkheid zich altijd had verzet. Ook uit oogpunt van gezondheid is dit verstandig, want Saoedische meisjes worden de laatste tijd – net als veel jongens trouwens – vaak al op jonge leeftijd verontrustend dik.
De eisen aan de kleding zijn duidelijk versoepeld. In een vakantieoord bij Jeddah aan de Rode Zee dragen sommige vrouwen voor de vorm nog wel een abaya, maar die is helemaal open en bij een windvlaag is te zien dat ze daaronder een strakke spijkerbroek dragen en een kleurig shirt. Een enkele man durft zelfs zijn arm om zijn vrouw heen te slaan. De meesten dragen echter nog steeds abaya’s en sommigen ook niqaabs. Er wordt in grote steden ook niet gek meer van opgekeken als vrouwen in hun eentje restaurants binnenstappen en ze hoeven niet meer per se naar de aparte familieafdeling.
Zijn hoofdredacteur is een vrouw
In een land waar mannen het vanouds voor het zeggen hebben, zullen ze eraan moeten wennen dat vrouwen ook boven hen zullen staan. „Er zal meer concurrentie komen tussen mannen en vrouwen”, voorspelt Ram Narayan Iyer, de uit India afkomstige adjunct-hoofdredacteur van de Saudi Gazette, een Engelstalige krant. „Vrouwen zullen een belangrijke factor in de zakenwereld worden.” Hijzelf is daarmee al vertrouwd: zijn hoofdredacteur is een vrouw, Somayya Jabarti.
In het onderwijs laten vrouwen zich ook al nadrukkelijk gelden. Er zijn meer jonge vrouwen die afstuderen dan mannen. Een in het Westen onbekend feit waarmee minister van Buitenlandse Zaken Adel Al-Jubeir graag goede sier maakt. Vrouwen hebben echter moeilijke decennia achter de rug. Was het tot 1979 al niet makkelijk voor hen, daarna werden de teugels nog strakker aangetrokken. De koninklijke familie wilde niet hetzelfde lot ondergaan als de afgezette sjah van Iran kort daarvoor. Ze was bovendien geschrokken van een bezetting door religieuze extremisten van de moskee in Mekka, die ten koste van veel bloedverlies kon worden beëindigd. In reactie daarop gaf de koninklijke familie de fundamentalistische wahabieten vrij spel.
Er zal meer concurrentie komen tussen mannen en vrouwen.
Ram Narayan Iyer, adjunct-hoofdredacteur Saudi Gazette
„Ze namen het land min of meer over”, zegt Samar Fatany, een 60-jarige journaliste uit een welgestelde liberale familie in Jeddah. „Maar om de religie zo te gebruiken voor hun eigen doeleinden zoals die religieuze extremisten deden, is naar mijn mening misdadig. Vooral in de jaren 90 was er eigenlijk geen hoop voor jongeren voor de toekomst. Met name meisjes hoefden niet op volwaardige burgerrechten te rekenen.”
Maar het tij is gekeerd. In datzelfde Jeddah heeft de bejaarde kunstschilder Hisham Ahmad Binjabi net uitgelegd dat de culturele repressie in Saoedi-Arabië niet altijd zo hevig is geweest. „Ruim veertig jaar geleden hadden we hier nog zeven bioscopen, nu niet een.” Dan verschijnt er een vrouw in een zwarte abaya. die onbevangen naar binnenstapt en na een kort praatje in een ander deel van het vertrek aan een kleitafel een vrouwenfiguur begint te boetseren. Binjabi komt naast haar staan en zegt met een glimlach: „Dit is echt iets nieuws in dit land, dat ik nu vrijelijk kan praten met een jonge vrouw die geen familie van mij is.”