Profiel

Diamanda Dramm‘Zingen voelt naakt en kwetsbaar’

Klassiek Violiste Diamanda La Berge Dramm daagt zichzelf uit door ook te zingen. „Ik wil groeien.”

Violiste Diamanda La Berge Dramm (1991) zoekt graag grenzen op. Neem het programma waarmee ze als finaliste van de Dutch Classical Talent Award in januari en februari door Nederland toert. In een stuk van haar vader, componist David Dramm, speelt ze tegelijk viool en kickdrums. De Turkse componist Onur Türkmen schreef op haar verzoek een werk waarin ze speelt én zingt. „Het zijn allemaal manieren om mezelf te onderwijzen. Op de viool kan ik me gemakkelijker verschuilen achter techniek en virtuositeit. Vocaal kan ik dat niet. Mijn stem is wat ze is. Dat voelt naakt en kwetsbaar, maar al zingend leer ik nieuwe expressiemogelijkheden kennen die me tot een rijker musicus maken. Ik wil groeien.”

Ook op haar programma, en eind januari te beluisteren bij de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam: een gloednieuw werk van de Ier Garth Knox, voormalig altviolist van het Arditti Quartet. Dramm liep Knox tegen het lijf tijdens haar studie aan het New England Conservatory in Boston. Ze kende zijn reputatie op het gebied van moderne muziek en vroeg om les. Binnen de kortste keren was ze nauw betrokken bij het ontstaan van de cyclus Violin Spaces, voor viool solo. Na een intensieve samenwerking van zes jaar worden de stukken in 2018 eindelijk de wereld in geslingerd. „Het is een reeks viooletudes met een focus op moderne speeltechnieken. Eén deel bestaat uit louter ruisgeluiden, zoals kloppen en strijken op het hout. Toch zijn het toegankelijke, speelse stukken, de avant-garde voorbij zeg maar. Ze vormen letterlijk een speelruimte om mijn techniek en uitdrukkingskracht te vergroten.”

Of Dramm zich, gezien de hoeveelheid nieuwe noten op haar repertoire, een specialist voelt? „De hedendaagse muziek is waar ik vandaan kom. Mijn ouders zijn allebei componist, het is in zekere zin mijn thuis.” Toch zet Dramm ook graag barok op de lessenaar. „Tijdens mijn tournee speel ik de eerste Rosenkranzsonate en de Passacaglia van Biber, óók een rasstrijker die de grenzen van de viool verkende en daarom een prachtige combinatie met Knox. En ja, het is muziek die tot het ijzeren vioolrepertoire behoort, maar ik probeer haar als nieuw te benaderen.”

Precies dat vermogen om bestaande muziek als nieuw te kunnen zien, bewondert Dramm bij haar muzikale voorbeelden. Onlangs ontmoette ze de Finse violist Pekka Kuusisto: „Zoals hij Bach speelt, dat was echt een eye-opener. Hij is in staat om een partituur helemaal af te pellen en van de grond af aan zijn eigen visie op te bouwen. Waanzinnig.”

Ook zangeres-dirigent Barbara Hannigan en violiste Patricia Kopatchinskaja zijn belangrijke inspiratiebronnen, aldus Dramm. „Beiden zijn begonnen in de hedendaagse muziek en weten met het kleurenpalet en de technieken die ze daar hebben ontwikkeld ook het klassieke repertoire te verrijken. Als ik dat hoor, voel ik mezelf zoveel vrijer op het podium. Dat is echt een cadeau.”

Gevraagd naar haar toekomstdromen: „Ik heb het afgelopen jaar een videoclip gemaakt van Weberns opus 7. Ik heb toen samengewerkt met mensen uit de hiphopscene, omdat het voor mij belangrijk was om het wiel van een klassieke clip opnieuw uit te vinden. Ik zou daar wel verder in willen gaan. Hoe waanzinnig zou het zijn om een soort Lady Gaga-achtige clip te maken bij muziek van Schönberg, compleet met extravagante kostuums. De theatraliteit die daarvan uitgaat kan de muziek enorm versterken, zolang ze maar voortkomt uit iets wat al in de noten zelf besloten ligt.”