Reportage

Kiezen trekken bij de nachtopvang

Tandarts voor daklozen De tandartsenbus in Den Bosch biedt basiszorg aan onverzekerde daklozen. Tandarts Hans van den Berg: „Gebruik je medicatie? Alleen een joint zeker.”

Daklozen in Den Bosch konden zich inschrijven voor een behandeling bij de tandarts, die voor elke patiënt bijna een kwartier had.
Daklozen in Den Bosch konden zich inschrijven voor een behandeling bij de tandarts, die voor elke patiënt bijna een kwartier had. Foto’s Merlin Daleman

De jongste dakloze van vandaag is 27 jaar. Bleek gezicht, vlassig baardje, hand geklemd tegen zijn wang. Hij heeft er pijn en een dikke keel, zegt hij zacht tegen tandarts Hans van den Berg. „Ga maar zitten jongen, eens even kijken.” Hij ziet het al: een kies is afgebroken en een heeft een gapend gat. „Die zal ik allebei moeten trekken.” De jongen knikt.

Dit is de derde keer dat de tandartsen-bus er staat. Op de stoep van een winkelstraat in Den Bosch. Binnen is een compleet ingerichte tandartsen-praktijk, op het dak klettert de regen. Nou ja, compleet. Hans van den Berg (63) en zijn assistent geven basiszorg aan daklozen die onverzekerd zijn. Ingewikkelde behandelingen doen ze niet, alleen „ernstigste nood” lenigen. Gaten vullen en als die te groot zijn – hup, de hele kies eruit.

Er staan vandaag 18 patiënten op de lijst, voor iedere patiënt heeft Van den Berg bijna een kwartier. Het is dankbaar werk. De daklozen komen binnen met pijn en vertrekken zonder. Voordat deze bus er was, gingen ze nooit naar de tandarts. Hij staat geparkeerd vlak bij de nachtopvang, waar al weken een lijst hangt zodat men zich kon inschrijven.

Patrick (43, atletisch gebouwd, korte kop) is zenuwachtig. Hij heeft al een half jaar last van zijn kies. Maar hij durft amper in de stoel te gaan liggen. Die kies moet eruit, zegt Van den Berg nadat hij even heeft gekeken. Hij verdooft hem en begint te wrikken. Patrick grijpt zich vast aan de stoel, zijn hoofd en nek lopen rood aan van de spanning. „Rustig maar, ik doe je geen pijn”, verzekert Van den Berg.

„Ik had nog geblowd van te voren”, zegt Patrick verontschuldigend. Maar de zenuwen bleven. Hij moet naar de apotheek, zegt Van den Berg achteraf, om antibiotica te halen. Patrick is hartpatiënt en er zouden bacteriën van de getrokken kies via het bloed naar zijn hartklep kunnen gaan.

Kiespijn

Het duurde even voordat initiatiefnemer Hans Schleiffert geld voor dit daklozen-tandartsenspreekuur had gevonden. Hij is verpleegkundig specialist in een huisartsenpraktijk in Den Bosch. Elke week wordt daar een spreekuur voor daklozen gehouden en het viel hem op dat ze vaak kiespijn hebben. „Maar pijn went en naar de tandarts gaan, staat laag op de prioriteitenlijst. Zeker als je niet weet waar je gaat slapen die avond”, zegt Schleiffert.

Wie zou de tandarts voor deze mensen kunnen betalen? Een zorgverzekering hebben ze meestal niet, laat staan een aanvullende tandheelkunde-verzekering. Schleiffert vroeg een grote zorgverzekeraar, die weigerde. Past niet bij hun taak, schreven ze. Maar toen kreeg hij de gemeente Den Bosch zo ver. Drie ochtenden hebben ze dit jaar betaald, 1.000 euro per keer. In 2018 worden dat vier ochtenden.

Ziggi, een slanke Nigeriaanse man, heeft klappen gekregen. Kaak gebroken. Sindsdien zitten er pinnen in zijn kaak, die de boel bij elkaar houden. En die pinnen steken weer in zijn wang. Het doet pijn, vertelt hij vanuit de tandartsenstoel. „Hebben we was”, vraagt Van den Berg. „Hè, nee, we hebben geen was. Anders had ik een was-laagje op je wang kunnen brengen. Als je weer in het ziekenhuis komt voor die pinnen, vraag dan even of ze een waslaag aanbrengen.”

Foto Merlin Daleman

Streetwise

Van den Berg werkt voor een stichting die alleen maar ‘bijzondere groepen’ bedient: gehandicapten, verstandelijk beperkte jongeren en nu dus ook daklozen. Omdat dat lastiger is dan ‘gewone’ mensen behandelen, wordt hij per uur betaald en niet per verrichting. „Veel licht verstandelijk gehandicapten kunnen handig praten, ze zijn streetwise. Je ziet niks aan ze en de zinnen flitsen eruit. Maar een afspraak nakomen, een rekening begrijpen – dat lukt niet.”

Peer (32) komt binnen. Een grote Bosschenaar in trainingspak. Zilveren armband om en gel in zijn haar. „Wow”, zegt Van den Berg. „Je hebt een heel groot gat. Op een zenuw. Geen wonder dat dat pijn doet. Er moeten twee kiezen uit.” Peer: „Hier heb ik nog een gat dokter! Ik hou niks over.” Ze grappen wat, Van den Berg is een hartelijke man. „Gebruik je nog medicatie, Peer? Alleen een joint zeker?” Peer lacht. Bij het vertrek bedankt hij de tandarts veelvuldig.

En dan is er Hans (62). Een keurige man met een sjaaltje en een ribfluwelen broek. Hij heeft een vulling die los zit, en een gat. En als hij iets kouds drinkt, doet het pijn, vertelt hij. „Verder nog wensen?”, vraagt Van den Berg als hij klaar is met de behandeling. „Ja. Of je 100.000 euro wilt overmaken”, zegt Hans.