Opinie

De echte vraag is: hoe voorkomen we dit?

Clarice Gargard

Twee weken geleden onthulde online rubriek NOS Mashup dat er een online-netwerk bestaat van jongens die voornamelijk Turks- en Marokkaans-Nederlandse meisjes aan de schandpaal nagelen vanwege (vermeend) onwenselijk seksueel gedrag. In chatapp Telegram werden beelden van vrouwen gedeeld, soms met naam en toenaam, soms met de vraag: ‘Wie kent deze kech? (Marokkaanse straattaal voor ‘hoer’ )’. Een te los gedragen hoofddoek kon al aanleiding zijn.

Vrijwel onmiddellijk barstte de discussie los over vrouwonvriendelijkheid, waarbij culturen het tegen elkaar moesten opnemen. Wie is het meest seksistisch? De publieke arena veranderde in de Olympische Spelen van misogynie. Maar de echte vraag is: hoe bestrijd je deze weerzinwekkende vorm van berechting?

Een lichtpunt in de Mashup-uitzending was de onverschrokken Ouahiba. Als slachtoffer van de verspreiding van wraakporno werd ze de afgelopen drie jaar vernederd. „Het heeft invloed gehad op mijn familie, ouders, werk, studie en mij als persoon kapot gemaakt.” In niet mis te verstane bewoordingen sprak ze zich uit tegen haar mishandeling.

Slutshaming beperkt zich niet tot de Marokkaanse of Turkse cultuur. Vorig jaar stelde student Milou Deelen bijvoorbeeld het shamen van vrouwen binnen het overwegend witte corps aan de kaak. Het maakt niet uit waar je vandaan komt of hoe ‘ontwikkeld’ de samenleving is, vrouwen en vrouwelijke personen delven altijd het onderspit. Het virus komt overal wel voor, maar verkeert in verschillende stadia. Dat gegeven maakt de wanstaltige vormen van seksisme binnen moslimgemeenschappen niet minder kwalijk.

Van oudsher heb je zogenaamde schaamte-, schuld- of angstculturen die samenlevingen vormgeven. Vaak ontstaat er een combinatie van de drie. Individualistische culturen zijn vooral schuldgedreven waarbij je jezelf als zondaar veroordeelt vanwege de heersend moraal, bij angst conformeer je je aan de eisen van de macht en bij schaamte probeer je vooral geen schande te zijn voor je naasten. Nora El Abdouni van het Pretty Woman-netwerk zei in NRC over de Marokkaanse en Turkse cultuur: „(…) De mentaliteit is: wat Fatima doet gaat de gehele gemeenschap aan, Fatima draagt die eer op haar schouders.”

In niet-westerse gemeenschappen wordt zelden gesproken over vrouwenonderdrukking. Enerzijds omdat er een taboe op rust, anderzijds uit angst dat rechts-Nederland ermee aan de haal gaat als munitie voor xenofobie. Een dubbele strijd waarin je zowel binnen- als buitenshuis moet vechten om bestaansrecht. Een strijd die al gevoerd wordt door mensen als Abdouni bij Pretty Woman-netwerk, Dounia Jari en Dino Suhonic van Stichting Maruf die zich inzetten voor vrouwen en LHBTI-emancipatie van moslims, of presentator Sahil Amar Aïssa (BNNVARA) die in de NTR-talkshow De Nieuwe Maan een gepassioneerd pleidooi hield voor seksegelijkheid in de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap.

Als iemand die katholiek is opgevoed in een conservatieve West-Afrikaanse cultuur weet ik hoe het is om verguisd te worden omdat je niet voldoet aan de norm. Maar ik weet ook dat de oplossing vaak bij de gemeenschap zelf ligt die van binnenuit moet emanciperen, met hulp van buiten. Zoals de aangenomen motie over seksuele weerbaarheidslessen van Kamerlid Kirsten van den Hul (PvdA). Volgens verwachting stemden de christelijke partijen tegen evenals de ‘wij-beschermen-onze-vrouwen-partijen’ PVV en FvD.

Een gemeenschap is als een familiehuis. Je kunt dat niet binnendringen en eisen dat de gordijnen veranderen. Maar je kunt wel degenen die al met een herinrichting bezig zijn, helpen bij het uitzoeken van een andere kleur.

Clarice Gargard is programmamaker bij BNNVARA en publicist.