Een tot op het bot verdeeld Catalonië gaat deze donderdag opnieuw naar de stembus. De Spaanse premier Mariano Rajoy schreef de regioverkiezingen uit nadat zijn kabinet op 28 oktober een einde had gemaakt aan de illegaal uitgeroepen republiek Catalonië. De afgezette president Carles Puigdemont vluchtte naar Brussel en liet de autonome regio in verbijstering achter.
De verkiezingen zijn opnieuw een verkapt referendum over afscheiding van Spanje. Volgens de laatste peilingen zouden de ‘unionisten’ van het liberale Ciudadanos (‘Burgers’) de meeste stemmen te krijgen. De boodschap van leider Inés Arrimadas om de independentistas te stoppen, slaat vooral aan bij de Catalanen wier wortels elders in Spanje liggen.
De campagne van de separatisten verliep chaotischer dan ooit. Puigdemont trachtte vanuit Brussel stemmen voor zijn Junts per Catalunya (Samen voor Catalonië) te winnen, terwijl zijn vroegere vicepresident Oriol Junqueras vanuit de cel campagne voerde voor het linkse Ezquerra Republicana.
De voorbije maanden werd duidelijk zichtbaar dat het diep gewortelde separatisme Catalonië in tweeën heeft gespleten. De opkomst van de independentistas – wier electoraat in bijna dertig jaar groeide van 15 naar 48 procent – zou van bovenaf gestuurd zijn. In oktober 1990 stelden enkele intellectuelen op verzoek van de toenmalige regioregering een document op onder de titel: De strategie van de recatalanisatie.
De separatisten richtten zich daarbij tegen één vijand: Spanje. Stapje voor stapje zou het beeld van de tegenstander negatiever worden afgeschilderd. „Spanje begrijpt ons niet”, werd „Spanje berooft ons”, wat vervolgens overging in „Spanje onderdrukt ons” en na het ingrijpen door de Guardia Civil bij het verboden referendum van 1 oktober: „Spanje valt ons aan”.
Hebben de separatisten hun macht met behulp van een geraffineerde strategie vergroot of heeft Spanje zelf zijn eigen monster gecreëerd?
Twee prominente Catalanen reageren via vier stellingen op dit vraagstuk. Historicus Artur Domingo i Barnils uit het Noord-Catalaanse Garriguella is een uitgesproken separatist. Jurist Rafael Arenas García, hoogleraar aan de Universidad Autónomo de Barcelona, staat bekend als een ware unionist. Hun uitspraken illustreren hoe beide kampen in Catalonië met totaal verschillende waarheden leven. En hoe moeilijk het wordt een nieuwe regioregering te vormen. Het enige waar ze het over eens zijn: deze verkiezingen zijn zeer belangrijk.
1Het is een klassieke strategie om een inhumane vijand te creëren. Zo werd het in Catalonië: ‘Spanje of wij’.
Domingo i Barnils: „Dit kun je op zijn freudiaans een projectie noemen. Er wordt getracht via overdrijving van het Catalaanse nationalisme een karikatuur te maken. Ik hou niet van generalisaties en zinnen als „Spanje berooft ons”. Maar de onderdrukking is een feit. Er wordt niet erkend dat Catalonië een natie is noch dat de inwoners zich Catalanen voelen. Spanje heeft nooit afgerekend met het regime van Franco (1939-1975). Dat is een objectief historisch feit.”
Arenas García: „De strategie van de separatisten stond in 1990 gewoon in de krant. Daar werd destijds weinig aandacht aan besteed. Vooral de laatste jaren zijn er duidelijke stappen gezet. Spanje is voortdurend afgeschilderd als een mislukte staat. Als anti-democratisch. En als een vijand die de Catalanen zou exploiteren. In 2010 spraken de separatisten al van een provocatie nog voordat vanuit Madrid duidelijk was welke artikelen uit een statuut voor verder gaande autonomie zouden worden geschrapt. Het paste perfect in het plaatje van de separatisten, die zich wilden afscheiden. ‘Zie je nou dat ze ons niet wíllen begrijpen?’, stelden ze. Dat sentiment is sindsdien uitvergroot.”
2 De tactiek was voorheen: „Laat Madrid ons helpen en doe wat je zelf wilt in Barcelona.” Op de lange termijn zou dit niet werken voor de separatisten en zou afscheiding nog de enige optie worden.
Domingo i Barnils: „Nog zo’n leugenachtige mythe. De Catalanen hebben nooit ‘kunnen doen wat ze wilden’. De aanvallen op de Catalaanse taal zijn onder de dictatuur van Franco verschrikkelijk geweest. En nu Catalaans spreken genormaliseerd wordt, om te voorkomen dat de taal verdwijnt, komt Ciudadanos met een agressief plan om dat tegen te gaan. Eigen economische plannen zijn juist altijd tegengewerkt. Steeds werd het verhaal verteld dat de Catalaanse regering te veel uitgaf. Het was radicaal-nationalistische propaganda van Spanje.”
Arenas García: „De laatste veertig jaar is er in Catalonië veel veranderd. De Catalanen hebben op allerlei terreinen kansen gekregen én gegrepen. Vooral op het gebied van onderwijs en het Catalaans zijn grote stappen gezet. Misschien is dat wel te ver gegaan. Ook hier wordt geraffineerd gewerkt. Vrijwel alle onderwijsinspecteurs zijn independentistas. Die letten er op dat lessen in het Spaans binnen de marge van 25 procent blijven. Daarmee bewaken ze niet het onderwijssysteem, maar een ideologie waarbij Catalaans spreken cruciaal is.”
3 Op vrijwel onzichtbare wijze is met behulp van de Catalaanse regioregering via universiteiten, de publieke omroep en culturele instellingen een nationalistisch programma doorgevoerd dat het doen en denken van de Catalanen beïnvloedt.
Domingo i Barnils: „Als het Spaanse nationalisme zulke dingen doet, is dat volkomen normaal. Dat past bij de dominante nationalisten van een staat. Als kleinere natie-staten invloed proberen te krijgen, worden die meteen gedemoniseerd.”
Arenas García: „Het is een oude, maar wel zeer effectieve strategie. Vrijwel alle belangrijke instellingen zijn in handen van de separatisten. Dat hebben ze heel erg slim gedaan. Zo weten ze de publieke opinie constant te beïnvloeden. Via verschillende kanten wordt zo steeds bevestigd dat Spanje de vijand is.”
4 Het huidige Catalonië is diep verdeeld. Een groot deel van de separatisten voelt zich in de maling genomen door hun leiders. Het is nu boven alles een intern Catalaans conflict.
Domingo i Barils: „Dat zal na de verkiezingen moeten blijken. De meeste separatisten zullen op separatistische partijen blijven stemmen. Dat mensen zich belazerd zouden voelen is eerder een wens van de propagandisten, dan dat het een realiteit is.”
Arenas García: „Catalonië zal eerst met het gezicht naar de toekomst een goede analyse van de problemen moeten maken. Tot voor kort was het taboe om over de verdeeldheid te spreken. Alsof alles in volledige harmonie en eensgezindheid plaatsvond. De unionisten zijn opgestaan en hebben ook een gezicht gekregen.”