Palestijnse ruiteningooier zaait verwarring

Rechtszaak Man die ruiten insloeg van een joods restaurant moet naar psycholoog voor oordeel over zijn toerekeningsvatbaarheid.

Advocaat Herman Loonstein (rechts) van Daniel Bar-on, eigenaar van het joodse restaurant HaCarmel, bij de rechtbank.
Advocaat Herman Loonstein (rechts) van Daniel Bar-on, eigenaar van het joodse restaurant HaCarmel, bij de rechtbank. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Het was een zitting vol „konijnen uit de hoge hoed”, zoals de officier van justitie het uitdrukte. Hoewel de inhoudelijke behandeling nog maanden op zich laat wachten, was de eerste zitting van de zaak tegen de 29-jarige Palestijn die ervan wordt verdacht eerder deze maand de ruiten van een joods restaurant in Amsterdam te hebben ingeslagen allesbehalve saai. De zaak was verwezen naar de meervoudige kamer, terwijl deze aanvankelijk bij de politierechter zou komen. „Ik heb nog nooit zo veel pers, publiek en beveiliging gezien bij een zaak voor diefstal en vernieling”, vat een aanwezige advocaat samen.

In een vaal camouflagejasje zit de tengere verdachte naast zijn tolk. Zijn antwoorden roepen afwisselend schampere, verwarde en geschokte reacties op. Het restaurant was de eerste stap, heeft hij volgens een rapport van de reclassering gezegd. Op de vraag van de rechter wat dan de tweede stap is, antwoordt hij dat de rechter „dat nog wel zal zien”. Hij noemt zichzelf „een vulkaan die ieder moment kan uitbarsten”. Maar hij zweert ook op een meegebrachte koran dat hij nooit meer zo’n gewelddadige actie zal uitvoeren en zegt meermalen dat hij alles zal doen wat de Nederlandse autoriteiten hem opleggen. Zijn strijd is niet hier, maar in Palestina, legt hij uit.

„Na de ruiten van het restaurant gooit hij nu ook zijn eigen ruiten in”, klinkt het op de publieke tribune. De zitting wordt twee keer onderbroken voor beraad. Dan komen de drie rechters tot de beslissing die ze al meteen lieten doorschemeren: de jongen moet nader psychologisch onderzocht worden. Alleen dan kunnen de rechters voldoende beeld krijgen van zijn toerekeningsvatbaarheid en risico op herhaling. De zaak wordt voor onbepaalde tijd aangehouden.

De rechters komen aan de angst van de ruim vertegenwoordigde Joodse gemeenschap tegemoet met een verrassende vinding: ze bevelen gevangenneming van de Palestijn met onmiddellijke schorsing. Hij mag nog steeds niet in het gebied komen waar het incident plaatsvond, hij moet beschikbaar blijven voor justitie en meewerken aan het psychologisch onderzoek. „Zodra je een misstap begaat, word je opgepakt”, legt de rechter aan de verdachte uit. Ook wordt de Kastelenstraat, een straat met veel Joodse ondernemers, toegevoegd aan het gebiedsverbod.

Het woord ‘terrorisme’ valt niet in de rechtszaal. Maar bij het gerechtshof speelt nog wel een procedure die is aangespannen door advocaat Herman Loonstein. Die wil dat de verdachte niet wordt vervolgd voor vernieling en diefstal, maar voor inbraak en poging tot brandstichting. Daarnaast had de jonge Palestijn volgens de advocaat een terroristisch motief, waarbij de maximumstraf hoger ligt. Dat kan in een later stadium leiden tot vertraging. „Als ik hem hoor praten, denk ik alleen maar: hè, wat gaat er in die jongen om?” zegt restauranteigenaar Daniel Bar-on over de verdachte.