‘Een koor kan zoveel meer zijn dan zingen’

De kinderen van Nieuw Vocaal Amsterdam beleven een drukke december. Tel maar na: tien voorstellingen van Puccini’s La Bohème bij De Nationale Opera, drie keer De Notenkraker van Tsjaikovski met het Rotterdams Philharmonisch Orkest, twee keer Benjamin Brittens A Ceremony of Carols, en nog eens viermaal het eigen Kerstspel met het Amsterdam Baroque Choir van dirigent Ton Koopman.

Zo’n 330 leerlingen telt het Nieuw Vocaal Amsterdam. De filosofie is niet die van een talentenfabriek. Je hoeft geen auditie te doen zoals voor het Nationaal Kinderkoor. „Iedereen tussen de vier en eenentwintig is welkom”, zegt Caro Kindt, die het koor zo’n twaalf jaar geleden begon. Wel blijft er oog voor verschillen, voor elk niveau bestaat een koor, en de echte beloften krijgen de kans om het grote klassieke podium te beklimmen. Zo levert Nieuw Vocaal Amsterdam sinds afgelopen seizoen het vaste kinderkoor voor De Nationale Opera.

Stiltepauzes

Het koor kent in alle geledingen een strakke discipline. Op een tournee of bij optredens worden de kinderen grootgebracht met stiltepauzes. „Dan zie je hen, zo’n honderd in getal, in één grote ruimte zwijgen en zitten. En hoewel iedereen even inkeert, tot zichzelf komt, ervaar ik dan tegelijkertijd een grote verbondenheid”, zegt Kindt. „Een koor kan zoveel meer zijn dan zingen. Het is ook karaktervorming en sociale training.”

De Nationale Opera en Ballet en het Nieuw Vocaal Amsterdam onderzoeken de mogelijkheden om meer theaterscholing toe te voegen. „Want opera vraagt nu eenmaal iets anders dan een kerkkoor”, zegt Els van der Plas, algemeen directeur van de Nationale Opera en Ballet. „Je moet volume maken in een zaal van 1.500 bezoekers, rennen, dansen en acteren. En al die zaken op hetzelfde moment. Dat vraagt bijzondere kwaliteiten.”

Alle NVA-leerlingen krijgen in principe twee lessen per week: solfège in kleine groepen van zo’n zes zangers en daarnaast repeteren met het eigen koor. Dat zijn er achttien, die elk een ander niveau vertegenwoordigen. Enkele malen per jaar staan alle zangers op hetzelfde podium, bij het Kerstspel in Muziekgebouw aan ’t IJ, met het Amsterdam Baroque Orchestra van Ton Koopman. Ook leren de talenten verantwoordelijkheid te nemen voor de andere kinderen, zoals in ‘Wees Mijn Echo’, een lied waarbij de beste zangers voorzingen en de rest hen volgt.

Buiten de ring

De leden van klassieke kinderkoren komen vaak uit witte en hoogopgeleide gezinnen. Dat merkt ook Nieuw Vocaal Amsterdam. „De ringweg rond de stad symboliseert een grens, en niet alleen voor ons”, constateert zakelijk directeur Marco van de Klundert. „Daarom beginnen we volgend jaar met twee cursussen in de lokalen van de Muziekschool Amsterdam naast De Meervaart in Nieuw-West. Of dat lukt, blijft een vraag, maar we willen het graag proberen. Het succes ervan hangt vooral samen met de bevlogenheid van kinderen en hun ouders, want we kennen verschillende financiële regelingen voor gezinnen die het niet breed hebben.”

De eerste lichting nam dit jaar afscheid op hun eenentwintigste. Sommigen stromen door naar het Conservatorium van Amsterdam, waarmee Nieuw Vocaal Amsterdam eveneens samenwerkt. Anderen zoeken een amateurkoor. Weinigen houden ermee op, zegt Kindt. „Het zingen is een van de weinige bezigheden waarin gevoel, geest en lichaam één geheel vormen. Bovendien verbindt het samen ademen je met andere mensen. Ik hoor het van ieder kind: na een rotdag werkt zingen helend.”