De Catalaanse verkiezingen tonen opnieuw de enorme verdeeldheid in de Spaanse regio. Met 75 procent van de getelde stemmen lijken de unionisten van Ciudadanos (‘Burgers’) voor het eerst de grootste partij van Catalonië te zijn geworden, maar tegelijkertijd kunnen de drie separatistische partijen in theorie samen opnieuw een parlementaire meerderheid vormen. Eén ding is op voorhand duidelijk: regeringsvorming zal een zeer ingewikkelde opgave worden.
Lijsttrekker Inès Arrimadas van Ciudadanos zou zich de grote winnaar van de verkiezingen van donderdag mogen noemen, maar dat ze voldoende steun krijgt om als regiopresident aan het hoofd van een nieuwe regering te staan, is uitgesloten. Daarvoor zou zij steun van het linkse Cataluyna en Comú en van de separatisten nodig hebben.
De separatisten behouden hun meerderheid en zijn daarmee de morele winnaars van de verkiezingen: meer dan 80 procent van de 5,5 miljoen stemgerechtigden ging naar de stembus.
Maar ook zij zullen door tal van obstakels grote moeite hebben een meerderheid te vormen. Al was het maar omdat Junts per Cataluyna (Samen voor Catalonië) met Carles Puigdemont een lijsttrekker in ‘ballingschap’ in Brussel heeft. En de leider van de linkse separatisten Ezquerra Republicana verblijft in de gevangenis. Daarnaast zouden de gematigde separatisten opnieuw de steun nodig hebben van de links-radicale CUP.
Chaotische campagne
Niet eerder verliep een Catalaanse verkiezingscampagne zo chaotisch als de afgelopen maanden, met een deel van de kandidaten op de vlucht voor justitie in België en anderen in een cel bij Madrid. Het was de Spaanse regering die op 28 oktober de derde regioverkiezingen in vijf jaar uitschreef.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/12/data23158540-a4be08.jpg)
Dat deed premier Mariano Rajoy vlak nadat hij de regioregering van Puigdemont, die eigenhandig de onafhankelijkheid had uitgeroepen, had afgezet. Nieuwe verkiezingen zouden een uitweg moeten bieden voor de regio waarin verschillende partijen totaal tegenover elkaar stonden. Die uitweg is nog niet in zicht.
De verkiezingen waren bovendien een verkapt referendum over onafhankelijkheid. Het politieke landschap werd grofweg verdeeld over zeven partijen: een blok met drie separatisten, een blok met drie unionisten en het populistisch linkse Cataluyna en Comú dat zich niet expliciet uitspreekt over afscheiding van Spanje.
De verkiezingen vonden zonder incidenten plaats. Wat dat betreft was het verschil met het illegale referendum van 1 oktober groot. Destijds waren het de separatisten die koste wat kost hun stem wilden laten horen over de vraag of de regio zich moet afscheiden van Spanje.
De Catalaan Antoní Rafel Guarro kijkt met wrok terug op de verboden volkspeiling. Hij werd zes weken geleden als een bezetter door de Spaanse politie uit het Institut Jaume Balmes gegooid. „Beelden daarvan gingen de hele wereld over”, zegt Rafel Guarro, die in de rij staat voor hetzelfde stemlokaal. „We hebben geen keus. Ik stem weer voor onafhankelijkheid. Maar die is nu veel verder weg.”