Reportage

Een hedendaags kerstverhaal in vier gangen

Jingle Balls Ouders, kinderen en hun aanhang, het kerstdiner. Een hedendaags kerstverhaal in vier gangen, voor NRC geschreven door Marijke Schermer.

Illustraties Anne van Wieren

In de auto naar Amsterdam las Lea mij de mail van Nelis voor. Moet je horen, zei ze, wist jij dat? Maar omdat ze alles op die suggestieve toon introduceert begon ik pas te luisteren toen mijn naam viel. Omdat ik daarna de eerste helft van de mail nog eens wilde horen, omdat we vervolgens ook nog de tweede helft vruchteloos afspeurden naar meer informatie – bel hem! riep ik nog en dat deed Lea maar Nelis nam niet op – en omdat ik ondertussen de Volvo langs wegopstoppingen moest leiden terwijl het aan een stuk door regende, hebben we het verder niet meer kunnen bespreken. Ik manoeuvreerde de wagen in het krappe parkeerhaventje op de gracht. Maarten, de vriend van Lea, zweeg al die tijd op de achterbank. Lea vroeg alleen nog, voor we uitstapten: ik neem aan dat jij dit al wist? Maar ik wist op dat moment nog helemaal niets, niets anders dan dat het me op de een of andere manier totaal niet verbaasde.

Nelis had de explosieven verstopt tussen de zin: ‘Iedereen hier in New York is volslagen hysterisch of krankzinnig’, en de zin: ‘Zeg maar niks tegen Hugo of Vi.’ Tussen die twee zinnen dus, daar stond het: ‘Wist jij dat papa een lijst heeft gemaakt met risicopersonen en dat Annemaria erop staat?’ Annemaria is de ex van Hugo, Hugo is onze broer, we zijn met zijn vieren. Op volgorde van leeftijd: Hugo, dan Lea, dan Nelis, de jongste ben ik.

Mama deed de deur open voor iemand zijn vinger op de bel had kunnen leggen. Lieverds! Kom! Wat zijn jullie laat! Ze omhelsde Lea en mij en toen het enorme boeket waar Maarten achter verstopt ging. Hugo kwam de keuken uit met een blad champagne in zijn handen, zo te horen zat zijn vrouw Katherine piano te spelen in de woonkamer. Papa kwam achter Hugo aan, zijn lederen schort losknopend, mes in zijn hand. De kerstboom fonkelde vanuit de woonkamer. Alles was zo als elk jaar.

Een lijst van risicopersonen en Annemaria staat erop, dacht ik.

~Voorgerecht~

In de speech die tijdens de verschillende bereidingen van biet door papa werd afgestoken stond hij stil bij het achterliggende jaar, de vakantie met mama naar IJsland, professionele successen, aandelenverkoop en het bijbehorende financiële surplus – zo zei hij het echt. Ook werd er kort bij alle kinderen verwijld, zoals gewoonlijk werden de echt belangrijke dingen verzwegen, onder meer omdat die hem gewoon niet bekend zijn. Ik bedoel: wat wist hij er bijvoorbeeld van dat ik daar met een gebroken hart zat en dacht dat ik helemaal nooit meer gelukkig zou worden? Misschien was het recalcitrantie, omdat ik het allemaal zo eenzaam moest verdragen, omdat niemand leek op te merken dat Danielle niet meegekomen was, dat hij geen idee had wie ik was, dat mij ertoe bracht over de lijst te beginnen. Later begreep ik dat ik de aankondiging van een nieuwe telg ermee had doorkruist. Afijn wist ik veel, ik verpest het kerstdiner eigenlijk elk jaar, en elk jaar op een andere manier. Het werd stil toen ik het had gezegd. Papa keek verbaasd, mama laconiek, Hugo en Katherine, zij met haar hand op haar buik, een beetje boos en Lea bang. Van Maarten wist ik het niet. Hij keek naar zijn rood besmeurde bord, tot het werd weggehaald.

~Soep~

Mijn moeder, die je bepaald niet kan betichten van dienstbaarheid, maar die op haar eigen onverstoorbare manier toch altijd het voordeel van de twijfel geeft aan mijn vader, aan ons, aan het bedrijf, leek in de war. Wat nu, zag ik haar heel even denken, terwijl de wildbouillon op de zilveren lepel vlak voor haar mond tot stilstand was gekomen, als het allemaal anders is. Dat herkende ik, het pijnlijke inzicht dat er dingen zijn die alleen maar bestaan zolang je niet ophoudt erin te geloven. Een gezin, democratie, de betrouwbaarheid van anderen, liefde. Zodra je ophield erin te geloven werd zo’n familie om de kerstdis een verzameling afzonderlijke levens en verborgen gedachten, ooit door een nu uitgedoofde kracht bijeengebracht maar op geen enkele manier nog onder een gezamenlijke noemer te vangen.

Mijn moeder zei: ‘Een man in je vaders positie brengt nu eenmaal vernietigingslust in sommige mensen naar boven, wraak op het succes, chantage, maar ze slopen in the end vooral zichzelf.’ Lea vroeg of er al iemand openbaar was gegaan, en of dat allemaal wel goed werd gemonitord. Papa vroeg waarom ze anders dacht dat die lijst gemaakt was (triomf: hij had het weer eens uitstekend aangepakt). Hugo suggereerde dat papa niet publiek genoeg was maar toen zei Lea dat sociale media een krachtig middel waren om iemand alsnog publiek genoeg te maken. Katherine beaamde alles wat iedereen zei. Op dezelfde toon van saamhorigheid vroeg ik wat nou precies het criterium geweest was om op de lijst te belanden. ‘Uiteenlopende redenen,’ zei papa. ‘Variërend van rancune over een ontslag en naast de hoofdprijs grijpen tot…’ Hij keek naar mama, mama schudde zachtjes haar hoofd. ‘Tot…’ Hij keek naar Hugo, die schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Wat?’ vroeg ik. ‘Een affaire?’ Ze schudden alle drie in het zelfde ritme hun hoofd. ‘Een eenmalige…eh… vrijpartij?’ De kookwekker ging, papa sprong op. ‘Kleine pauze!’ riep hij.

Illustraties Anne van Wieren

~Hoofdgerecht~

Lea vroeg me terwijl iedereen behalve wij heen en weer rende hoe het met Danielle was en ik was bijna ontroerd dat ze het vroeg. Ik probeerde haar in die twee minuten die ons gegeven waren te zeggen dat ze me verlaten had, en hoe, want daar ging het om, het hoe, zo abrupt, zo onbegrijpelijk, zo slecht te verkroppen. Lea aaide me over mijn arm en kneep haar ogen geruststellend dicht, als een poes. Terwijl ik het vertelde, terwijl ze mij aaide en met die lieve zachte ogen naar me keek, voelde ik de vernedering, de enorme schaamte die het geeft om verlaten te worden, weer helemaal van mijn tenen tot mijn wenkbrauwen mijn lichaam vullen. Mama zette een paar schaaltjes op tafel, legde haar beide handen op onze naar elkaar gebogen ruggen en zei: ‘Zitten jullie weer te smoezen?’ Ik keek haar met mijn betraande ogen aan en toen borg ze de scherts op en zei ze heel serieus en resoluut: ‘Vi, die dingen gebeuren, en waar twee mensen iets doen zijn twee mensen aanwezig’ – ik dacht echt een moment dat ze het over mij en Danielle had, dat ze het wist, dat het haar opgevallen was dat ik alleen was gekomen… ‘Je weet net zo goed als ik dat papa…’ zei ze toen. ‘Dat papa?’ ‘Anders is dan…’ ‘Anders is dan?’ ‘Hij is nu eenmaal een…’ Ik wist wat ze wilde zeggen maar toen kwam die charismatische man zelf al de eetkamer in met een minstens tachtig centimeter lange snoekbaars op een schaal met ogen en staart en alles er nog aan, en de o’s en a’s namen het over.

‘Zo,’ zei ik toen iedereen zijn vis op zijn bord had en de schaaltjes met bijgerechten hun rondreis over het damast hadden gemaakt. De wijn schitterde in de glazen. ‘De kleine pauze is voorbij. Je bent ons de tweede helft van de zin nog schuldig. “Van rancune over een ontslag tot….”’

‘Luister Violette, ik heb geen geheimen. Je moeder heeft altijd alles geweten. Ik ben er niet trots op maar het is geen misdaad.’ En na een stilte: ‘Ze wilden het zelf. Ze werden voortdurend verliefd op me.’ Lea begon te lachen, genegeerd, daarmee het beeld stilzettend, zodat iedereen die verschillende elementen, onze drieënzestigjarige corpulente vader, verliefde twintigjarige meisjes, in hun ridicule combinatie voor zich kon zien. Hugo gaf Lea een schop onder tafel. Lea stopte met lachen.

‘Geen misdaad dus, maar toch een lijst gemaakt met risicofiguren. Wat is het risico, wat kunnen ze doen?’ Iedereen zuchtte, het was gewoon niet erg gezellig zo. Was Nelis er maar, en Vi niet, zou papa wel denken, dan konden we het over interessante dingen hebben, over de States, over de bitcoin.

‘Wat ze kunnen doen is een stukje van de felbegeerde aandacht naar zich toe trekken, hun identiteit verder optuigen met een tragedie, hun schoonheid bevestigen met mijn vermeende interesse, hun gebrek aan succes een schuldige geven.’

‘Tsjezus…’ Het ontsnapte Maarten, ik was er blij om, er stond in elk geval iemand aan mijn kant. Hugo prees de vis. En de chef. Papa leunde achterover met zijn armen over elkaar geslagen voor zijn imposante buik en zei: ‘En prinses, hoe gaat het met jou?’ Ik stak mijn vork in een stuk vis. Het was geen vraag maar een manier om mij de mond te snoeren. Iedereen begon nu te eten, de geroosterde venkel, de erwtjes, de wortels, de puree van knolselderij. Er werden vettige kinnen gedept, glazen leeggedronken, er werd voor de tweede of derde keer opgeschept. Katherine en Hugo wierpen elkaar betekenisvolle blikken toe en wilden net het woord gaan nemen om dan nu toch een nieuwe generatie aan te kondigen, toen ik de laatste troef op tafel gooide, zo getimed dat papa net zijn mond vol eten had.

‘Maar wat doet Annemaria op die lijst?’ Hij werd rood, drukte zijn servet tegen zijn malende mond. Mama begon het eten op haar bord met haar mes van links naar rechts en terug te schuiven, Hugo ontwaakte langzaam uit zijn geboortekaartje.

‘Annemaria? Welke Annemaria? Annemaria Engels? Mijn Annemaria?’ De klank in zijn stem alarmeerde zijn vrouw. Het was duidelijk dat zij die naam wel eens eerder had gehoord, maar dat hij ook met mysterie omgeven was, zoals namen van exen dat voor nieuwe partners zijn. Iedereen keek naar papa. Hij at zijn hele bord leeg, een restje saus hing aan zijn lippen.

‘Ik ben je moeder dingen verschuldigd, Violette, en daarin ben ik niet tekortgeschoten, ik kan je moeder en mezelf en de vrouwen op dat lijstje allemaal recht in de ogen kijken.’

‘Dus?’

‘Dus. Ik hoef geen verantwoording aan jou af te leggen. Je bent mijn kind.’

‘Annemaria heeft toch niet voor jou gewerkt? Maar ze staat dus wel op die lijst?’ Hugo was opgestaan terwijl hij het zei: ‘Maar niet op de lijst die ik gezien heb.’ Alsof hij heel nodig moest plassen, zo wiebelde hij tussen zijn stoel en de tafelrand. ‘Wat is dat dan, hoe zit dat dan?’ Alsof dat opstaan van hem het einde van de maaltijd was en zijn vraag niet het begin van een nieuwe fase in het gesprek, begon mama de borden op te stapelen, de schaaltjes in elkaar te passen en alles op het karretje naast de deur te zetten. In de deuropening, onder de mistletoe, zei ze mijn vaders naam. Papa stond op, mompelde iets over helpen en verdween. De gemolesteerde vis bleef achter en keek ons met een schuin oog aan.

~Dessert~

‘Hoe weet je dat van Annemaria?’ siste Hugo.

‘Nelis,’ zei ik.

Katherine hapte lucht. ‘Is Annemaria degene met wie je bijna…’

‘Ja!’ zei Hugo te snel en te fel, en toen, met zijn hand op haar hand: ‘Sorry.’ Hugo had met Annemaria zullen trouwen, maar een paar weken voor het zover was maakte ze de relatie plotseling uit, abrupt en onbegrijpelijk, en vertrok ze uit Amsterdam. Het stortte hem in een crisis. Hij at zo weinig dat we bijna door hem heen konden kijken. Het was de enige fase in zijn leven waarin Hugo blijk gegeven had van een complexe binnenkant, daarvoor en erna was hij altijd een volmaakt onverstoorbare figuur geweest, een vreemde voor me. Hij stopte bij het advocatenkantoor waar hij werkte en trad op aandringen van papa bij hem in dienst.

Mijn ouders kwamen binnen met een brandende Engelse pudding. Toen die was uitgefikt werd hij overgoten met witte schuimende eiersaus. Katherine sloeg af, de rest van het gezelschap at het zoete, kleffe, drank-doordrenkte gebak in stilte. Ik keek naar mijn vader, naar mijn moeder, naar mijn broer, mijn zus, hun partners en ik voelde me een vreemde, een zwerver, een buitenstaander, iemand die hier niet hoort en ook niet langer de troost heeft van een geliefde waar hij wel bij hoort.

Marijke Schermers roman Noodweer stond dit jaar op de shortlist van de ECI Literatuurprijs.