Recensie

Recensie Theater

Wat valt er te lachen op Netflix?

Comedy Op Netflix staan ruim honderd shows van comedians. Hoe te kiezen? NRC keek 24 shows en gaf ze een cijfer van 1 tot 10.

  • 10/10

    Richard Pryor: Live in concert (1979)

    Mijlpaal in het genre. Wervelende show die talloze comedians beïnvloedde. Richard Pryor maakt geëngageerde grappen over de verschillen tussen wit en zwart, de wreedheid van de politie en de harde opvoedingsmethoden van zijn vader en oma. Groots is zijn acteren, want van elk verhaal maakt hij een razendknap toneelstukje. Buitengewoon is zijn poëtische stijl, waarin alles gepersonifieerd wordt en kan praten. Briljant. (RR)

  • 9/10

    Bo Burnham: Make happy (2016)

    Op zestienjarige leeftijd werd Bo Burnham een ster op YouTube. Hij groeide uit tot een van de interessantste Amerikaanse comedians. Zijn handelsmerk: ironisch commentaar op zijn eigen performance, afgewisseld met pianoliedjes voorzien van harde, cynische teksten. Zoals het bijzonder grappige ‘Straight White Male’, een ironische ballad over hoe zwaar het is om een witte, heteroseksuele man te zijn. (DZ)

  • 9/10

    Doug Stanhope: Beer Hall Putsch (2013)

    Hilarische, inktzwarte show van de illusieloze Stanhope, vol zelfdepreciatie en galgenhumor. Met het geestigste verslag van euthanasie dat je ooit zult zien: van zijn doodzieke moeder, die haar overdosis morfinepillen met White Russians neemt. Als ze wegzakt, roept Stanhope: ‘Kom terug mam, ze hebben een medicijn gevonden!’ Stanhope zet zich af tegen overbevolking, banken, sponsorlopen en de tamheid van Occupy, en mengt dat, met nauw verholen bevlogenheid, met spitse adviezen hoe je wel effectief het grootkapitaal kan dwarszitten. (RR)

  • 8/10

    Michael Che: Matters (2016)

    Che opent flitsend met een serie rake grappen over het beladen N-woord. ‘Elke keer als een witte man aan mij vraagt of hij het N-woord mag zeggen, is het alsof een alcoholist een slokje van mijn drankje wil.’ Hij legt uit dat Black Lives Matter niet meer betekent dan ‘ertoe doen’. Verder een bij vlagen sterke show, met grappen over Jezus als waardeloze timmerman, Trump als grappige man en witte vrouwen die alles kunnen maken. (RR)

  • 8/10

    Ali Wong, Baby Cobra (2015)

    Ali Wong wil huisvrouw worden. Haar man, die ze aan de haak heeft geslagen omdat hij op Harvard Business School heeft gezeten, moet maar voor de financiën zorgen als het kind dat ze nu draagt, is geboren. Thuis kan ze lekker ongestoord op het toilet zitten poepen zonder dat collega’s die op de pot naast haar zitten, haar geplons horen. Gêne is bij Wong vaak de basis van haar fijne grappen. Wong is opgegroeid in Amerika maar heeft Aziatische ouders. Alleen al om die reden is het verfrissend om naar haar te kijken; ze heeft bagage die andere komieken niet hebben. (AK)

  • 8/10

    Dave Chapelle: The Age of Spin (2017)

    Dave Chapelle is een gevallen tv-ster die zijn comeback maakt met een contract voor drie shows bij Netflix. In dit in maart 2016 opgenomen optreden praat hij over ‘het tijdperk van verwarring’, waarin transgenders de zwarten verslaan op de Olympische Discriminatiespelen. Hij vertelt hoe pijnlijk de val van zijn held Bill Cosby was: ‘Alsof ze zeiden: chocolade-ijs heeft 54 vrouwen verkracht.’ Gevallen helden bekijkt hij met de nodige nuances: terugkerend element zijn anekdotes over ontmoetingen met O.J. Simpson. (RR)

  • 7/10

    Russell Peters: Almost Famous (2016)

    Hoewel de grappen van Russell Peters niet altijd even raak zijn, maakt hij veel goed met zijn sterke publieksinteractie. De Canadees-Indiase Peters is een echte verbinder, die graag met vooroordelen over bevolkingsgroepen speelt, maar nooit beledigend. In gesprekjes zet hij toeschouwers met een plagerig grapje even op hun nummer. Verder grossiert hij in persoonlijke anekdotes over zijn jeugd en zijn Indiase afkomst. (DZ)

  • 7/10

    David Cross: Making America Great Again (2016)

    Als David Cross zijn show begint met kleine, alledaagse ergernissen – zoals een winkel op het vliegveld waar je koffers kunt kopen – weet hij maar matig te boeien. In de tweede helft wordt Cross politieker en daar ligt zijn kracht. Hij is een uitgesproken liberal en zijn kritiek op de Republikeinen is raak. Hoogtepunt is een ironisch pleidooi voor het bewapenen van leraren. (DZ)

  • 7/10

    Bill Burr: Walk Your Way Out (2017)

    Bill Burr – kaal hoofd, cowboyshirt – verzandt nogal eens in clichématige grappen over vrouwen en zwarten, maar behandelt ook minder conventionele onderwerpen, zoals een gorilla die gebarentaal leert. Af en toe is Burrs comedy lekker op het randje. Zo doet hij, net als Ricky Gervais, ongegeneerd aan fatshaming – behoorlijk fout, maar Burr vent het onderwerp met zoveel fantasie uit, dat het stiekem toch grappig wordt. (DZ)

  • 7/10

    Sarah Silverman: A Speck of Dust (2017)

    Sarah Silverman is cool. Haar gepolijste, zelfverzekerde voordracht is haar grootste kracht in deze voorstelling. Inhoudelijk voeren kots- en poepgrappen de boventoon. Haar anekdotes drijven op het vermogen het publiek te shockeren. Dat maakt A Speck of Dust lang niet zo scherp als eerdere shows, al maakt de slotgrap veel goed. Aan een christen in de zaal stelt Silverman een volgens haar essentiële vraag: zou je God in je mond laten klaarkomen? (RR)

  • 7/10

    Jim Gaffigan, Cinco (2017)

    Om het uiterlijk van Jim Gaffigan moet je al grinniken. Hij lijkt met zijn lubberende onderkaak en weggevallen kin op de hapmonsters van Sesamstraat. Maar zijn onderwerpen zijn vaak zouteloos: het weer, auto’s en telefoons. Toch weet de Amerikaan daar grappige gedachtekronkels uit te persen. Voor een deel van de show moet je echt in Amerika wonen, zoals bij grappen over het verschil tussen staten en restaurants. Kijken naar ‘Cinco’ geeft te vaak het gevoel dat je op een feestje bent uitgenodigd waar je niemand kent. (AK)

  • 7/10

    Chelsea Handler: Uganda be kidding me (2014)

    Vuilbekkende Chelsea Handler is een presentatrice van een talkshow en een bestsellerauteur. Haar succes is gebouwd op haar schaamteloze grofheid. Hoogtepunt is een foto van een trio bejaarde homoseksuele mannen, zogenaamd met haar vader, die wordt gepijpt. Ze laat ook voortdurend foto’s zien waarop ze zelf naakt is, en bijvoorbeeld zit te plassen. Haar spot richt zich op onder meer Alaskanen (‘Aziaten met Down’) en mannen, waarbij ze nadoet wat voor maf gezicht die trekken als ze klaarkomen. (RR)

  • 7/10

    Jim Jefferies: Bare (2014)

    In de eerste dertig minuten van ‘Bare’ lijkt het alsof Jefferies denkt dat scheldkanonnades genoeg zijn om een punt te maken. Hij tiert vooral over seks, drugs en vrouwen. Maar Jefferies draait 180 graden als hij na een half uur over wapenbezit begint. De Australiër die in Amerika woont, is tegen wapens maar vermoedt dat 50 procent van de zaal voorstander is en dat deel wil hij overtuigen. Die argumenten zijn scherp, weldoordacht en verrassend origineel. Maar als hij daarna verder wauwelt over klaarkomen in het gezicht van een vrouw, dondert zijn show weer in elkaar. (AK)

  • 7/10

    Katherine Ryan: In Trouble (2017)

    Flegmatieke Canadese, die milde spot bedrijft, met als mikpunten Bill Cosby, Taylor Swift en Trump. Licht verteerbare kost. Het leukste is de bruiloftsspeech voor haar zus die met een Filippijn trouwt. (RR)

  • 7/10

    Jack Whitehall: At Large (2017)

    Campy showmannetje, met gezellige grapjes over KFC, drugs voor bejaarden, vrijgezellenfeestjes en een medescholier die wel een beroemde acteur is geworden. Toegankelijke humor, al vormen de zogenaamde versprekingen een al te simpel trucje. (RR)

  • 7/10

    Iliza Shlesinger, Confirmed Kills (2016)

    Shlesingers show gaat onder meer over make-up, handtassen, mode, poseren voor foto’s, en zeemeerminnen. Ook herkenbaar voor mensen die niet weten hoe het voelt om in een overvolle handtas op zoek te moeten naar lipgloss. Shlesinger is energiek. Ze krast, gromt en grunt en heeft een katachtige uitstraling. (AK)

  • 7/10

    Judah Friedlander: America Is the Greatest Country in the United States (2017)

    Friedlanders show is een betoog. Hij poneert de stelling: Amerika is het beste land van de Verenigde Staten en schiet vervolgens anderhalf uur lang cynische opmerkingen het café in. Daarbij hangt hij vaak achteloos tegen de stenen muur. Die lome uitstraling past bij de show. Soms lijkt het alsof hij willekeurige thema’s heeft gelinkt. Die formule werkt, want Friedlander maakt interessante grappen. (AK)

  • 6/10

    Kevin Hart: What Now (2016)

    Kevin Hart is het grappigst als hij op plastische wijze over banaliteiten vertelt, zoals een ‘pocket pussy’ en de crème die hij op zijn piemel smeert om minder snel klaar te komen. Met zijn vaak banale verhalen weet hij ook grotere thema’s aan te snijden, zoals zijn egoïsme en de angst die schuilgaat achter zijn stoere uiterlijk. Helaas bevat deze special ook minder sterk materiaal, zoals een langdradig verhaal over een avondje griezelen met familie. (DZ)

  • 6/10

    Amy Schumer: The leather special (2017)

    Gaat over de oncharmante kanten van het vrouw-zijn: Schumer wil dat de maatschappij die accepteert. (AK)

  • 5/10

    Trevor Noah, Afraid of the dark (2017)

    De observaties over ras en etniciteit zijn niet verrassend. Noah doet stemmetjes, maar vergeet dan de grap. Zijn bevlogenheid is prettig. (AK)

  • 5/10

    Jimmy Carr: Funny Business (2016)

    Koning van de oneliner, die helaas nergens diepgang bereikt en zijn grappen over seks rechtstreeks uit het moppenboek lijkt te hebben gehaald. (DZ)

  • 4/10

    Marc Maron: Too Real (2017)

    Langdradige show die nergens grappig wil worden. Met als dieptepunten een absurdistisch verhaal over het kopen van een hoed en wijsheden die Maron op post-its geschreven heeft. (DZ)

  • 4/10

    Aziz Ansari: Live at Madison Square (2015)

    Slap aftreksel van zijn geniale comedyserie Master of None – waarvan Ansari bedenker en hoofdrolspeler is. (RR)

  • 2/10

    Mike Epps: Don’t take it personally (2015)

    Vernederend, banaal, vrouwonvriendelijk. Speelt zonder blijk van ironie een seksscène waarin de vrouw niet wil, maar hij lachend doorgaat. (AK)