Traditie › transitie
Journalistiek Jaarverslag NRC 2017
De opdracht van NRC
Hoe maak je dat een krant die haar wortels diep in de 19de eeuw heeft, relevant blijft voor haar lezers in de 21ste eeuw? Dat is een van de belangrijkste vragen die NRC elke dag probeert te beantwoorden. De geschiedenis van onze krant, die terug reikt tot Amsterdam in 1828 (Algemeen Handelsblad) en Rotterdam in 1844 (Nieuwe Rotterdamsche Courant), mag inderdaad iets zijn waar we bijzonder trots op zijn, het is de toekomst die ons dagelijks bezighoudt.
Het antwoord op de vraag is even simpel als ingewikkeld: de krant is enkel relevant indien we die voortdurend aanpassen aan de behoefte van onze lezer en aan haar positie in het hele medialandschap. Toen de NRC en het Handelsblad in 1970 fuseerden tot NRC Handelsblad, zag dat Nederlandse medialandschap er vanzelfsprekend totaal anders uit dan nu. Maar ook toen al probeerden we op een grondige, genuanceerde en heldere manier Nederland en de wereld te duiden, te analyseren en te becommentariëren voor onze lezer.

De hoofdredactie van NRC: Stijn Bronzwaer, Peter Vandermeersch, Marcella Breedeveld en Egbert Kalse. Foto Andreas Terlaak
Bijna een halve eeuw later is die opdracht enkel urgenter en belangrijker geworden. In een wereld van Twitter en fake news, van snelle live duiding en lekkere soundbites, probeert NRC het nieuws zo te brengen, te duiden en te analyseren dat de lezer in een jungle van feiten en meningen zijn of haar mening kan vormen over de onderwerpen die er echt toe doen. Het klimaat, de rechtsstaat, het onderwijs, internationale betrekkingen, belangrijke culturele fenomenen en duurzaamheid zijn thema’s die in het bijzonder onze aandacht krijgen. Dat is de definitie van NRC-journalistiek zoals we die al vele jaren hanteren op onze redactie.
Die journalistiek vindt plaats op drie verschillende NRC-podia: op papier in de ochtend (nrc.next) en de middag (NRC Handelsblad) en steeds meer digitaal op nrc.nl. Een groot deel van onze lezers schakelt al vele jaren moeiteloos over van het ene podium naar het andere. Zo zien we dat voor veel abonnees de combinatie van nrc-digitaal in de week en nrc-papier in het weekend een erg geliefde formule is. Het betekent tot onze vreugde dat we ook dit jaar meer digitale lezers dan ooit telden en dat onze papieren weekendkrant in 2017 weer meer mensen bereikte dan vorig jaar.
Op die drie podia gebruiken we al vele jaren een veelheid aan journalistieke middelen: nieuwsberichten, columns, analyses, reportages, interviews, portretten, foto’s, graphics, columns, opiniestukken… Het zijn journalistieke instrumenten die we in de loop van de voorbije tientallen jaren hebben geslepen en verfijnd en tot de onze hebben gemaakt.
Maar NRC probeert ook nieuwe formats uit. Het voorbije jaar bijvoorbeeld hebben we ambitieus ingezet op video en experimenteerden we met podcasts. Vanuit Den Haag en Washington vertelden onze collega’s in hun podcasts hoe ze de wereld van Rutte en van Trump zagen. En in korte video’s legden andere collega’s uit waarom Assad nog aan de macht is in Syrië, wat de uitdagingen zijn voor de Navo en waarom een basisinkomen al dan niet een goed idee is. Voorzichtig maar vol enthousiasme proberen we aldus of we de kwaliteit en nuance van NRC met bewegend beeld en met audio kunnen verbinden.
Nieuwe ’formats’ betekent ook nieuwe talenten ontwikkelen. Meer dan ooit heeft NRC het voorbije jaar geprobeerd om het talent op de redactie te diversifiëren en de bestaande redactie nieuwe journalistieke technieken aan te reiken. We hebben een talentenprogramma gelanceerd waarbij we jonge mensen aantrekken met een andere achtergrond dan een journalistieke (de gamewereld bijvoorbeeld) die we koppelen aan meer klassiek opgeleide journalisten. Een interne academie biedt collega’s de mogelijkheid tot voortdurende bijscholing aan. Op de redactie zijn inmiddels functies ontstaan (liaison-journalisten die papier en digitaal verbinden; lezersdesk-journalisten die de verspreiding van onze stukken helpen bevorderen) waarvan we enkele jaren geleden het bestaan nog niet vermoedden.
Maar of onze journalistiek nu digitaal gebeurt of op papier, of we nu kiezen voor een interview of voor een podcast, of het stuk nu van een jonge of een ervaren collega is, al onze journalistiek moet altijd beantwoorden aan de hoge eisen die we daaraan stellen. Die normen hebben we vastgelegd in een stijlboek (nrc.nl/stijlboek) dat we, ook dit jaar weer, op verschillende vlakken hebben aangescherpt en bijgepunt. Betrouwbaarheid is onze echte kapitaal. Daar morsen we niet mee.
Ik besluit: ook het voorbije jaar hebben we geprobeerd om twee essentiële waarden te combineren. Aan de ene kant willen we bewust, in een wereld waarin de journalistiek meer en meer onder vuur ligt, zo dicht mogelijk bij onze journalistieke basisprincipes blijven. Gedegen bronnenonderzoek, hoor en wederhoor, transparantie en zelfkritiek maken daar een belangrijk deel van uit.
Aan de andere kant willen we NRC voortdurend aanpassen en vernieuwen door nieuwe talenten te werven, nieuwe journalistieke technieken toe te passen en te experimenteren met nieuwe verspreidingsvormen.
Dat alles doen we met één doel voor ogen: u, de lezer, zo goed en genuanceerd mogelijk informeren. In dit journalistieke jaarverslag leggen we daar nu voor het vierde jaar op rij verantwoording voor af. Die verantwoording is per definitie ongetwijfeld onvolmaakt en minder exact dan het financiële jaarverslag dat NRC Media elk jaar neerlegt.
Aan elk van de chefs van de deelredacties vroegen we een verhaal te kiezen waarop ze trots zijn. De Lezersdesk vertelt hoe NRC de lezer het voorbije jaar steeds meer bij de journalistiek heeft betrokken. En ook De Ombudsman, die ons elke week een soms confronterende spiegel voorhoudt, schreef voor dit jaarverslag een samenvattend stuk.
Ik bied u, in naam van de hele redactie, dit jaarverslag aan. Omdat u, beste lezer, onze echte opdrachtgever bent.
De hoofdredactie,
Marcella Breedeveld
Stijn Bronzwaer
Egbert Kalse
Peter Vandermeersch
Journalistieke prijzen
De Tegel
Thomas Rueb is dit jaar in de prijzen gevallen bij de Tegels. Thomas Rueb won de publieksprijs voor zijn interview ‘Jij ziet er helemaal niet uit als een politieman!’ over een Marokkaans-Nederlandse agent die door collega’s werd gearresteerd.
P.C. Hooftprijs
Bas Heijne heeft de P.C. Hooftprijs, de belangrijke literaire prijs, in ontvangst genomen voor zijn beschouwende proza.
Inktspotprijs 2017
Jean-Marc van Tol, John Reid en Bastiaan Geleijnse, de drie makers van Fokke & Sukke, hebben de Inktspotprijs 2017 gewonnen.
Sportjournalistiek talent van het Jaar 2016
Fabian van der Poll is uitgeroepen tot Sportjournalistiek talent van het Jaar 2016. Zijn reportage over kindermisbruik in de sport (‘De badkamerdeur mocht nooit op slot’) bij HFC Haarlem heeft de doorslag gegeven.
WVN-Publicatieprijs 2016
Hester van Santen heeft de VWN-Publicatieprijs gewonnen voor haar artikel ‘Wankelmoedige waakhonden’ over de schimmige wereld van het proces van peer review bij Nature.
European Science Writer of the Year
Hester van Santen heeft de European Science Writer of the Year Award gewonnen voor haar artikelen ‘Wankelmoedige waakhonden’, ‘56 dagen zonder shampoo’ en ‘De nietige voorouders van bijna alles wat leeft’.
Louis Hartlooperprijs
Joyce Roodnat heeft de Louis Hartlooperprijs voor de beste filmpublicatie van 2017 gewonnen met haar boek met dvd’s ‘Hee… zie je dat!? – De films van Ed van der Elsken.’
Prinsjesfotoprijs 2017
De beste politieke foto van het afgelopen jaar werd gemaakt door fotograaf David van Dam. Hij won de Prinsjesfotoprijs 2017 voor zijn foto van de Turkse minister Fatma Kaya die door Nederlandse politie de toegang tot het Turkse consulaat wordt ontzegd.
De VOJN Award
Hugo Logtenberg, Derk Stokmans, Miriam Vieveen (vorm), Kirsten Ruys (techniek) en Roos Liefting (graphics) hebben de VOJN Award in de categorie Beste Online Storytelling gewonnen voor de productie Stroomstoring ‘Hoe één verroest draadje de halve Randstad platlegt’. De VOJN Awards zijn de jaarlijkse prijzen van de Vereniging van Online Journalisten Nederland voor de beste internetjournalistiek.
Deze 17 bijzondere dingen deed NRC met uw abonnementsgeld
Onze redactiechefs kozen de beste stukken uit 2017. Deze 17 bijzondere producties (en nog veel meer) maakte NRC het afgelopen jaar met uw abonnementsgeld.
1 Monique Snoeijen, chef Opinie merkt op dat het identiteitsdebat het afgelopen jaar een van de belangrijkste maatschappelijke thema’s op de opiniepagina’s was
Op zijn Facebook-pagina vertelde Denk-politicus Tunahan Kuzu, in februari van dit jaar, dat bij oudere patiënten met een migratie-achtergrond „de stekker er eerder wordt uitgetrokken”. Hoe ervaar je die uitspraak als je een oncologisch verpleegkundige bent die veel patiënten van Turkse en Marokkaanse komaf verzorgt?

NRC Handelsblad, 1 maart 2017. Illustratie Hajo
In het opinieartikel ‘Stekker eruit trekken, Kuzu, hoe dan?’ beschrijft Maria Bakker hoe zij in de praktijk juist rekening houdt met cultuurverschillen: de tolkende kleindochter hoeft zich niet aan de bezoektijden te houden, en ze ziet door de vingers dat er soms wel 23 familieleden aan het bed staan.
Maar hoe ervaar je de stekker-uitspraak als je de zoon bent van een analfabete moeder die getroffen is door een herseninfarct? In het artikel ‘Kuzu’s „stekker” raakt aan serieus zorgfalen’ beschrijft Mohammed Benzakour hoe zijn moeder in het revalidatiecentrum als „een buitenaards wezentje op Hollandse bodem neerdaalt” en hoe moslimonvriendelijk de verpleging is: de logopedist gaat er voetstoots vanuit dat de patiënt geletterd is, en moeder mag niet eten van de zelfgemaakte spijzen, hoewel ze daarvan „schrokte als een uitgehongerde soepgans”. Benzakour waarschuwt voor wat komen gaat: binnen tien jaar zal de eerste generatie „massaal aankloppen bij de poorten van de zorg”.
Het identiteitsdebat was het afgelopen jaar een van de belangrijkste maatschappelijke thema’s op de Opiniepagina’s. Dat een verpleegkundige en een schrijvende migrantenzoon hun kennis en ervaringen met de lezer willen delen, is van grote waarde voor een goed geïnformeerd en betrokken debat. In de brievenrubriek kreeg dit debat daarna een vervolg.
2 Michel Krielaars, chef Boeken bracht in kaart wat het Nederlandse publiek leest
De boekenbijlage van NRC is het enige boekenkatern in Nederland dat bepalend is voor het succes van een boek. Dat viel te merken aan de bijzondere interviews met grote schrijvers zoals Paul Auster, John le Carré, Valeria Luiselli, Michael Ignatieff, Griet Op de Beeck, Paul Beatty, Colson Whitehead, Naomi Klein en Nicole Krauss. Met hun uitspraken gaven ze een verdieping aan het literaire leven en de maatschappelijke actualiteit.
Die actualiteit was - vooral op het gebied van de non-fictie - ook vaak het onderwerp van de grotere artikelen in de boekenbijlage, zoals over de toestand in de Verenigde Staten, Rusland, Noord-Korea, Duitsland en Frankrijk. Tegelijkertijd waren de boekenredacteuren niet blind voor opvallende literaire tendensen, zoals de roman over een terugkeer naar het geloof door de jonge Nederlandse debutant Maarten van der Graaff.
Een onderzoeksteam van de boekenredactie bracht naar aanleiding van de CPNB Top 100 in kaart wat en hoeveel het Nederlandse publiek leest. Ook kwam de redactie met diverse primeurs over spraakmakende ontwikkelingen in de Nederlandse uitgeverswereld. Overnames, verzelfstandiging uit grote concerns en de affaire rondom het door De Bezige Bij uitgegeven pamflet van de Vlaamse columnist Dyab Abou Jahjah vormden daarin de hoogtepunten.

3 Paul Steenhuis, chef Cultuur is trots op de serie over kunstvervalsingen
De laatste jaren worden steeds meer experts en gerenommeerde veilinghuizen bij de neus genomen door kunstvervalsers. Kunst vervalsen is profijtelijk: de kunstverkoop is de afgelopen tien jaar verdubbeld tot 60 miljard euro. We besloten daarom als cultuurredactie aan de vooravond van ‘s werelds belangrijkste kunst- en antiekbeurs, de Tefaf in Maastricht, in maart een serie artikelen te publiceren over de stand van de kunstvervalsingen. Met onder meer een interview met de Amerikaanse vervalsingsontmaskeraar, ‘fakebuster’ James Martin, directeur wetenschappelijk onderzoek van veilinghuis Sotheby’s. Die had na zorgvuldige studie met moderne apparatuur ontdekt dat een in 2011 voor 10 miljoen euro geveilde Frans Hals een vervalsing was.
Het stuk over de keuring op de Tefaf, mede door handelaren die verdachte werken verkochten, werd opgepikt door The New York Times. Die publiceerde op 15 maart het stuk Shadow of Old Masters’ Forgeries Hangs Over an Art Fair, verwijzend naar NRC.
Niemand is veilig voor kunstvervalsers, bleek toen ook de auteur van het stuk, cultuurredacteur Arjen Ribbens zelf slachtoffer was geworden. Hij had een 17de eeuws bloemstilleven op een veiling in Londen gekocht voor 14.000 euro. Maar tijdens zijn research voor de artikelenreeks bleek dat ook zijn eigen oude meesterwerk vals was. In een persoonlijk stuk (Mijn 17de-eeuwse stilleven niet echt? Huh?! Is dit Bananasplit?, 15 maart 2017) toont hij hoe vervalsers te werk gaan. In de veelbekeken en -gedeelde video die we voor nrc.nl maakten, is ook te zien hoe de vervalsing ontdekt werd. Zo komt cultuurnieuws dichtbij.
4 Patricia Veldhuis, chef NRC Weekend ging het land in, want NRC is meer dan ‘Amsterdam’
Er wordt wel eens gezegd dat wij van NRC de blik te veel op Amsterdam richten. Dat we vergeten dat de meeste mensen buiten 020 wonen. In Sneek en Venlo, in Denekamp en Vlissingen. Ik snap die kritiek wel, als Arnhemse met Twentse wortels.
Daarom ben ik zo blij met verslaggevers als Bas Blokker en Jutta Chorus. In de maanden voor en na de Tweede Kamerverkiezingen zagen zij voor hun prachtige rubriek ‘De Stemming’ in de Weekendkrant bijna iedere provincie van binnen. Ze ontmoetten er meer dan 250 Nederlanders die vertelden over hun leven, zorgen en dromen.
Ze dronken gemberthee met GroenLinks-stemmers in Nijmegen, spraken bezorgde bankiers in Soest en Wilders-fans in Landgraaf, hoorden hoe weinig belangstelling er was voor politiek in Stiens en zagen hoe inwoners van Vledderveen en Elsendorp zélf hun zorg organiseerden bij gebrek aan een overheid die dat ooit voor ze deed.
Wie De Stemming elke week las, kon de uitslag van de verkiezingen in maart van dit jaar haast voorspellen. „Je kiest wat jezelf goed uitkomt”, tekenden Bas en Jutta op uit de mond van twee mbo-scholieren in Zoetermeer. Het resultaat kent u inmiddels: totale versplintering van het politieke landschap en een zeer moeizame formatie.

Hoe het CDA herrees in Hattem. Foto Bram Petreus
5 Hendrik Spiering, chef Wetenschap breekt een lans voor wetenschappelijk denken

NRC Handelsblad, 25 en 26 februari 2017
De wetenschap is tegenwoordig overal. Ook honderd jaar geleden kon je wel in de krant lezen over de relativiteitstheorie. In de stoomtrein van toen waren ook al wetenschappelijke inzichten verwerkt. Maar of toen het maatschappelijk en persoonlijk leven volledig zou stoppen als je álle wetenschap zou verwijderen? Waarschijnlijk niet.
Nu wel.
Van broekzak tot operatiekamer stapelt de wetenschap zich op. Daarom is het belangrijker dan ooit dat iedereen een basisbegrip heeft van wetenschappelijk denken.
Wat ik dit jaar daarom een belangrijk verhaal vond, was een verhaal van Lucas Brouwers over genetica. Want er is geen wereld die zo dichtbij is en zo slecht begrepen wordt als de genetica. En waarin goed begrip van wetenschappelijk denken en wetenschappelijke subtiliteit zo belangrijk is.
DNA wordt door velen als vrijwel allesbepalend voor het leven beschouwd, en erfelijkheid van eigenschappen als onvermijdelijk. Mooi niet. Een paar decennia geleden kon je dat determinisme misschien nog wel eens in de biologie beluisteren, maar nu echt niet meer. Lucas Brouwers las een boek over dergelijke oude misverstanden en ergerde zich eraan, en dat leidde tot een groot uitlegstuk over genen, uit het hart geschreven. Daarin wordt bijvoorbeeld duidelijk dat de mate van erfelijkheid helemaal niet zo vastligt, maar sterk beïnvloed wordt door de omgeving. Echt waar.
Zou dit stuk geholpen hebben? Ja, want wie dit stuk las kan erfelijkheid nooit meer op de oude manier als voorbeschikking opvatten. En rassen zijn dus ook onzin.
6 Laura Wismans, chef Leven, Lux en Het Blad over ‘NRC’s Week van de Burn-out’
Sinds februari van dit jaar is er niet alleen op zaterdag maar elke dag van de week ‘leven’ te vinden bij NRC. Er komen thema’s als opvoeden, voeding en gezondheid en duurzaam leven aan bod, in achtergrondverhalen, interviews en rubrieken. Het zijn verhalen die vaak veel losmaken bij lezers, ze zijn herkenbaar en komen dichtbij.
In september schreven we over burn-outs. De burn-out lijkt wel dé ziekte van deze tijd.
Jong en oud heeft ermee te kampen, in de media komen vaak ervaringsverhalen aan bod. In onze vijfdelige serie gingen we verder dan de ervaringsverhalen. Te beginnen met de vraag: wat is een burn-out eigenlijk, en wat is het niet? In de andere afleveringen beschreven we hoe je een geliefde die op een burn-out afstevent kunt helpen, hoe je het beste om kunt gaan met een terugkerende collega en waarom de zoektocht naar hulp zo lastig is. Redacteuren van verschillende deelredacties werkten aan de serie mee.
Ook vroegen we lezers om mee te denken over de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat minder mensen een burn-out krijgen. Ruim 500 lezers reageerden. Hun - soms tegenstrijdige - ideeën vormden een interessant sluitstuk van wat bij ons op de redactie ‘NRC’s week van de burn-out’ is gaan heten.

Burn-out lijkt veel voor te komen, maar wat is het nu eigenlijk? Illustratie Lynne Brouwer
7 Marien Jonkers, chef Studio kijkt terug op twee mooie producties van het afgelopen jaar
Een jaar waarin we nog meer dan vorig jaar producties hebben gemaakt voor zowel print als online. Ik wil er twee uitlichten.
Football-leaks: een groot aantal verhalen over de achterkant van de voetballerij (bonussen, salariëring, transfers, offshore-constructies enz). In samenwerking met meerdere Europese kranten en websites kon NRC, en dus wij als creatieve studio, meewerken en meedenken over mooie producties. Dit resulteerde (samen met het multimediateam) in een lange animatie/ explainer-video van Pepijn Barnard over het geld van onder andere Ronaldo en Mourinho, meerdere infographics online en in print, en dagelijkse online ‘sweets’ om de lezer vast te houden.
Mede door het in een vroeg stadium toevoegen van de studio aan deze verhalen, konden we hier goed mee uitpakken, twee weken lang.
De tweede productie was wederom een sportonderwerp. De Tour de France. Een van onze freelancers, Ymke Pas, kwam met het idee om alle start- en aankomstplaatsen in een grote datavisualisatie te vatten, voor de krant. Een vaste medewerker, Roos Liefting, heeft vervolgens voor het web deze data omgezet in eenzelfde soort visualisatie. Roos had net een cursus afgerond waarbij ze dit geleerd had. ‘Put practice into play’ zal ik maar zeggen.
8 Natalia Toret, chef Fotoredactie haar doel was in de aanloop naar de verkiezingen grote thema’s, klein en persoonlijk te brengen
Brainstormend over wat we in de aanloop naar de verkiezingen van 15 maart konden doen, kwamen we uit op ‘Verdeeld Nederland’. Doel was grote thema’s klein en persoonlijk te brengen zodat we de menselijke kant konden tonen van deze onderwerpen.

‘Verdeeld Nederland’. Foto’s Kees van de Veen, John van Hamond, Maurice Boyer, Rien Zilvold en Peter de Krom.
Zo trok fotograaf Ilvy Njiokiktjien voor het thema ‘Zorg’ een week in bij ‘oudere’ Jenny Schneider-van Egten om in intieme beelden te laten zien welke hulpverleners er allemaal bij haar over de vloer komen.
Fotograaf Kees van de Veen maakte voor het thema ‘Klimaat’ een ronde langs mensen, steden en landschappen om te laten zien hoe de strijd tegen het water gevoerd wordt.
Fotograaf John van Hamond trok het land in voor het thema ‘Krijgsmacht’ om te kijken welke gaten de bezuinigingen bij Defensie hebben geslagen.
Fotograaf Maurice Boyer reisde voor het thema ‘Immigratie’ mee met het gezin van vluchtelingen Mohamad en Abeer die van Heumensoord naar een woongroep voor vluchtelingen aan de Mauritskade in Amsterdam trokken.
Fotograaf Rien Zilvold sloot zich voor het thema ‘Mobiliteit’ aan bij de hersteloperatie van de Merwedebrug, en fotografeerde de werkzaamheden vanaf de brug, de wal en vanuit zijn eigen motorbootje.
De verkiezingsstrijd ging grotendeels om de ‘Nederlandse Identiteit’. Maar wie hoort bij ons en wie niet? Peter de Krom fotografeert al jaren Nederlanders die ‘normaal doen’.
Het laatste thema was ‘Krimp’. Uit de periferie van ons land trekken jongeren weg, in sommige dorpen ontbreken winkels, scholen en bussen. Fotograaf John van Hamond fotografeerde hoe de krimp hier zichtbaar is. Het zijn tijdloze beelden geworden. Daardoor overstijgen deze fotoverhalen het vluchtige, dagelijkse nieuws.

NRC Next, 27 januari 2017. Foto’s Ilvy Njiokiktjien
9 Jochen van Barschot, chef Economie over fraude bij het grootste familiebedrijf van Nederland

NRC Handelsblad, 25 en 26 februari 2017
SHV, het grootste familiebedrijf in Nederland (groothandel, energie, diervoeding), is voor journalisten bijzonder ontoegankelijk. Er zijn geen aandeelhoudersvergaderingen waar je naartoe kunt gaan, geen rondleidingen voor de pers, vragen worden zelden beantwoord. En dat terwijl dit bedrijf tienduizenden mensen in dienst heeft. Het doneert volop aan goede doelen en onderhoudt contacten met het Koninklijk Huis.
De geslotenheid van dit oude oer-Hollandse familiebedrijf was een extra reden om in de geruchten te duiken dat bij een dochteronderneming in het Midden-Oosten sprake zou zijn van jarenlange corruptie en het uitdelen van steekpenningen. Misschien zou die affaire een zeldzame blik werpen op hoe het er aan toe gaat op het hoofdkantoor in Utrecht.
Maar Dubai is ver weg. Er bestonden geen kant-en-klare onderzoeksrapporten of rechtbankstukken. En betrokkenen verbraken al bij de eerste telefonische vragen de lijn. De toedracht achterhalen vergde dus heel wat creativiteit en vooral: een lange adem. En dus trokken de journalisten Carola Houtekamer en Esther Rosenberg van deur tot deur, van villadorp tot villadorp. Langzaamaan werd duidelijk wat zich jarenlang in het Midden-Oosten had afgespeeld. Met medeweten van de Nederlandse top van SHV én van huisaccountant PWC. Na publicatie van een vervolgverhaal zag de toenmalig accountant zich genoodzaakt af te treden als toezichthouder van financieel waakhond AFM.
10 Rob Schoof, chef Sport Is trots op de reeks artikelen over de wederopstanding van Feyenoord

Peter Sagan tijdens het UCI wielergala, de officiële afsluiting van het vorige seizoen. Foto Artur Widak/Getty
De sportredactie van NRC maakte in 2017 verschillende bijzondere publicaties, waaronder een serie over seksueel misbruik en intimidatie in de sportwereld, een portret van de excentrieke wielerkampioen Peter Sagan en een aantal analyses over de vergankelijkheid, zoals de sportieve glijvlucht van de Oranje-voetballers en het verval van het Nederlandse toptennis.
Een speciale plek, zowel sportief als journalistiek, was er voor Feyenoord, dat in zes jaar tijd werd omgetoverd van een failliete boedel tot landskampioen. Redacteur Steven Verseput volgde die ontwikkeling de afgelopen jaren van nabij en zag het grootste deel van Feyenoords wedstrijden in het seizoen 2016-2017. Daarbij sprak hij in de loop van het seizoen verschillende keren langdurig met de man die bij zijn komst in 2011 een club had aangetroffen op de tiende plaats in de eredivisie, met een schuld van 43 miljoen euro: technisch directeur Martin van Geel.
Hij was een van de architecten van de revitalisatie van de club. Aan de hand van de interviews - vier uur in totaal - en de talloze bezoeken aan uit- en thuiswedstrijden maakte Verseput in de week van het landskampioenschap een indrukwekkende reconstructie over de wederopstanding van een voetbalinstituut dat jarenlang aan het infuus had gelegen. Zeker in een wereld die doorgaans zo gesloten is geeft Van Geel openhartig commentaar op de gebeurtenissen in de Kuip tussen de 10-0 nederlaag bij PSV in 2010 en de huldiging op de Coolsingel in 2017.
11 Elske Schouten, chef Buitenland kiest voor een indringende reportage vanuit een verwoest land
pagina’s hebben we volgeschreven over de oorlog in Syrië, het meest schrijnende humanitaire drama van de afgelopen jaren. We interviewden Syrische vluchtelingen in Jordanië, Turkije of ‘gewoon’ in Nederland. We schreven analyses, interviewden hulpverleners, spraken met Syriërs onder vuur. Alleen: we kwamen al jaren niet in het land zelf. Het was te gevaarlijk, en voor de gebieden die dat niet waren kregen we geen visum.
Gelukkig kwam daar begin dit jaar verandering in. Onze correspondent Gert Van Langendonck en onze columnist en Midden-Oostenkenner Carolien Roelants reisden een week door het land van Bashar al-Assad, die hard op weg is de oorlog te winnen. Het leverde een indringende reportage op van een verwoest land, dat nog nauwelijks is begonnen aan wederopbouw. Een land dat soms ontregelend normaal lijkt wanneer de dj in Damascus ‘I Will Survive’ draait. Waar Russische soldaten in West-Aleppo wodka drinken. Waar moslims van de verkeerde stroming niet terug naar huis mogen. En waar velen de gewapende oppositie meer haten dan het regime.

Leven onder Bashar al-Assad. Foto Gijsbert Hanekroot
12 René Moerland, chef Binnenland is trots op de digitale productie ‘Zo werkt de AIVD’
In de Rotterdamse haven trekt een partij chemicaliën op een schip de aandacht van de douane. Je klikt erop en voor je het weet schuift een mannetje over je scherm, langs informatie-eenheden, bureaus en de huisjurist - recht naar het hart van de inlichtingen- en veiligheidsdienst. Als je de animatie doorklikt, weet je hoe de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdienst AIVD aan terrorismebestrijding doet. De productie ’Zo werkt de AIVD’ staat voor NRC-journalistiek zoals we die graag brengen: hoogst informatief, maar ook makkelijk toegankelijk. Speels én relevant - we brachten deze productie aan de vooravond van de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, die de mogelijkheden van deze diensten om online te speuren flink uitbreidt. Er was veel maatschappelijk debat over, maar wat nu precies de concrete gevolgen waren, dat zag je pas echt goed in deze productie. Er was formidabel onderzoek aan voorafgegaan van de verslaggever, Kees Versteegh. Maar dat is niet alles. Kees Versteegh, moet u weten, is een zeer ervaren, klassiek geschoolde schrijvende journalist. En nu ontwikkelt hij zich ook nog eens tot digitale journalist - die de lezer bedient met online-producties die heel andere denkwijzen en vaardigheden vereisen.
Dat doet hij niet alleen: dit keer werkte hij samen met Harrison van der Vliet, Pepijn Barnard en Stef Tervelde. Een heuse NRC-crew. Zo vernieuwt onze binnenlandse verslaggeving: met kruisbestuiving, ervaring en vernieuwing, enthousiaste verkenning en ‘ouderwets’ gedegen onderzoek. Er gaat niets verloren - we schrijven als vanouds, zoeken nieuws uit, laten mensen in al hun kracht en kwetsbaarheid aan het woord. Maar er komt van alles bij, door de nieuwe technologische kansen. En o ja: deze AIVD-animatie blijft voorlopig relevant. Ze is in een tel online te vinden.

Zo werkt de AIVD
13 Hugo Logtenberg, chef Den Haag was onder de indruk van de reconstructie over de strijd bij de PvdA om het leiderschap
In het jaar dat de PvdA een historische nederlaag leed tijdens de Tweede Kamerverkiezingen, volgde politiek redacteur Thijs Niemantsverdriet de partij op de kop af tien jaar. Tijdens de campagne in aanloop naar de verkiezingen was hij getuige van het ‘koningsdrama’; de interne lijsttrekkersverkiezing die volgens de partij zelf een belangrijke oorzaak was van het verlies van 29 zetels.
Thijs reconstrueerde gedetailleerd hoe Lodewijk Asscher en Diederik Samsom het tegen elkaar opnamen in een leidersstrijd, een ‘broedermoord’, waar vanaf het begin onenigheid over was in de partijtop. In het verhaal komt alles samen: (over)moed, trots, interne twist, verlies.
Het resultaat, dat op 28 april 2017 in de krant verscheen, valt onder het beste wat de politieke journalistiek te bieden heeft: inzicht - in complexe gebeurtenissen en in macht - duiding en nabijheid. Politiek gaat tenslotte altijd over mensen.
Het laat bovendien de waarde zien van een redacteur die een politieke partij zo lang van zo nabij volgt. Het is naar alle betrokkenen empathisch opgeschreven, zonder de afstand te verliezen. Door de vele details heeft de lezer het gevoel dat hij er persoonlijk bij is.
Thijs schreef met overtuiging een van de beste stukken van het afgelopen jaar. Reconstructies als deze kan en mag u nog veel vaker van ons verwachten.

NRC Weekend, 29 en 30 april 2017
14 Esther Rosenberg, chef Onderzoeksgroep is trots op de productie Football Leaks

Voetbal is een volkssport, zeker. Maar het is ook een miljardenbusiness waarin steeds meer geld omgaat. Een wereld waarin handige voetbalmakelaars, advocaten en enkele topvoetballers de weg weten en buitenstaanders worden geweerd. Er was een samenwerking van zestig ervaren onderzoeksjournalisten op redacties in elf Europese landen nodig om de financiële mores in het voetbal te onthullen.
Waar komen de miljoenen voor topvoetballers vandaan en waar laten de spelers hun geld? Beïnvloeden de financiële clausules in hun contracten de wedstrijd? Hoe komen zaakwaarnemers aan de beste, jonge talenten?
Bij NRC onderzochten Hanneke Chin-A-Fo, Hugo Logtenberg en Merijn Rengers in het geheim de 18,9 miljoen documenten die via een klokkenluider in handen van onze Duitse partner Der Spiegel waren gekomen - facturen, bankrekeningen, contracten, e-mails. Waar een journalistieke zoektocht normaliter begint met een tip, verbazing of een idee voor een verhaal en de journalist op zoek gaat naar bewijzen, volgden zij een omgekeerd pad. Football Leaks begon met een ongekende hoeveelheid documenten, zonder ook maar enig contour van een verhaal.
Hun maandenlange spitwerk leverde tien onthullende verhalen in NRC op, plus tal van verhalen die alleen online werden verteld. De gevolgen zijn nog altijd voelbaar. Na politieke aandacht zijn in tal van landen justitiële onderzoeken gestart.
15 Anne-Marije Vendeville, chef Vormgeving Trump? Of tóch Hillary?

NRC Handelsblad, 9 november 2016
De voorpagina. Net als alle pagina’s in de krant altijd in ontwikkeling. Er kan zomaar iets veranderen, op het allerlaatste moment. Maar soms zijn er ook momenten dat ons designteam er al langer mee bezig is. Dan zijn er ideeën, brainstormsessies. We doen inspiratie op. Ik noem één specifieke datum dat we dat deden: 8 november 2016, de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten. Er lag een heel draaiboek klaar. In een draaiboek ga je altijd uit van verschillende situaties. Maar in dit geval was er maar één situatie helemaal uitgewerkt. Er lagen verhalen klaar, de krant werd door vormgevers al grotendeels in elkaar gezet én er lag al een opzet voor de cover. Mag u raden welk scenario bij ons was uitgewerkt…
Juist. Dat was ‘het scenario-Hillary’. De eerste vrouwelijke president. Dachten we. In de loop van de avond op 8 november werd natuurlijk al het één en ander duidelijk. Het draaiboek moest om, de cover en visuele ideeën belandden in de prullenbak.
In de nacht van 8 op 9 november begonnen we met verschillende deelredacties aan het nieuwe draaiboek voor NRC Handelsblad. In 4,5 uur tijd hebben we een prachtig informatieve, rijke krant gemaakt. Ik kan me nog steeds alle reacties herinneren, de sfeer op de krant. Maar ook de mogelijkheid om weer na te denken over een nieuwe cover. Ik kreeg carte blanche van de hoofdredactie en veel verschillende mooie opties van de fotoredactie. Uiteindelijk hebben we gekozen voor de cover die u zich hopelijk ook nog herinnert. Geen kop. Geen intro. Geen verwijzingen. Maar twee quotes. Eén van Trump aan Amerika, en één aan de wereld. Een krachtige voorpagina die niet veel meer nodig had.
De cover werd in de loop van 9 november getoond op CNN.
16 Jan Benjamin, chef Media over het dossier talking heads
‘Wie er ook wint, Den Haag rekent op een lange formatie’ kopte NRC op verkiezingsdag 15 maart 2017. Een juiste voorspelling. In de kranten en op de site van diezelfde dag bracht de mediaredactie ook de uitkomsten van langlopend onderzoek naar de relatie tussen politici en de media. We inventariseerden hoeveel aandacht kandidaat-Kamerleden kregen sinds 1 januari op tv, in print en op sociale media. Hans Beerekamp - die deze zomer stopte als tv-recensent maar wel blijft schrijven over media - telde welke politicus het meest sprak op tv. Mediaredacteur Reinier Kist onderzocht wie de meeste aandacht kreeg in kranten en op Facebook en andere platformen.
Onderzoek om trots op te zijn. We toonden dat in gezichtsbepalende rubrieken van de publieke omroep PvdA-Kamerleden vaker te zien waren dan kandidaten van andere partijen. En de omroep dus nog steeds een ‘linkse’ voorkeur lijkt te hebben. We toonden ook dat berichten over de PVV domineerden op sociale media. En dat het „mediakartel” dat Thierry Baudet (FvD) denkt te zien hem juist géén aandacht ontzegde. Hij werd vaker uitgenodigd dan politici van grotere partijen als CU en PvdD.
Ook trots mogen we zijn op onze manier van journalistiek bedrijven: van ouderwets turven van de talking heads op tv (met welomschreven definities wie we telden en wie niet) tot het gebruik van datajournalistieke software om sociale media te analyseren.

Hans Beerekamp. Illustratie Gijs Kast
17 Harrison van der Vliet, chef Multimediateam kiest voor een bijzondere multimediale productie
Noord-Korea heeft er jarenlang aan gewerkt en kan het nu: de Verenigde Staten met raketten bereiken. Mogelijk zelfs met kernraketten. Wat heeft dat voor gevolgen en wat kan het Westen doen? Hoe gaat dit conflict tot een einde komen?
Die vragen lagen ten grondslag aan wat uiteindelijk een bijzondere multimediale productie zou worden. Samen met inhoudelijke experts van binnen en buiten NRC werkten we als multimediaredactie verschillende scenario’s uit, die uiteindelijk samenkwamen in vijf verschillende video’s.
We maakten daarbij gebruik van animatie om onder meer uit te leggen hoe ver de raketten van Kim Jong-un inmiddels reiken, hoe zijn familiestructuur in elkaar zit en waar zich verschillende soorten strafkampen bevinden. We presenteerden het geheel uiteindelijk als grid dat in één oogopslag duidelijk maakt waar de verschillende scenario’s zich bevinden als we ook de vraag meewegen of interne dan wel externe druk doorslaggevend zal zijn en of het uiteindelijk tot een vreedzame, dan wel gewelddadige oplossing komt.

De lezer aan het woord
Door lezersdesk
Na de aanslagen in Londen en Manchester - niet de eerste waarmee Europa de laatste jaren te maken kreeg - ondervroeg NRC zijn lezers over de invloed die de berichtgeving daarover op hun levens heeft. De enquête leverde meer dan duizend inhoudelijke reacties op. Veel mensen zijn bang, zo blijkt. Bijvoorbeeld de lezer die schreef dat hij zichzelf er soms op betrapt dat als hij moet wachten op straat, hij wel eens tactisch achter een stoplicht gaat staan om beschermd te zijn tegen een op hem af denderende vrachtwagen.
Maar ook deze reacties kwamen binnen:
„Ik gun het de andere partij niet dat ze met hun acties mijn leven kunnen beïnvloeden.”
„Er komt meer wantrouwen in de samenleving. Kan ik die dame in haar zwarte chador nog wel vertrouwen?”
„Aanslagen maken mij bewuster van mijn eigen kwetsbaarheid en de noodzaak om niet alleen ‘voor later’ te leven.”
„Mijn leven veranderen om het gedrag van viereneenhalve ‘religieuze’ idioot? Nooit!”
Zo’n enquête is een van de manieren waarop NRC lezers steeds nadrukkelijker bij de berichtgeving probeert te betrekken, en het blijkt een waardevol instrument. Het geeft een weliswaar niet representatief, maar toch verhelderend inzicht in de vragen, opvattingen en gevoelens van grote groepen lezers. De vragenlijst leidde tot een groot artikel op onze site en in onze kranten.
We hielden zulke enquêtes dit jaar ook over onder meer het inhuren van schoonmakers (u betaalt gemiddeld 12,50 per uur, en u vraagt zich lang niet altijd af of daarover belasting wordt afgedragen), de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen (veel lezers toonden zich opgelucht over de winst van pro-Europese partijen, maar er was ook teleurstelling en zelfs wantrouwen over de uitgebleven doorbraak van de PVV) en het voorkomen van burnout („Loop es een dag de kantjes eraf. De wereld zal niet veranderen”).
Van oudsher was de brievenpagina in de krant de voornaamste plek waar u als lezer kon (terug)praten tegen de redactie, uw vragen kon stellen, uw kritiek kon spuien, of journalisten op het spoor van een goed verhaal kon zetten. Uit onderzoek onder abonnees weten we dat een belangrijk deel van de NRC-lezers erg graag inhoudelijk betrokken wil zijn bij onze journalistiek, en daar actief aan wil bijdragen.
„Minstens zo belangrijk als u zo goed mogelijk aanspreken, is met u in gesprek gaan”, schreven we dan ook in de vorige editie van dit jaarverslag. De digitale middelen die ons nu ter beschikking staan, maken het mogelijk om niet alleen tegen, maar ook mét u te praten. De lezersdesk van NRC, zo geheten omdat deze afdeling zich ten doel stelt de lezer nauwer bij de redactie te betrekken, greep die middelen dit jaar gretig aan.
Dus lieten we u op meer manieren aan het woord. Zo organiseerden we verschillende digitale vraag-en-antwoord-sessies over het nieuws. We richtten bijvoorbeeld een online loket in waar lezers onze Haagse redactie vragen konden stellen over de Tweede Kamerverkiezingen, die door onze redacteuren werden beantwoord. Na de stembusgang herhaalden we dat,nu over de kabinetsformatie.
Tienduizenden mensen volgden dit jaar een van de videochats die we op onze Facebookpagina organiseerden met onze redacteuren en correspondenten. U stelde daarin vragen aan Juurd Eijsvoogel, die vanuit Berlijn de Duitse verkiezingen volgde, u chatte samen met Steven Derix, onze correspondent in Moskou, met activisten van de Russische oppositie, u ondervroeg Melle Garschagen in Londen over de Brexitplannen van Theresa May en liet u door Wouter van Noort een inkijkje gunnen in het World Economic Forum in Davos.
En juist in de tijd waarin veel nieuwsmedia de reactiemogelijkheden op hun sites afsluiten uit onvrede en moedeloosheid over het niveau van de discussie, gaat NRC dit jaar experimenteren met de opening van reacties op de site. U krijgt dan als abonnee de mogelijkheid om onder een - in eerste instantie beperkt - aantal artikelen op nrc.nl uw mening achter te laten, vragen te stellen, informatie bij te dragen en met andere lezers in debat te gaan.
Wij geloven namelijk in de waarde van goed gemodereerde discussies tussen lezers, redacteuren en experts. Eerder deden we daarmee al op beperkte schaal ervaring op bij het blog van klimaatredacteur Paul Luttikhuis, waar ondanks het polariserende onderwerp waardevolle inhoudelijke discussies worden gevoerd.
Tot slot is er dan weer een nog wat basalere vorm van terugpraten: de vele e-mails die lezers de redactie toesturen met reacties op artikelen, vragen, correcties en soms een compliment. In het verleden raakten die nog wel eens tussen wal en schip: ze belandden bij de verkeerde persoon of bleven onbeantwoord.
Daar hebben we dit jaar een einde aan gemaakt. Alle e-mail van lezers komt binnen op een centrale plek, waarna erop wordt toegezien dat fouten worden rechtgezet en de lezer een antwoord ontvangt.
Een gedicht dat Rudy Kousbroek in 1994 op de Kinderpagina van NRC Handelsblad schreef, kreeg zo dankzij een mail van een oplettende lezer na 23 jaar eindelijk zijn laatste regels terug, die op de site waren weggevallen:
Ja, het waren Amoerpanters
Fraai gevlekt en fier en stoer
En zij kenden van de wereld
Slechts de bedding der Amoer.
We danken onze kritische lezers voor hun waardevolle bijdragen aan NRC-journalistiek, en hopen ook het komende jaar weer heel veel van u te horen.
Lezersdesk,
Wieland van Dijk, Jolanda van de Beld, Jisca Cohen, Annemarie Sterk, Matthijs Valent en Luuk Willekens
De waarheid is belangrijker dan ooit - ‘opinies’ zijn lifestyle geworden
Door ombudsman Sjoerd de Jong
Terug van weggeweest: de feiten. Althans, sinds de zege van Trump is het fake news en factcheck wat de klok slaat in de journalistiek. Volgens de Amerikaanse president grossieren de „falende media” in het eerste, volgens die media is het precies omgekeerd en schiften zij de feiten uit de overdrijvingen en verzinsels. The New York Times maakt nu reclame voor zichzelf met de leus The Truth is more important now than ever. Niet gering, en ook niet erg bescheiden. Maar het werkt: in jaar 1 na Trump boekt de krant al maanden een oplagestijging.
Ook in Nederland hebben media, kranten voorop, zich met hernieuwd elan gestort op factchecks - NRC deed het live tijdens de verkiezingsdebatten voor de Tweede Kamer - en werpen ze zich op als hoeders van de waarheid. Om met de fenomenoloog Husserl te spreken, die graag werd aangehaald door H.J.A. Hofland: zu den Sachen selbst! Of de filosoof uit Freiburg daarmee iets als factchecks bedoelde, laat ik voor het gemak in het midden.

Illustratie RGvT
Dat hernieuwde accent op de harde feiten, en de feitelijke betrouwbaarheid van kranten, is een trendbreuk. Jarenlang mikten kranten in Nederland eerder op verbreding: katernen over alle aspecten van het leven, aandacht voor ‘heel de mens’, een complete dagschotel die niet alleen moest informeren maar ook amuseren, inspireren en ontroeren. Elke dag een lach en een traan.
En natuurlijk: opiniëren. Want geen genre rukte in Nederlandse kranten sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw zo snel op als de persoonlijke column. Ooit voorbehouden aan een keurkorps van pijprokende notabelen, werd het ‘stukje met een foto’ de democratische speeltuin van stilistisch begaafde journalisten, juristen, pedagogen, economen, dichters en denkers. Het leidde tot de vaak gehoorde klacht dat er „alleen nog meningen” in de krant staan; een bewering die volgens de regels van de fact check overigens onwaar zou zijn.
Ook bij NRC schoot het aantal columnisten de hemel in, ondanks bezweringen van opeenvolgende hoofdredacteuren dat het wel wat minder kon. Momenteel staat de teller op ruim veertig; wie rubrieken meetelt (persoonlijke stukjes die standaard over één onderwerp gaan, zoals techniek of autosport) komt nog een stuk hoger uit, bijna op het dubbele.
Wat moeten al die columnisten met hun meningen, nu Het Feit weer heer en meester is? Het is er voor hen niet eenvoudiger op geworden.
Daar komt nog iets bij. Sinds de stormachtige, bijna messianistische loopbaan van Pim Fortuyn, inmiddels alweer vijftien jaar geleden, is het opinieklimaat in Nederland radicaal veranderd van toon én karakter. Het debat, of het nu gaat om kindervriend Zwarte Piet, de islam of genderneutrale toiletten, is hard en onverbiddelijk, de inhoud intussen nog ideologischer dan in de gepolariseerde jaren zeventig, toen links en rechts elkaar in de haren vlogen als langharig tuig respectievelijk kortzichtig klootjesvolk.
Net als toen botsen vandaag de dag geen meningen, maar wereldbeelden: wie anno 2017 bovengemiddeld kritisch over de islam is, is waarschijnlijk ook een klimaatscepticus, anti-EU, pro-Poetin of Trump - en vice versa. Opinies zijn lifestyle geworden, een samenhangend pakket labels. Tegelijk zijn de posities daardoor des te onwrikbaar en tegenstellingen onverzoenlijk: wie er anders over denkt is geen opponent, die met kracht van argumenten moet worden overtuigd, maar een vijand die moet worden verpletterd. In de meest extreme schuttersputjes is het doel dan ook tegenstanders ‘omver te trekken’, dus uit te schakelen. Dat gebeurt met allerhande agitprop-middelen, inclusief naming and shaming en klagen bij de werkgever van de vijand.
NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch zei in een interview met het AD naar aanleiding van zijn boek over Nederland en België; dit over het verschil in toonhoogte en nuance tussen debatten hier en in zijn geboorteland: : „België is erotiek, Nederland is harde porno.” Hij miste de „tinten grijs”.
Je kunt het ook zo zeggen: ooit was Israël-Palestina, als gepolariseerde kwestie, een uitzondering; tegenwoordig is élk debat Israël-Palestina.

Illustratie Sjoerd de Jong
Wat moet een krant dan nog met columnisten in zo’n gepolariseerde tijd, waar standpunten en meningen niet op zichzelf staan, maar onmiddellijk worden opgevat als een teken van goede of kwade trouw, oikofobie of -filie, of zelfs als bewijs van racisme of landverraad? Tegelijkertijd willen media natuurlijk de boot niet missen, en dus meedoen. Risico: columnisten worden, al naar gelang de dagkoersen van het maatschappelijk ‘debat’, poppetjes in de etalage, die moeten tonen dat het medium bij de tijd is, maar die ook pijlsnel kunnen worden vervangen als er te veel tomaten tegen de ruit gaan.
Het treurige lot van Hanina Ajarai is een voorbeeld van die ‘commodificatie’ van de columnist. Ajarai, ex-redacteur van nrc.next, werd als columnist bij het Algemeen Dagblad aangetrokken; een opvallende en gedurfde keus; Ajarai had geen ervaring als columnist én draagt een hoofddoek. Dat stuitte op gemor van sommige lezers, maar ze sloeg zich er dapper doorheen. Totdat ze noteerde dat de ramp van MH17 haar, tot haar eigen verbazing, niets deed maar de ziekte van de jonge voetballer ‘Appie’ Nouri wél (overigens noteerde ze ook haar gebrek aan emotie bij grote aanslagen op moslims in het buitenland).
De nationale woede die vervolgens opstak, kostte haar de column, nadat de hoofdredactie en de redactieraad van het AD al hun afkeuring over de column hadden uitgesproken. De columniste als kanonnenvoer.
Ook NRC heeft dit jaar nieuwe columnisten aangetrokken, met het expliciete oogmerk het palet aan meningen in de krant te vergroten. Met Clarice Gargard en Haroon Sheikh is de Opiniepagina een stuk diverser geworden. En er trad zowaar een rechtse columnist aan. Althans, Joshua Livestro geldt als ‘beschaafd rechts’ vergeleken met wat hij zelf noemt ‘paranoïde rechts’, dat overal complotten ziet van een tot op het bot corrupte elite.
Dat juich ik toe, want de lezers die klaagden over de eenvormigheid van de columnisten hadden een punt, vond ik. Vooral over de culturele kwesties waar het in de Nederlandse openbare mening steeds meer om draait: islam, integratie, multiculturalisme en identiteit.
Grotere diversiteit is één ding, maar wat moeten columnisten eigenlijk dóen? Wat kunnen zij aandragen in oververhitte tijden? Een mening heeft iedereen al. Intussen bonken ‘de feiten’ steeds harder op de deur. Ik zou zeggen dat columnisten in elk geval iets oneigentijds kunnen veroorzaken: gebrek aan herkenning. Dat klinkt misschien vreemd, want lees je columns niet juist omwille van de stevige mening, een waarin je je herkent of waaraan je je fijn kunt ergeren (ook een vorm van herkenning)?
Nee, want dat is het gevaar van de bubbel: alleen nog maar tegenkomen en lezen wat je zelf toch al vindt of waar je altijd al een hekel aan hebt gehad. Het is de zelfbevestigende cultuur die je tegenkomt op Twitter, waar fans van een columnist hun instemming uitdrukken met drie letters en een uitroepteken: “BAM!” of “DIT!”. Soms gevolgd door: „[naam van columnist] nails it!!”.
Het uitroepteken is de honkbalknuppel van het debat, zoals eerdergenoemde H.J.A. Hofland eens moet hebben opgemerkt.
Juist in zo’n tijd zouden columnisten de schok van het vreemde moeten kunnen teweegbrengen - niet in de zin van ‘exotisch’, maar in die van ‘had ik niet bedacht’, ‘nooit zo bekeken’, of ‘ja, zo kun je het ook zien’. Of natuurlijk, en dan komen opeens ook die feiten weer in zicht: ‘aha, dat wist ik niet’ - de ultieme, bescheiden maar veelzeggende bottom line van een goede column.
Met andere woorden: van columnisten hoop je argumenten, redeneringen en gezichtspunten te krijgen die je niet zelf al hebt bedacht. Andere ervaringen en perspectieven. Bronnen die onvoldoende aan bod zijn gekomen. Rapporten die in een la liggen te schimmelen, inzichten uit onderbenutte archieven of studies, waar journalisten geen tijd voor hebben. De grotere variatie columnisten in NRC kan daar op allerlei manieren aan bijdragen.
Columnisten zijn anno 2017 misschien geen onaantastbare schrijvende goden meer die het dertig jaar volhouden; maar ze zijn wél broodnodige wegwijzers in de dagelijkse slag om inzicht, duiding en verdieping. Mits kranten accepteren dat ze meer zijn dan poppetjes in de etalage - inclusief die grijstinten.
Sjoerd de Jong, ombudsman@nrc.nl

Colofon
Redactie
Marcella Breedeveld
Stijn Bronzwaer
Egbert Kalse
Peter Vandermeersch
Wieland van Dijk
Sjoerd de Jong
Eindredactie
Japke-d. Bouma
Ward op den Brouw
Infographics
Studio NRC
Vormgeving
Tom Wientjes en Lars Zuidweg print
Koen Smeets online
Coördinatie
Tessa Franssen