‘Discriminatie van data op internet mag nu’

Interview Paddy Leerssen Het intrekken door de Amerikaanse overheid van netneutraliteit houdt risico’s in voor de samenleving, zegt onderzoeker Leerssen.

Amerikaanse demonstranten houden borden met boze emoji's op bij een bijeenkomst tegen netneutraliteit.
Amerikaanse demonstranten houden borden met boze emoji's op bij een bijeenkomst tegen netneutraliteit. Foto Scott Eisen/Bloomberg

De geschiedenis van internet is nog kort. Maar het besluit tot opheffen van de netneutraliteit dat de Amerikaanse telecomautoriteit, de Federal Communications Commission (FCC) donderdag naar verwachting neemt, zal in die geschiedenis waarschijnlijk een keerpunt betekenen. Dat vindt de Nederlandse mediajurist Paddy Leerssen, dit jaar ‘Open Internet Fellow’ aan het Center for Internet and Society aan de Stanford Universiteit in Californië.

„Dit is radicaal” zegt hij aan de telefoon vanuit de VS. „De regels voor netneutraliteit werden in hun huidige vorm vastgelegd onder president Barack Obama in 2015. Maar al tien jaar eerder, in de Bush-jaren was er al enig beleid om netneutraliteit te bevorderen. Doordat de FCC nu vrijwel alle regels van tafel veegt, wordt discriminatie van data mogelijk gemaakt.”

Met het besluit laat de vijfkoppige commissie van de telecomautoriteit, waarin Republikeinen sinds de benoeming van voorzitter Ajit Pai door president Donald Trump de meerderheid vormen, de machtsbalans op internet van de techbedrijven als Google en Facebook omslaan naar telecomproviders als AT&T, Comcast en Verizon. Deze providers mogen er voortaan voor kiezen netverkeer, al dan niet tegen betaling, voorrang te geven, en andere content, bijvoorbeeld die van een concurrent, juist te vertragen of zelfs te blokkeren.

Lees ook: Tweedeling van internet dreigt in de VS

Volgens Ajit Pai, die eerder als jurist bij Verizon werkte, maakt zijn voorstel een einde aan het ‘micromanagement’ door de overheid van de telecomproviders, die nu beter kunnen investeren en concurreren. Toezicht op hun handelen wordt verplaatst naar de Federal Trade Commission, een instantie die voornamelijk aan consumentenbescherming doet en toezicht houdt op mededinging. „Alleen de meest elementaire bescherming, zoals dat providers de klant voorlichten en hem niet bedriegen, blijft daarmee overeind”, zegt Leerssen.

Wat worden na donderdag de grootste verschillen tussen het Amerikaanse internet en dat in Europa?

„In Europa mogen telecomaanbieders websites niet blokkeren. Ze mogen videostreaming of diensten niet vertragen. Er is ook een verbod op het versnellen van data tegen extra vergoeding. Al die kwaliteitsregels gaan in de VS nu van tafel.”

Het besluit, dat al enige tijd op stapel staat, leidde afgelopen weken in de VS tot een felle meningenstrijd – zeker digitaal. Maar liefst 23 miljoen reacties kwamen er op de site van de FCC binnen. Het gevecht werd overigens deels geautomatiseerd gevoerd – actiegroepen voor open internet vergemakkelijkten verzet tegen het besluit door kant- en-klare reacties te verschaffen. Commissievoorzitter Ajit Pai omschreef de weerstand tegen zijn voorstel als ‘hysterisch’ en ‘absurd’. Hij en zijn vrouw ontvingen dreigtelefoontjes van tegenstanders.

Wat zijn de gevolgen van dit besluit voor de Amerikaanse samenleving?

„De diversiteit van internet komt onder druk te staan. Internetproviders zullen geld gaan vragen voor de snellere doorgifte van bepaalde diensten. Dit maakt het voor nieuwe platforms, alternatieve media en niet-commerciële partijen moeilijker om ertussen te komen, en dus om een groot publiek te veroveren. Neem een platform als Wikipedia, waarvan miljoenen mensen gebruik maken en waaraan tallozen bijdragen, maar waarin niet veel geld omgaat. Zoiets kan in de verdrukking komen.”

Kan behalve de economische levensvatbaarheid ook de inhoud een rol spelen bij het vertragen of blokkeren van een website of dienst door een provider?

„Censuur en zelfcensuur zijn zeker ook een zorg. Dat websites of diensten omwille van inhoud vertraagd kunnen gaan worden. Zeker onder deze regering, en onder deze president, staat er enorm veel druk op de media. Als netneutraliteit verdwijnt, wordt het voor providers makkelijker om met vertragen van onwelgevallige media de belangen te dienen van – bijvoorbeeld – een regering.”

Activisten zeggen dat maatschappelijk verzet dat via hashtags ontstaat zoals Black Lives Matter of recenter de MeToo-beweging nu moeilijker wordt. Klopt dat?

„Het blokkeren van een hashtag is technisch niet mogelijk, dus letterlijk genomen klopt dit niet. Het blokkeren van websites zou daarbij nu enorme publieke ophef veroorzaken. Maar doordat het verbod op blokkeren uit economische motieven is opgeheven, zal die norm eroderen.”

Tijdens de verkiezingscampagne van 2016 bleek duidelijk dat Democraten en Republikeinen in hun eigen mediabubbels leven. Versterkt dit besluit die scheiding of juist niet?

„Het is juist zo opmerkelijk dat Amerikanen het goeddeels eens zijn over het feit dat het opheffen van netneutraliteit een slecht idee is. Uit peilingen blijkt steevast dat niet alleen Democraten, maar ook Republikeinen het er niet mee eens zijn. De Republikeinse partijtop wil de concurrentie tussen telecomproviders stimuleren. Maar opmerkelijk genoeg zijn het juist hun kiezers, de slecht verdienende Republikeinen van het platteland, die nu vaak geen keuze hebben omdat er in afgelegen streken vaak maar één aanbieder is. Als die voor snelle doorgifte meer geld zal gaan vragen, gaan zij erop achteruit. Dit zal de tweedeling in geïnformeerdheid versterken.”

Krijgt Europa last van deze Amerikaanse beslissing?

„Alleen indirect. Wij plukken nu de vruchten van de vernieuwing en de ideeën op de Amerikaanse media- en entertainmentmarkt. En die zullen verschralen. En ook voor Europeanen zal het moeilijker worden om op de Amerikaanse markt van media en entertainment terrein te veroveren.”