Bijziendheid dreigt de komende decennia vele tienduizenden Nederlanders blind te maken, doordat kinderen te weinig buiten spelen en te veel dichtbij kijken op schermen of in boeken. Ouders en overheid kunnen deze toename van blindheid alleen voorkomen met drastische maatregelen. Zo moeten scholen hun leerlingen ten minste een uur per dag naar buiten laten gaan om hun ogen te sparen.
Dit zegt Caroline Klaver, hoogleraar oogheelkunde aan het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum, in NRC. Klaver werkt met vakgenoten aan een „waarschuwingsdocument” voor zorgverleners met aanbevelingen voor de bestrijding van bijziendheid. Daarin staat de 20-20-2-regel: kinderen moeten het dichtbij kijken steeds na 20 minuten onderbreken voor een pauze van 20 seconden en moeten ook dagelijks 2 uur buiten spelen. Bij kinderen die al bijziend zijn, moeten oogartsen de verslechtering van de ogen remmen met druppels en lenzen.
Bijziendheid is volgens Klaver op weg „de grootste oorzaak van blindheid in Nederland te worden”. Nederland ziet namelijk al decennia een gestage groei van het aantal mensen met myopie, zoals bijziendheid officieel heet. Een deel van de bijzienden krijgt echt slechte ogen (min 6 of erger); van deze hoogbijzienden wordt een op de drie vóór het pensioen slechtziend aan beide ogen.
Myopie geldt in Oost-Azië al langer als een groot probleem. Daar is in de grote steden ruim 90 procent van de twintigers bijziend. In Europa is nu de helft van de twintigers bijziend, tegen 30 procent in 1980. Dat betekent dat er in Nederland nu ongeveer een miljoen bijziende twintigers zijn.
„Ik verwacht niet dat myopie in Europa net zo ernstig wordt als in Oost-Azië, maar aan de andere kant denk ik ook dat de piek hier nog niet is bereikt”, mailt Chris Hammond, hoogleraar oogheelkunde aan King’s College in Londen.
Piek in 2020
De Australische hoogleraar Padmaja Sankaridurg, die bij het ooginstituut Brien Holden Vision in Sydney verantwoordelijk is voor de mondiale bestrijding van myopie, verwacht de piek in 2020. „Dan is ongeveer de helft van de hele Europese bevolking bijziend, tegen 20 procent in het jaar 2000.”
Van oudsher is bijziendheid een kwaal van kinderen van hoogopgeleide ouders, doordat ze veel lezen. Uit recent onderzoek van Klaver onder zesjarigen blijkt dat tegenwoordig kinderen van laagopgeleide ouders vaker bijziend zijn: „Zij komen minder vaak buiten.”
Sankaridurg herkent dit beeld uit haar onderzoek in India, waar bijziendheid meer voorkomt op scholen voor arme kinderen: „We denken dat dit komt door het slechte licht in deze scholen en het gebrek aan outdoor time daar.” Buiten is de hoeveelheid licht al gauw dertig keer zo groot als binnen. „En (dag)licht in het oog biedt bescherming tegen het ontstaan van bijziendheid”, zegt Hammond, die er net als Klaver voor pleit om kinderen veel buiten te laten zijn.
Bij enkele honderden kinderen die al bijziend zijn, remt het Erasmus MC de verslechtering met oogdruppels en speciale lenzen. Dat zou overal in Nederland en Europa navolging moeten krijgen, vindt Klaver.
Hammond is het daarmee eens: „Het is verstandig vroeg in te grijpen om hoogbijziendheid te voorkomen.” Bij volwassenen valt namelijk nauwelijks iets te doen aan blindheid-door-bijziendheid.
Van degenen die nu bijziend zijn, wordt een deel onherroepelijk blind. „In 2050 zijn er 7,9 miljoen ouderen, van wie er 473.000 hoogbijziend zullen zijn. Dat betekent 157.000 mensen die aan beide ogen slechtziend zijn geworden door hoge myopie”, zegt Klaver, die dit heeft berekend met haar onderzoeksgroep.
„Ter vergelijking: we hebben ook uitgerekend dat er in 2040 135.000 ouderen zijn met een late vorm van maculadegeneratie.” Deze aandoening is nu de belangrijkste oorzaak van blindheid – maar binnenkort dus niet meer.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/12/data21165674-1c3797.jpg)