De Tweede Kamer had deze openbaarmaking geëist zodat buitenstaanders kunnen controleren wat er eigenlijk is gebeurd met de 100 miljoen euro die het Rijk betaalde voordat de bouw van de landelijke basisregistratie deze zomer werd stopgezet. Het idee was ook dat de publieke investering hiermee niet voor niets zou zijn.
In reactie op vragen van NRC erkent de staatssecretaris via een woordvoerder dat een „aanzienlijk deel” van de software en de bijbehorende documentatie zijn achtergehouden. Volgens Knops is wat wel is vrijgegeven „conform toezegging aan de Kamer”.
De staatssecretaris schreef vorige week in een Kamerbrief „de meest recente versie” van de software te hebben gepubliceerd. Daarbij meldde hij niets over het ontbreken van een aanzienlijk deel ervan.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/12/poging12.jpg)
Wat er nu gepubliceerd is, maakt controle noch hergebruik mogelijk, zo zeggen nauw bij het project betrokken bronnen. Zo kan de software niet eens worden geïnstalleerd of opgestart, en ontbreekt alle software die ‘migratie’ van het oude naar het nieuwe systeem mogelijk maakt.
Door met erfenis
Aan NRC meldt Knops nu dat de openbaarmaking niet tot doel had een „herstart” van de bouw van de landelijke registratie mogelijk te maken. Maar in de Kamerbrief waarin hij de openbaarmaking aankondigde, meldde hij drie keer dat deze tot doel heeft hergebruik van de software te vergroten.
Grote delen van software zijn weggelaten omdat ze te veel technische informatie blootgeven over de systemen waarop de huidige en nieuwe registratie werken, aldus Knops. Daarnaast is veel code weggelaten omdat deze volgens Knops persoonsgegevens zouden bevatten die gebruikt zijn bij het testen. Hoewel deze persoonsgegevens door de bouwers van de software gefingeerd waren, „kan niet worden uitgesloten dat ze ook in werkelijkheid voor kunnen komen”, zo meldt Knops.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten onderzoekt sinds augustus of gemeenten met eigen geld een basisregister kunnen bouwen met de erfenis van het project.