Zonder concrete en snelle toezegging van het Verenigd Koninkrijk dat de Britten er alles aan zullen doen de Noord-Ierse grens onzichtbaar te houden, zal Ierland niet accepteren dat de Brexitonderhandelingen naar de volgende fase gaan. Dat zegt de Ierse minister van Buitenlandse Zaken Simon Coveney in een interview met buitenlandse journalisten in Belfast. De huidige vage belofte volstaat niet „Dat is als accepteren dat iemand een cheque op de post doet om je te betalen. Dan springen wij in een zwart gat”, zegt Coveney. „Wij verwachten niet dat de Britten met een uitgewerkte totaaloplossing komen. Wel vragen wij dat zij een ontwerp presenteren.”
De Britten hebben drie weken om de anderen ervan te overtuigen dat voldoende voortgang geboekt is om de Brexitonderhandelingen breder te trekken. In de volgende fase willen de Britten met de EU praten over een toekomstige handelsrelatie na uittreding in maart 2019. Op een top begin december moeten de overige 27 EU-lidstaten besluiten of er inderdaad voldoende voortgang is op enkele cruciale onderwerpen, zoals nakoming van Britse financiële verplichtingen en de toekomst van de Ierse grens.
De Ieren voeren nu de druk maximaal op, deels omdat ze bang zijn dat hun zorgen in de tweede fase van de onderhandelingen ondergesneeuwd raken. De verwachting is dat EU-lidstaten dan bezorgder zijn om (economische) deelbelangen. Coveney zegt dat er in deze fase een grote mate van Europese solidariteit is. „Zal Ierland een veto uitspreken? Dat voorzie ik niet. Een Finse minister heeft de grens bezocht. Een Letse minister is in Dublin geweest. Ik heb geen telefoontjes gekregen dat wij onze hand overspelen. De zorgen van kleine landen worden in de EU serieus genomen. Dat is iets wat de Britten vaak niet begrijpen aan de EU.”
De grote vrees in het grensgebied is dat als het Verenigd Koninkrijk na de Brexit uit de douane-unie en de interne markt stapt, er opnieuw grenscontroles verrijzen. Die kunnen de economische banden verstoren, het moeilijker maken voor families om dagelijks meerdere malen heen en weer te gaan en uiteindelijk de vrede en stabiliteit in Noord-Ierland bedreigen. Coveney: „Normalisering in Noord-Ierland was geen toeval. Vrij verkeer van personen, grensoverschrijdende handel en economische bedrijvigheid speelden een cruciale rol”.
De Ieren betogen dat het Verenigd Koninkrijk een verdragsrechtelijke plicht heeft: de mogelijkheid voor bewoners om zich vrij over de grens te bewegen, te vestigen en handel te drijven, wordt beschermd door het Goede Vrijdagakkoord uit 1998 dat een einde maakte aan de Troubles. Coveney: „Het Goede Vrijdagakkoord is een internationaal verdrag. De verplichtingen zijn bindend.”
Hoe kunnen de Britten een grens vermijden?
„Wij hebben een sterke voorkeur dat het Verenigd Koninkrijk als geheel onderdeel blijft van de douane-unie. Ik denk dat het een fantasie is dat de Britten uit de douane-unie stappen, en dan wel een frictieloze toegang tot de interne markt hebben, maar ook met de rest van de wereld gunstige vrijhandelsakkoorden kunnen sluiten. Dat is onverenigbaar in de EU, waar wetten en regels heilig zijn.”
En als de Britten de douane-unie toch verlaten?
„Dan moeten ze op zoek naar een unieke oplossing. Noord-Ierland is niet hetzelfde als de rest van het Verenigd Koninkrijk. Het moet voor Noord-Ierland mogelijk zijn om na de Brexit, als niet EU-lid, onderdeel te blijven van de douane-unie en de interne markt. Dat is geen gemakkelijke discussie. Drijft Noord-Ierland dan af van de rest van het Verenigd Koninkrijk? Wat betekent dat voor unionisten (de politieke stroming van overwegend protestanten die bovenal Noord-Ierland als onlosmakelijk onderdeel van het VK zien, red.)?”
Dus: een douanegrens in de Ierse zee?
„Dat soort oplossingen is niet nieuw. China verdedigt op assertieve wijze de landsgrenzen, maar accepteert dat Hongkong een ander handelsregime hanteert. Ironisch genoeg is de oplossing in Hongkong door de Britten overeengekomen.”
Hoe groot is de kans dat de EU in december oordeelt dat de Brexitgesprekken verder kunnen?
„Dat is aan de Britten. Zij moeten bewegen, ook al kampt May met politieke uitdagingen. Achttien maanden na het referendum is er nog steeds geen Britse minister die kan schetsen hoe het Verenigd Koninkrijk er na de Brexit uit zal zien. De regering is verdeeld. Ik snap die problemen. De Ierse regering zal echter niet toestaan dat een vredesproces op ons eigen eiland ondermijnd wordt.”
Maakt Brexit de kans op Ierse hereniging groter?
„Zelf zie ik Ierland graag herenigd. Daar is echter een afgesproken procedure voor, via de voorschriften van Goede Vrijdag. De wens voor hereniging en de uitdagingen van de Brexit dienen strikt gescheiden gehouden te worden. Ik wil dat op het eiland na de Brexit een set regels blijft gelden voor de landbouw. Dat is goed voor zowel nationalistische [voorstanders van hereniging, red.] als unionistische boeren. Het is nu nodig dat nationalistische en unionistische politieke leiders pragmatisch zijn. Beide stromingen zijn onderdeel van de, soms pijnlijke, Ierse geschiedenis en identiteit.”