Het zou toch niet echt? Dinsdagmiddag verscheen een stuk op de site van De Volkskrant: ‘Texel vraagt zich na lugubere vondst af: is schedel van de al 30 jaar vermiste Piet Beentjes?’ Een vraagteken in de kop – dan weet je meestal wel hoe laat het is. Of toch? Bij de kerk van De Waal op Texel werd in september een kistje gevonden met botten en een ingeslagen schedel.
Op het eiland wordt al sinds 1987 Piet Beentjes vermist – het is de zaak waarover Jaap van Hoewijk de prachtige documentaire Piet is weg maakte, die dinsdagavond door KRO-NRCV werd uitgezonden. Piet blijft weg: aan het eind van het krantenartikel wordt duidelijk dat de schedel in het kistje waarschijnlijk veel ouder is dan dertig jaar.
Plotseling opflakkerende hoop, maanden, jaren, decennia na dato – dat zit diep in de ervaring van de achterblijver bij een vermissing. Toos Beentjes, de zus van Piet, vertelt in de film hoe zij en haar moeder steeds opschrokken van de telefoon of de bel. Maar het verhaal in Piet is weg is anders dan veel vermissingsverhalen. Eigenlijk is er niet naar Piet gezocht. Niet door de politie in elk geval.
Wat Van Hoewijk vertelt klinkt als een korte roman: Piet Beentjes was een vriendelijke, homoseksuele man van 27 die in april 1987 vanuit Den Helder, waar hij sinds kort woonde, de boot naar Texel nam. Bij het aanleggen liep hij niet gewoon van de boot, maar klom hij er aan de zijkant af, over het barghout de wal op. Daar liep hij gehaast weg: in een bermuda, met een zonnebril en op sportschoenen. Later werd hij door een restauranthouder gevonden op een parkeerplaats: nat, bang en in de war. Hij vertelde door mannen achtervolgd te zijn. Hij kreeg een lift naar een kruispunt verderop.
Die nacht kwam een Texels homostel om half drie thuis. In hun keuken stond een insluiper een ei te bakken voor bij de nasi die hij juist had opgewarmd. Zijn kleren zaten in de wasmachine. Ze hadden de jongen nog nooit van hun leven gezien, zeiden ze later. Maar hij was te aardig om zomaar buiten de deur te zetten. Na anderhalf uur moest hij weg.
Daarna is nooit meer iets van Piet Beentjes vernomen.
Als je de geschiedenis in gedachten verplaatst naar deze tijd, zie je amber alerts, gps-gegevens, dna-sporen, bewakingscamera’s en andere spoorzoekerij. Dertig jaar geleden ging dat heel anders. Sneller ook. Toen de politie op Texel hoorde dat de vader van Piet in 1975 zelfmoord had gepleegd, legde men de puzzel in een vloek en een zucht. Voor 99% zeker zelfmoord: „Die spoelt wel weer aan.”
Van Hoewijk laat zien dat de puzzel er nog wel degelijk is. Want wat zocht Piet op Texel? Hoe toevallig is het dat hij juist het huis van een homostel insloop en zich daar zo op zijn gemak voelde? Kenden ze hem werkelijk niet? Dan is er ook nog de roman. Ja, het verhaal klinkt niet alleen als een roman, het staat ook deels in een roman. De plot van Lichtjaar van Arnout ter Haar vertoont overeenkomsten met het verhaal van Piet Beentjes. De auteur zei het helemaal verzonnen te hebben.
Tijden veranderen en publiciteit weegt zwaar. Dertig jaar na dato heeft de politie twee rechercheurs op de cold case gezet. Jaap van Hoewijk filmde deze week naar aanleiding van de vondst van het kistje botten een nieuwe slotscène aan zijn film. Die is alleen te zien op de site 2doc.nl: in het uitzendschema op tv pasten die 110 extra seconden niet. Er was trouwens ook geen tijd om de tv-kijkers even door te verwijzen, trouwens. Suf hoor.
Maar de film hebben we. Van Hoewijk heeft Piet Beentjes schitterend verdwenen vereeuwigd. Piet is iets minder weg.