Mag een peuter achter de tablet?

Serie kinderen en mediagebruik – deel 2 Weinig ouders lijken moeite te hebben om hun baby’s en peuters voor een beeldscherm te zetten. Even de handen vrij. Is dat schadelijk? Vooral als het andere activiteiten verdringt.

Foto David Galjaard

Ze ziet het als een sport om haar zoon van 3 jaar oud géén tablet uit gemakszucht te geven. Andere ouders zag ze het doen, in de IKEA of in de kledingwinkel. Marija Scheeve (36) snapt het ook wel. „In de IKEA wil je geen kind aan je been. Een tablet kan je laatste redmiddel zijn. Maar kinderen moeten leren dat dingen soms saai zijn, dat je soms even moet wachten.”

Weinig ouders lijken moeite te hebben om hun baby’s en peuters voor een scherm te zetten. De leeftijd waarop kinderen media gaan gebruiken daalt al decennia lang, schrijft hoogleraar Patti Valkenburg in haar boek Schermgaande Jeugd (2014). Lag deze in 1971 nog op 4 jaar, in 2017 raken kinderen al met vier maanden voor het eerst een scherm aan. Kinderen van twee jaar kijken al ongeveer een uur per dag naar een scherm. Vijf- en zesjarigen al drie uur, blijkt uit het onderzoek Iene Miene Media van Mediawijzer.net.

Tablets zijn voor peuters enorm aantrekkelijk. Brits onderzoek uit 2015 toonde aan dat kinderen vanaf ongeveer twee jaar kunnen swipen, een toestel kunnen ontgrendelen en specifieke apps kunnen openen. Een muis bedienen lukt vaak nog niet, maar de swipe-beweging is voor baby’s heel natuurlijk. Het helpt ook dat een tablet op armlengte wordt gebruikt, omdat het gezichtsvermogen van de allerjongsten nog niet volledig is ontwikkeld.

Een 39-jarige vader uit Emmen, die net als bijna zeshonderd anderen de enquête over mediaopvoeding van NRC invulde, gebruikt de iPad bij de zindelijkheidstraining. „Als mijn zoon van drie heeft gepoept, mag hij tien minuten op de iPad.” De zoon van vijf jaar moet voor dezelfde beloning ook zijn billen afvegen. „Als we koken en ze zijn onrustig, dan mogen ze tv kijken.”

Kinderen uit gemak voor de tv zetten. Een filmpje opzetten om kinderen rustig te krijgen. Ze ‘belonen’ met een iPad. Is dat allemaal wel verantwoord?

Wetenschappers zijn hier niet over uit. Sommigen zeggen dat jonge kinderen helemaal niets leren van schermen. De Duitse psychiater Manfred Spitzer, bekend van boeken als Digitale Dementie (2012) en Digiziek (2016), noemt het geven van een tablet aan kinderen zelfs een vorm van kindermishandeling, omdat het de ontwikkeling van kinderen tegenhoudt.

Zo ver gaan de meeste wetenschappers niet, maar dát jonge kinderen minder leren van een scherm dan van iemand van vlees en bloed, is inmiddels met tal van onderzoeken aangetoond. Dit verschijnsel wordt het video deficit (videogebrek) genoemd. Het toont aan dat jonge kinderen nog moeite hebben om informatie van een tweedimensionaal scherm te vertalen naar hun 3D-wereld. Wat niet helpt is dat ze nog moeilijk fictie kunnen onderscheiden van realiteit. Ze proberen objecten op het scherm vast te grijpen, identificeren zich met pratende dieren en zijn gefascineerd als iemand met een ‘poef’ verdwijnt in de rook.

Maar er is óók geen bewijs dat schermen per definitie schadelijk zijn voor kleine kinderen. Dat wordt het pas als het andere, gezonde activiteiten verdringt. „Je moet naar buiten, bewegen, zingen, praten, menselijk contact hebben”, zegt mediapedagoog Justine Pardoen, hoofdredacteur van Ouders Online. En dan moeten kleine kinderen ook nog slapen. Heel veel slapen. Veel tijd blijft er dan niet over. „Vijf minuutjes Tik Tak kijken is echt niet erg, maar je kunt ook heel goed zonder.”

Al in 1999 kwam de Amerikaanse beroepsorganisatie voor kinderartsen (AAP) met een streng advies: ouders, vermijd alle schermen voor kinderen onder de 2 jaar oud. Canadese kinderartsen namen dat over, evenals het Australische ministerie voor de Volksgezondheid. In Frankrijk verbiedt de overheid zelfs tv-zenders voor kinderen onder de drie jaar.

Nederland volgde in 2014. Tijdens een ‘expertmeeting’ onder leiding van kinderarts Noor Landsmeer kwamen wetenschappers tot de conclusie dat kinderen onder de twee jaar maar beter helemaal geen schermen (tv, smartphone, tablet) kunnen gebruiken.

Tot nu toe bleef dat advies bij een artikel in Medisch Contact, maar Landsmeer is nog van plan een officieel standpunt voor de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde te schrijven, zegt ze aan de telefoon. „Daarmee kunnen kinderartsen tijdens een consult een richtlijn geven.”

Betoverende Teletubbies

Het verbieden van schermen bij de allerkleinsten gaat in tegen onderzoek van Patti Valkenburg, hoogleraar Media, Jeugd en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam. Eind jaren negentig observeerde ze hoe peuters reageren op het van oorsprong Britse programma Teletubbies. Het was haar „leukste onderzoek ever”, vertelt ze in haar werkkamer: „Als je dat had gezien, dan kán je gewoon niet denken dat het slecht voor ze is. Kinderen scháteren! Ze raken betoverd.” Vanaf vier jaar verliezen kinderen de interesse in het kinderprogramma.

De belangrijkste conclusie van Valkenburg was dat Teletubbies precies in de ontwikkelingsfase van peuters past. Kinderen begrijpen verhaallijnen pas vanaf 18 maanden. „Voor die tijd focussen ze zich op kleuren, geluiden, beweging en fantasiepoppen”, zegt Valkenburg. Teletubbies dus.

Bovendien lijkt het met dat video deficit wel mee te vallen, schrijft Valkenburg met haar collega Jessica Piotrowski in hun boek Plugged In. How Media Attract and Affect Youth. Kinderen kunnen wél leren van schermen als beelden vaak worden herhaald, of wanneer het kind op de persoon wordt aangesproken. Belangrijker nog: het vermindert ook als een ouder meekijkt. Tijdens het kijken kan de volwassene de link leggen met de ‘echte’ wereld (‘Kijk! Een hond. Die lijkt wel op die van de buren’).

Bijzonder hoogleraar mediaopvoeding Peter Nikken is het met Valkenburg eens. „Dat kinderen bepaalde gedragingen van een scherm niet kunnen kopiëren, zegt niet dat ze helemaal niks leren of dat het niets toevoegt aan de ontwikkeling.”

Skypen kan best

Eind 2016 paste de AAP haar advies iets aan op basis van nieuw onderzoek en snelle ontwikkelingen in het medialandschap. Nu raadt de AAP mediagebruik af tot 1,5 jaar, maar videochatten, zoals skypen of facetimen, valt daar niet meer onder. Vanaf 2 tot 5 jaar adviseert de AAP maximaal een uur schermgebruik per dag.

Kinderarts Landsmeer erkent het risico dat een officieel standpunt van de Nederlandse kinderartsen te rechtlijnig kan overkomen. „Het is toch een beetje nattevingerwerk.” Belangrijker is grenzen stellen, „zoals bij elk aspect van de opvoeding”.

Aan het advies van de kinderartsen wordt weinig gehoor gegeven, gezien de jonge leeftijd waarop kinderen beginnen met het gebruik van schermen (vier maanden). De verleiding om je kind voor een scherm te zetten, wordt ook steeds groter met de inmiddels honderden tv-series, zoals Woezel en Pip of Bumba op een kids-account van Netflix, en miljoenen YouTube-filmpjes voor de allerkleinsten. In de Apple Store zijn 80.000 ‘educatieve apps’ te downloaden, waarvan duizenden voor baby’s.

Veel van de apps bieden extra, betaalde functies aan. Dat merkt ook Marija Scheeve, moeder van een kind van 3 jaar oud. „Sommige apps zijn zulke cash grabs! Nog meer dan apps voor volwassenen!” Zij en haar man houden ook van spelletjes op de telefoon. “Wij moeten gewoon lang spelen om bepaalde functies vrij te spelen. Bij kinderapps moet je vaker dingen kopen.” Ze vonden een kindermodus op hun Samsung-tablet, waarin je niks kunt kopen.

Het goede voorbeeld

Extra oplettendheid verdient ‘achtergrond-tv’. Want ook al dénk je dat een kind rustig aan het spelen is als een tv op de achtergrond aanstaat, kan dat zijn spelen ernstig verstoren. Het kind hoort minder van zijn eigen gebrabbel en het ontmoedigt gesprekken met familieleden, schrijven Piotrowski en Valkenburg in hun boek Plugged In. „Ook zelf veel achter je telefoon zitten beïnvloedt de interactie met je kind”, zegt kinderarts Landsmeer. Ouders moeten volgens haar het goede voorbeeld geven.

Marija en Mark hebben daar best moeite mee, vertellen ze. “Als wij wakker worden ga ik de NOS-app lezen, en mijn man een spelletje spelen. Onze zoon van drie wil dan óók op de tablet ‘Jokie en Jet’-filmpjes van de Efteling kijken. Nu gaat ze bewuster met haar telefoongebruik om, zegt Marija.

Ook had ze een eye-opener toen ze een nieuwe Nintendo Switch hadden gekocht. Voor zichzelf, dat wel. “Toen ging mijn man Mario of Zelda spelen. En die zijn best gewelddadig! Dus dan moet ik tegen onze zoon zeggen: Mario mag op mensen springen, jij niet.”