De aanleiding
Wanneer is seks ontucht? De grenzen zijn vaag, zei strafrechtadvocaat Gerard Spong 24 oktober in tv-programma Pauw. Maar als er sprake is van een machtsverhouding, zijn seksuele relaties verboden, zei hij. „Een leerkracht met een leerling, dat mag sowieso niet.” Ook niet als de leerling meerderjarig is. Hij wees naar artikel 249 van het Wetboek van strafrecht.
Waar is het op gebaseerd?
Artikel 249 gaat over ontucht. Wie ontucht pleegt met een minderjarig kind of ondergeschikte is strafbaar, staat achter lid 1. Er kan een geldboete volgen of een gevangenisstraf van maximaal zes jaar. Ontucht met meerderjarigen is strafbaar in allerlei afhankelijkheidsrelaties, staat in het tweede lid. Ze worden expliciet genoemd: ambtenaren, gevangenisopzichters, artsen. En „personen die werkzaam zijn in de maatschappelijke zorg”. Maar als twee mensen vrijwillig seks hebben met elkaar, is het dan ontucht te noemen?
En, klopt het?
De ochtend na de uitzending hadden ze het op het advocatenkantoor van Joris van ’t Hoff uit Tilburg precies hierover. Klopte het wel of niet wat Spong zei? „Drie mensen dachten dat hij ongelijk had, en twee wisten het niet zeker”, zegt hij. Van ’t Hoff is actief bij een landelijk netwerk van advocaten die gespecialiseerd zijn in zedenzaken. Volgens artikel 249 kan een docent wel een seksuele relatie met een leerling hebben, zegt hij.
Ivo van de Bergh, zedenadvocaat bij Weening, sluit zich hierbij aan: „De verwijzing naar artikel 249 is enkel van toepassing indien het gaat om een aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige. In geval van meerderjarigheid is de verwijzing onjuist.” zegt hij. Strafbaarheid is wel mogelijk denkt hij, via artikel 246 of 242. „De voorwaarde is dan dat iemand wordt gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen.”
Maar Spong schrijft in een reactie dat artikel 249 een ruim vangnet biedt aan slachtoffers die in een afhankelijkheidsrelatie verkeren en daardoor gedwongen worden seksuele handelingen te plegen. Hij verwijst naar de memorie van toelichting. Het artikel geldt volgens hem ook voor leerkrachten en meerderjarige leerlingen.
„Deze discussie, die dus zelfs bij experts oplaait, is een mooie illustratie van de huidige staat van de zedenwetten”, zegt Kai Lindenberg, hoogleraar strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, die veel onderzoek doet naar zedendelicten. „Die wetten roepen nu te veel vragen op.”
Spong ging vast uit van de nuancering ‘in beginsel’, denkt Lindenberg, en dan kun je de stelling als waar bestempelen. „Seks tussen minderjarige leerlingen en docenten is bijna altijd strafbaar en er is ruimte voor de opvatting dat dit ook geldt voor meerderjarige leerlingen.” Maar, zegt hij, er zijn ook sterke argumenten voor het tegendeel: dat relaties tussen docenten en meerderjarige leerlingen in beginsel niet strafbaar zijn. „Voor strafbaarheid is dan vereist dat de docent werkzaam is als dienstverlener in de zorg of als ambtenaar. En dat de leerling in zekere mate niet vrij was zich aan de gezagsrelatie te onttrekken.” De wetgever is verre van duidelijk geweest, besluit hij.
Spong voegt er aan toe „dat het onmogelijk is in een televisieprogramma binnen enkele minuten de nuances en jurisprudentiële stand van zaken geheel adequaat weer te geven”.
Niet alle hogescholen verbieden relaties tussen studenten en docenten, blijk uit hun richtlijnen – die overigens geen strafrechtelijke status hebben. Zo is op de Hogeschool Leiden seksueel contact alleen verboden als dit tot ongewenste situaties leidt.
Conclusie
Seks met minderjarige leerlingen is voor een docent bijna altijd strafbaar. Bij meerderjarige leerlingen hangt dat van de situatie af, er zijn ook relaties met docenten denkbaar die niet strafbaar zijn. Als Spong de toevoeging ‘in beginsel’ had gedaan, was de stelling helemaal waar. Daarom beoordelen wij de stelling als grotendeels waar.