Artsen zijn gemiddeld veertig procent van hun werkweek bezig met administratie. Vooral wijkverpleegkundigen (48,5 procent), maag-, darm- en leverspecialisten (43,2 procent) en psychiaters (39,4 procent) moeten veel administratief werk doen, waardoor ze minder tijd hebben voor het contact met patiënten. Medewerkers in de zorg vragen zich bovendien regelmatig af waarom ze formulieren zitten in te vullen. Wekelijks besteden zij zo’n twee uur aan administratieve taken, terwijl ze geen idee hebben voor wie ze dat precies doen.
Dit blijkt uit de conclusies van de denktank ‘(Ont)Regel de Zorg’, die maandenlang onderzoek deed naar de vraag hoeveel tijd zorgprofessionals in hun werkweek besteden aan administratie.
Opdrachtgevers waren actiecomité Het Roer Moet Om, dat eerder met succes vocht voor vermindering van overbodige regels in de huisartsenzorg, en ledenorganisatie en dienstverlener VvAA (120.000 leden in de zorg).
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data22092547-34ea20.jpg)
De denktank deed specifiek onderzoek naar maag-darm-leverartsen, ziekenhuisverpleegkundigen, wijkverpleegkundigen, psychiaters, fysiotherapeuten en apothekers. De negen onderzoekers spraken met tientallen deskundigen en meer dan honderd medewerkers in de zorg.
De resultaten worden deze zaterdag of een conferentie in Utrecht voorgelegd aan minister Bruno Bruins (Medische Zorg, VVD).
Vijf uur voor intake
Vooral voor wijkverpleegkundigen – het zijn er zo’n 9.300 in Nederland – is de situatie zorgwekkend. Zij besteden gemiddeld 17 uur van een 35-urige werkweek aan het invullen van formulieren. Na het contact met patiënten is de wijkverpleegkundige gemiddelde wekelijks nog 3,5 uur bezig vast te leggen hoe die bezoeken zijn verlopen.
De ‘intake’ van een nieuwe patiënt kost buiten de gesprekken met diegene en familie nog eens meer dan vijf uur aan administratie. De verpleegkundige moet dit doen voor de zorgverzekeraar, voor de eigen organisatie, voor collega’s of voor de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Zorgverleners, schrijven de onderzoekers, snappen wel dat informatie moet worden vastgelegd om de kwaliteit van zorg op peil te houden (bijhouden patiëntendossiers), maar zien zóveel voorbeelden van onnodige bureaucratie, dat ze „gefrustreerd” raken.
Het komt regelmatig voor dat artsen dezelfde informatie over patiënten in meerdere systemen moeten verwerken. „Daarnaast ervaren zorgverleners de verplichte administratie als gebrek aan vertrouwen een aantasting van hun professionele autonomie.”
Overbodige regels
Er leven al langer zorgen over overmatige bureaucratie in de zorg. In augustus bleek uit een onderzoek van beroepsvereniging VvAA nog dat zestig procent van de zorgverleners last heeft van overbodige regels, procedures en voorschriften die hen belemmeren in hun werk. Niet eerder werd gekeken naar hoeveel tijd artsen eigenlijk kwijt zijn aan het invullen van administratie.
Maandag demonstreren ziekenhuis- en wijkverpleegkundigen én verzorgenden tegen de administratielast in hun werk. Ze zullen alle administratie die zij zelf overbodig achten, achterwege laten. Ze hopen zo aan te tonen dat ze meer tijd overhouden voor de patiënt en de klant.