Rusland dreigt de samenwerking met Nederlandse musea te beëindigen als musea op de Krim het hoger beroep over de Krimschatten verliezen. Dat zei de Russische minister van Cultuur, Vladimir Medinski, donderdag in een interview met het Russische persbureau RIA Novosti.
De honderden kunstschatten uit de Krim kwamen in 2014 in bruikleen van het Amsterdamse Allard Pierson Museum. De objecten werden echter na de tentoonstelling niet teruggezonden omdat het museum niet wist wie op dat moment de rechtmatige eigenaar was. Begin 2014, terwijl de tentoonstelling liep, werd de Krim ingelijfd door Rusland. De vrees bestond daarom dat de Oekraïense kunstschatten in Russische handen zouden vallen.
Zowel de staat Oekraïne als de vier musea op de Krim vonden dat de kunst, voornamelijk gouden kunstvoorwerpen en sieraden, naar hen teruggestuurd moest worden. De rechter boog zich vorig jaar december over de kwestie en oordeelde dat de kunstschatten moeten worden teruggestuurd naar de staat Oekraïne en niet naar de Krim zelf.
Bedreiging voor kunstuitruil
Volgens de rechtbank horen de voorwerpen tot het cultureel erfgoed van Oekraïne. Medinski noemt de uitspraak van de rechter in het interview “volledig gepolitiseerd”. De minister vergelijkt de actie met de kunstroof van de Italiaanse campagnes van Napoleon. De uitspraak is volgens Medinski “een bedreiging voor het systeem van kunstuitruil tussen landen”.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/10/ANP-28369285.jpg)
De vier gedupeerde musea op de Krim gingen overigens in beroep tegen de uitspraak van de Amsterdamse rechter, maar dat moet nog behandeld worden. Medinski is van mening dat wanneer de uitspraak onveranderd blijft, het voortzetten van de museale relaties met Nederland niet mogelijk is.