Duitsland: Leserin , Leser , of toch maar liever Lesecs?
Wie contact wil opnemen met professor Lann Hornscheidt is gewaarschuwd. „Gebruik alstublieft respectvolle aanspreekvormen die niet de tweegeslachtelijkheid oproepen”, staat op de website van de Humboldt Universiteit in Berlijn. „Vermijd dus ‘Meneer’ of ‘Mevrouw’. Ik verheug me op uw creatieve, anti-discriminerende ideeën.”
Via een e-mail met de aanhef „Hallo professx Hornscheidt” komt het snel tot een telefoongesprek met deze deskundige op het gebied van genderstudies en taalanalyse. Professx, omdat Professor in het Duits mannelijk en Professorin vrouwelijk is, terwijl Hornscheidt niet tot een van die twee geslachten gerekend wil worden.
Vroeger werden vrouwen in de mannelijk vorm als het ware ‘meebedoeld’.
Annette Trabold
Hornscheidt is ingenomen met de uitspraak van de hoogste rechter, vorige week, dat Duitsers de mogelijkheid moeten hebben zich in het bevolkingsregister niet alleen te laten registreren als man of vrouw, maar ook op een nader te bepalen derde manier. „Het eerste waarvoor dat gevolgen zal hebben is de taal”, zegt Hornscheidt, die ervoor pleit naast de persoonlijke voornaamwoorden ‘hij’ en ‘zij’ als nieuwe vorm ‘ecs’ te gebruiken – een afkorting van ‘exit gender’, weg uit de geslachtelijkheid.
Ook kan -ecs als achtervoegsel gebruikt worden, zodat ‘lezers’ in het Duits niet óf Leser óf Leserin, maar ook Lesecs kunnen zijn. Hornscheidt wil overigens geen strenge, politiek correcte regels. „Ik wil dat mensen erover gaan nadenken dat geslacht niet een natuurlijke categorie is: of man of vrouw.”
De binnen-I en gender-asterisk
Al decennia bestaat in de Duitstalige wereld een beweging voor geschlechtgerechte Sprache: taal die de geslachten rechtvaardig behandelt. Aanvankelijk ging het erom vrouwen ‘zichtbaar’ te maken in de taal, zegt Annette Trabold, van het Institut für Deutsche Sprache. „Vroeger werden vrouwen in de mannelijk vorm als het ware ‘meebedoeld’. Een congres van onderwijzend personeel werd toegesproken als leraren, ook al zaten er 298 vrouwen en twee mannen in de zaal. Nu zegt men Lehrerinnen und Lehrer.
De meeste Duitse politici zeggen ook allang niet meer ‘beste burgers’. Ze zeggen liebe Bürgerinnen und Bürger – of andersom. Willy Brandt (SPD, bondskanselier van 1969 tot 1974) begon daarmee.
Begin jaren tachtig kwam de ‘binnen-I’. Studenten waren al veranderd in Studenten und Studentinnen, maar konden voortaan handig worden samengebracht in het woord StudentInnen, met een hoofdletter I in het midden. De vraag bleef wel hoe je het moet uitspreken, zonder dat het net zo klinkt als het woord met een kleine i, en dan gaat het alleen over vrouwen. Inmiddels hebben de meeste universiteiten deze vorm, die nog uitgaat van de man-vrouw-indeling, alweer vervangen door het onbepaalde Studierende.
Latere vernieuwingen zijn fel omstreden. Het ‘gendersterretje’ bijvoorbeeld. Met de vorm Bürger*innen geeft de asterisk midden in het woord niet alleen aan dat hiermee zowel Bürger als Bürgerinnen worden bedoeld. Iederéén kan zich hierdoor aangesproken voelen, ook wie zich als man noch vrouw beschouwt, zegt Lann Hornscheidt. Hetzelfde geldt voor de zogenoemde Gender Gap: Bürger_innen.
Deze schrijfwijzen hebben vooral ingang gevonden bij universiteiten en bij linkse organisaties en partijen, met name bij de Groenen. De gemeentepolitiek in Berlijn is er, op deelraadniveau, ook druk mee bezig. Het stadsdeel Friedrichshain-Kreuzberg is al in 2014 op volledig geslachtsneutrale taal overgestapt (al doet de christen-democratische CDU niet mee).
De kwestie maakt veel emoties los. Toen de liberale FDP in de wijk Mitte het dit voorjaar waagde in een verklaring over de verhuur van Airbnb-woningen de aanbieders van zulke appartementen Anbieter*innen te noemen, kopte een lokale krant dat de FDP was ‘gezwicht’ voor het politiek correcte denken en kreeg de partij honderden verontwaardigde mailtjes. „Dit zijn grote maatschappelijke veranderingen”, zegt Lann Hornscheidt, „en die maken altijd heftige reacties los. Maar deze beweging is niet meer te stuiten.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/data18686611-e6b3c7.jpg)
Frankrijk: zwevende puntjes moeten seksisme voorkomen
„Grâce aux agriculteur.rice.s, aux artisan.e.s et aux commerçant.e.s, la Gaule était un pays riche”: zó’n zin hadden Franse onderwijzers nog niet eerder gezien. Ze troffen hem in september in het schoolboek Questionner le monde, bedoeld voor 8- à 9-jarigen. Gallië, staat er, was een rijk land „dankzij boeren/boerinnen, ambachtsmannen/-vrouwen en handelaars/handelaarsters”.
Uitgever Hatier had gekozen voor de „écriture inclusive”, inclusief schrijven. In een voorwoord schrijft het bedrijf een advies uit 2015 op te volgen van de Franse ‘Hoge Raad voor Gelijkheid tussen Vrouwen en Mannen’ (in die volgorde). Namen van beroepen, titels, rangen en functies zijn zowel in de mannelijke als vrouwelijke variant weergegeven. De verschillende vormen van woorden staan op alfabet en niet meer met de mannelijke versie voorop.
Na een artikel in Le Figaro („een schoolboek geschreven met een feministisch sausje”), waren de rapen gaar. Volgens leraren op Facebook werd de taal zo „onbegrijpelijk”. Filosoof Raphaël Enthoven sprak van een „aanval op de syntaxis” en van „newspeak als in George Orwells 1984: leerlingen worden „gehersenspoeld als men de taal zuivert”.
De kritiek betreft nu vooral de „point médian”, een zwevend puntje dat vrouwelijke en mannelijke woordvormen moet samenvoegen.
Bij een dergelijk debat ontkomt de Académie française, die waakt over het Frans, er niet aan advies te geven. Het werd, eind oktober, een „plechtige waarschuwing” in ongemeen felle bewoordingen. De Franse taal, oordeelde het instituut, is „in levensgevaar” door deze „inclusieve verdwazing”. Het Frans is al zo moeilijk en met nog meer regels is hoop op verbreiding van de francofonie, de Franse taal- en invloedssfeer, gering. Minister van Onderwijs Jean-Michel Blanquer deelde dat standpunt. Zijn socialistische voorgangster had eerder van genderneutraliteit nog een speerpunt gemaakt en lag daarom in de conservatieve Franse onderwijswereld vaak onder vuur.
De kritiek betreft nu vooral de „point médian”, een zwevend puntje dat vrouwelijke en mannelijke woordvormen moet samenvoegen. In het schoolboek ligt de punt nog op de regel, maar op een binnenkort te presenteren nieuw Frans toetsenbord komt er een speciale toets om makkelijker „chèr•e•s ami•e•s” te kunnen tikken. Al die puntjes (en soms haakjes of koppeltekens) „beschadigen de taal”, vindt Blanquer.
Taalkundige Éliane Viennot gaat nog verder. Zij pleit in een petitie voor afschaffing van grammaticale voorrang voor mannelijke vormen.
Terwijl in een opsomming van vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden een werkwoord of adjectief meeverandert naar mannelijk meervoud, wil zij dat het woord dat het dichtstbij staat dat bepaalt: „Les candidats et les candidates se sont présentées” en niet het mannelijke „présentés”. Dat was vroeger gebruikelijk, schrijft ze, maar de Académie française heeft de taal met politieke argumenten „vermannelijkt”. Sinds de oprichting in 1635 waren acht van de totaal 729 leden van het taalinstituut vrouw.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/0509de_haar5.jpg)