Pas op voor ons, waarschuwen techbedrijven

Tech
Techbedrijven erkennen dat ze niet alleen maar goeds brengen, bleek afgelopen week op technologiecongres Web Summit. “Sommige tech is fantastisch, andere niet. Dat besef daalt nu in”, zegt oprichter Paddy Cosgrave.

Illustratie Anne van Wieren

Misschien wel het mooiste verhaal over de begindagen van internet is de legende waarin een anonieme Japanner eigenhandig de bevrijding van Tsjechoslowakije bespoedigde. In de maanden voor de Fluwelen Revolutie in 1989 werden activistische studenten goed in de gaten gehouden door de Tsjechoslowaakse staatspolitie. De studenten probeerden hun acties te coördineren met een handvol illegale modems zo groot als broodroosters. De politie had weinig verstand van de nieuwe technologie, dus konden de studenten redelijk onbespied te werk gaan. Maar ze hadden de grootste moeite een computernetwerk van enige omvang aan te leggen. De modems moesten één voor één het land worden binnengesmokkeld en waren dus schaars.

Op een goede dag kwam de anonieme Japanner de faculteit van Wis- en Natuurkunde van de Universiteit van Praag binnenwandelen. Bij zich droeg hij een koffer gevuld met de modernste modems uit Taiwan, die hij zonder veel te zeggen overhandigde aan de dissidente studenten. Geen van de studenten nam de moeite de zwijgzame Japanner zijn naam te vragen. Wel hebben vier toenmalige studenten het verhaal zes jaar later aan techblad Wired bevestigd. Met de modems, snel verspreid onder geestverwanten over het hele land, konden de studenten manifesten, solidariteitsverklaringen, geruchten en demonstratienieuws verspreiden. De onrust groeide, de oppositie werd sterker en nog voor het eind van het jaar viel het communistische regime uiteen.

Waar of niet: zulke verhalen hebben de afgelopen vijfentwintig jaar het denken over internet en nieuwe technologie bepaald. Dankzij die verhalen ontstond in Silicon Valley en ver daarbuiten het geloof dat technologie in rap tempo tot een betere wereld zou leiden. Verhalen over de rol van sociale media tijdens de Arabische Lente. Over de opkomst van mobiele technologie en hoe die de wereld dichter bij elkaar zou brengen. De overtuiging dat de beschikbaarheid van kennis de onderdrukten op deze aarde zou bevrijden.

Die droom ligt niet in duigen, maar de barsten zijn voor iedereen zichtbaar. Afgelopen week ontmoetten de leden van de wereldwijde tech-gemeenschap elkaar op de Web Summit in Lissabon, Europa’s grootste technologiecongres. Als er één ding duidelijk werd dan is het dat de huidige generatie tech-ondernemers, investeerders en ontwikkelaars begint te wennen aan het idee dat technologie, ontworpen om goed te doen, evengoed misbruikt kan worden.

Lees ook: Tech kan ook slecht zijn, beseft Lissabon

De euforische jaren

„De laatste decennia waren de euforische jaren waarin elke nieuwe ontwikkeling werd gezien als een positieve invloed. Die tijden zijn voorbij. Sommige tech is fantastisch, andere niet. Dat besef daalt nu in”, zegt Web Summit-oprichter Paddy Cosgrave.

Hij stelde een congres samen dat Google’s lijfspreuk ‘Don’t be evil’ makkelijk op alle flyers had kunnen zetten. Een congres waar de voormalige Franse president François Hollande sprak over „meer maatschappelijke verantwoordelijkheid in tech”, waar extra aandacht was voor diversiteit, waar technologie naar voren werd geschoven als oplossing voor het klimaatprobleem, waar over een universeel basisinkomen werd gesproken, nepnieuws en desinformatie werden onderzocht, de vraag werd gesteld of techbedrijven teveel invloed hebben op onze nieuwsconsumptie, de uitholling van privacy door de techrevolutie ter discussie werd gesteld en waar Stephen Hawking via een videoverbinding waarschuwde voor de gevaren van kunstmatige intelligentie.

Sommige tech is fantastisch, andere niet. Dat besef daalt nu in

Die nadruk op de duistere kanten van de technologische revolutie kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen. ‘Tech’ kreeg de laatste maanden veel slechte pr. De wereld kwam erachter dat sociale media kunnen worden misbruikt om verkiezingen te beïnvloeden, zoals rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen is gebeurd. Dat de nepnieuws-epidemie polarisatie en gevoelens van ongenoegen vergroot. Dat de droom van economische gelijkheid verder weg lijkt dan ooit, nu de fenomenale winsten van bedrijven als Facebook en Amazon voornamelijk terecht komen bij een handvol techmiljardairs. En tenslotte dat grote techbedrijven heel makkelijk hun macht kunnen misbruiken om concurrentie uit te schakelen en – heel actueel gezien de publicatie van de Paradise Papers – belastingen te ontwijken.

Vandaar dat één van de invloedrijkste criticasters van techbedrijven, Eurocommissaris Margrethe Vestager (Mededinging), werd ontvangen als een rockster.

Zo oud als Adam en Eva

„Ik maak me zorgen over onze democratie”, vertelde ze maandag aan een tot de nok toe gevuld stadion met 15.000 mensen. „Misschien onderschatten sommige bedrijven de macht die ze hebben.”

Amerikaanse giganten als Apple, Google en Facebook verpesten volgens Vestager de markt door belasting te ontwijken, regels te ontduiken en obstakels op te werpen voor concurrenten. „De motieven om de competitie te dwarsbomen zijn zo oud als Adam en Eva. Het gaat om inhaligheid en angst. In combinatie met macht is dat een gevaarlijke cocktail.”

De boodschap werd ontvangen met een luid applaus.

Hypocriet? Misschien wel. De aanwezige techondernemers hebben vooral last van machtsmisbruik door spelers als Apple en Google, die beide miljardenboetes van de Europese Commissie kregen. Vandaar Vestagers positie als rockster. Maar de conferentie, in de kern een ontmoetingsplek voor ondernemers en investeerders, is er tegelijk helemaal op gericht dat één van die ondernemers de volgende Mark Zuckerberg wordt, de volgende miljardair die een ongekende en misschien wel ongezonde hoeveelheid macht naar zich toetrekt.

De motieven om de competitie te dwarsbomen zijn zo oud als Adam en Eva

De uitwassen krijgen kritiek, maar het systeem zelf blijft intact. Sterker nog, op het congres dat reclame maakt voor zichzelf met de slogan ‘als dit niet je religie is, dan ben je in deep shit’ bleef het geloof dat technologie de oplossing is voor alles stevig overeind. Zo stelde Facebook dat niet een aanpassing van het eigen verdienmodel, maar meer technologie zoals kunstmatige intelligentie, het nepnieuwsprobleem kan oplossen. Ja, er zijn problemen, lijkt de boodschap, maar als we de schouders eronder zetten, en nog betere technologie ontwikkelen, kunnen we al die narigheid oplossen.

Optimisme

Al Gore, die donderdagavond de conferentie afsloot met een strijdvaardige toespraak over klimaatverandering, belichaamde die optimistische filosofie. „Ik ga er geen doekjes om winden”, begon hij. „Ik ben vandaag gekomen om jullie te rekruteren.” Want de techgemeenschap kan volgens hem „meer dan wie dan ook” bijdragen aan het oplossen van het klimaatprobleem. Bijvoorbeeld door nieuwe technologie te ontwikkelen die de productiekosten van hernieuwbare energie verlaagt.

Jullie kunnen goed geld verdienen én de crisis oplossen

Meer radicale klimaatactivisten stellen het economische systeem van ongebreidelde groei en consumptie ter discussie. Al Gore omarmde juist de innovatiekracht van het kapitalisme in een poging tech en het klimaat met elkaar te verzoenen. „Jullie kunnen goed geld verdienen én de crisis oplossen”, hield Gore het publiek voor. Het had het motto kunnen zijn van een tech-gemeenschap die zichzelf steeds meer ziet als een veroorzaker van, maar ook als oplossing voor de grote wereldproblemen.