Stel dat er een jongeman naast hem zit in de bus

TBS Hoe bepaal je of een zedendelinquent na tbs-behandeling nog steeds een gevaar vormt? Ook het rechtssysteem kan de toekomst niet voorspellen.

Illustratie Sebe Emmelot

‘De kliniek zegt: u heeft een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Alle externe deskundigen zeggen: u heeft niet de stoornis, alleen trékken daarvan.” De rechter wendt zich tot de 66-jarige Ron van der V. „Maakt dat voor u uit, een stoornis of niet?”

„Voor mij is dat héél belangrijk”, zegt tbs-cliënt Van der V. op kalme toon. „De stoornis is situationeel bepaald en komt voort uit de machteloosheid die ik ervaar in de kliniek. Daar ben ik cynisch, afstandelijk, om overeind te blijven. Maar dat is niet mijn áárd. Dan zou ik niet kunnen hebben gefunctioneerd zoals ik dat jarenlang als priester heb gedaan.”

„U herkent zich niet in de stoornis, maar wel in de trekken?” vraagt de rechter, die vandaag op zitting moet oordelen over verlenging van de terbeschikkingstelling.

„Het kan zijn dat ik enigszins narcistisch overkom, maar dat zit ook verdisconteerd in de functie van priester”, zegt Van der V. „Daar hoort enig decorum bij, een bepaalde afstandelijkheid.”

De hoofdbehandelaar van de tbs-kliniek, aanwezig in de rechtszaal, interrumpeert. „De vraag is: wat kwam éérst, de kip of het ei. Misschien was u al narcistisch en bent u dáárom dat werk gaan doen.”

„Wie mijn cultuur niet kent, kan dat zo duiden”, zegt Van der V., nu kaarsrecht zittend. „Maar ik ken collega’s met méér distantie.”

Met zijn donkergrijze pak en lichtblauwe stropdas valt Ron van der V. nauwelijks op tussen de deskundigen die 26 oktober op zitting in Almelo aanwezig zijn om zijn geestesgesteldheid te duiden. Twee psychologen, twee psychiaters, de reclasseringsambtenaar en de hoofdbehandelaar van de tbs-kliniek waar hij sinds 2013 verblijft. Een zevende deskundige, psychiater, moest verstek laten gaan.

Liefst 134 ervaringsjaren telt het gezelschap in totaal. Ze zijn deels opgeroepen door het Openbaar Ministerie en deels door de verdediging, en hebben allen naar aanleiding van gesprekken met Van der V. een rapport over hem opgesteld. De vijf mannen en één vrouw, keurig gekleed, zitten samen met de cliënt en zijn advocaat in een halve ovaal tegenover de rechterlijke macht die op basis van de adviezen zal beslissen of zijn tbs met een jaar wordt verlengd.

Geen gemakkelijke opgave. Want hoe bepaal je of iemand voldoende is behandeld aan zijn stoornis om weer toe te treden tot de samenleving? Al vele jaren worstelt het rechtssysteem met het inschatten van de kans op recidive van een zedendelinquent.

„Het jaren vooruit voorspellen van iemands gedrag na een paar uur aan gesprekken is iets wat de capaciteit van het menselijk brein ontstijgt”, schreef de Nationaal Rapporteur hierover vorige maand in een rapport. Ze vindt dat de risicotaxatie nu onvoldoende zorgvuldig gebeurt en dat brengt risico’s voor de samenleving met zich mee.

Haar rapport voedt de discussie en de kritiek, ontstaan na de moord op de Utrechtse Anne Faber, over de manier waarop het rechtssysteem omgaat met zedendelinquenten.

Voormalig priester Van der V. is bovendien een ontkennende veroordeelde en daarop is het tbs-systeem minder goed toegerust. Want als een tbs-cliënt het gepleegde delict ontkent en ook de stoornis die ermee samenhangt, wat kun je dan behandelen? Meerdere tbs’ers zitten om die reden jaren onbehandeld in het systeem. Ze kunnen op de Longstay belanden: schrikbeeld van vrijwel elke delinquent. Ze lopen de kans te worden vastgehouden tot aan hun dood.

Jonge jongens

Bij Van der V. staat zijn pedoseksuele stoornis vast. Hij valt op jonge jongens, dat ontkent hij niet. De priester werd uit zijn ambt gezet toen in 2011 het misbruik in de katholieke kerk naar buiten kwam en hij erkende in de jaren 80 en 90 seksueel overschrijdend contact te hebben gehad met jongens. Maar zijn huidige veroordeling is daarop niet gebaseerd. Hij zit vast sinds 2011 wegens aanranding van een jongen onder de douche op een Franse camping – een delict dat hij ontkent.

Eenmaal eerder werd hij door de strafrechter veroordeeld: in 1990 kreeg hij drie maanden voorwaardelijke celstraf voor ontucht met een minderjarige.

Van der V. liet zich na zijn aanhouding in 2011 gedragsdeskundig onderzoeken. Zedendelinquent Michael P, verdacht van de moord op Anne Faber, weigerde bij een eerdere veroordeling wegens verkrachting in 2010 zo’n onderzoek, uit angst te belanden in de tbs. Maar Ron van der V. dacht zichzelf te kennen en dacht: kom maar op psychologen, ik weet dat ik gezond in elkaar steek. Achteraf heeft hij er spijt van, want in plaats van een gevangenisstraf werd Van der V. in hoger beroep veroordeeld tot twaalf maanden celstraf plús tbs. Hij werd gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis en zijn recidivekans werd ingeschat als ‘hoog’. Sindsdien is hij overgeleverd aan de beoordeling van anderen. Deskundigen. Zíj bepalen met hun advies wanneer zijn recidivegevaar is teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau.

Van een behandeling is het al die jaren niet gekomen. Hij zit in de kliniek zijn tijd uit en heeft alleen op regelmatige basis een gesprek met de psychotherapeut. De behandelaars in de kliniek probeerden aanvankelijk een relatie met Van der V. op te bouwen en spraken hem aan met ‘Hé, Ron’. Maar daar is Van der V. niet van gediend. Hij ziet zijn behandelaren als de representanten van het rechtssysteem dat hem ten onrechte gijzelt en weigert te worden getutoyeerd. Ook wil hij niet worden behandeld. Die houding wordt door de kliniek dan weer uitgelegd als ‘gebrekkig zelfinzicht’ en een teken van narcisme. Waarop zijn advocaat Jan-Jesse Lieftink wijst op het gevaar van de klassieke cirkelredenering: ontkenning van de stoornis wordt uitgelegd als het bewíjs van de stoornis.

Wat maakt het eigenlijk uit, vraagt de rechter, of meneer wel of geen narcistische stoornis heeft? „Draagt dat bij aan het recidive-risico?”

„Jazeker”, zegt klinisch psycholoog Barend van Giessen. „Een stoornis kan leiden tot vereenzaming en daarmee tot een groter recidive-risico.”

„En als het alleen trékken zijn van narcisme?”

„Dan zie ik geen enkel verband”, zegt hij.

„Jawel, want narcisme gaat ook over zelfcontrole”, zegt de hoofdbehandelaar. Dat is van belang voor iemand met een pedofiele stoornis: een narcist is eerder geneigd zijn zelfbeheersing te overschatten.

„Ik zie bij meneer wel zelfcontrole”, zegt psychiater Jos Offermans. „Meneer bezocht al jaren naturistencampings en toen is er óók niets voorgevallen.”

„Maar kennelijk is het toch misgegaan”, zegt psycholoog Van Giessen. „Dat bewijst een enigszins beperkte zelfcontrole.”

„Meneer geeft zichzelf blijkbaar toch de ruimte”, zegt de reclasseringsambtenaar, Wim van Breukelen. „Terwijl hij daar verre van zou moeten blijven.”

„Als een alcoholist die best denkt een colaatje in de kroeg te kunnen drinken”, vult de rechter aan.

„Júíst een alcoholist is op de hoogte van de risico’s”, zegt psycholoog Oudejans. „Als iemand na twintig jaar dan toch over schreef gaat, dan is die volledig toerekeningsvatbaar. Zo iemand wéét waar zijn verantwoordelijkheden en grenzen liggen. En mede gelet op de afschrikwekkende consequenties die meneer nu heeft ervaren, zal hij koste wat kost een nieuw delict willen voorkomen. Ik acht om die reden zijn recidive-risico klein.”

De rechter: „Maar de kliniek zegt: wij wéten de risicofactoren niet, want die kunnen we niet onderzoeken.”

Het inschatten van risico’s op basis van ervaring en inzicht is vergelijkbaar met het opgooien van een muntje

Het inschatten van risico’s op basis van ervaring en inzicht van deskundigen is vergelijkbaar „met het opgooien van een muntje”, schreef de Nationaal Rapporteur in het onlangs verschenen rapport. En toch is dit in Nederland bij veel taxaties de praktijk. Ze pleit in haar rapport voor het standaard gebruik van ‘risicotaxatie-instrumenten’ zoals die ook in de VS, Canada, Australië en het Verenigd Koningrijk gemeengoed zijn. Statistische modellen als Stable-2007 en Static-99, die de kans op recidive inschatten op basis van variabelen als leeftijd en justitieel verleden. Nu worden ze in de praktijk vooral gebruikt als hulpmiddel; de rapporteur pleit ervoor zulke modellen leidend te maken. Maar is dat nu de heilige graal?

„U heeft allen de Static-99 ingevuld”, legt de rechter de deskundigen voor. „Wat kwam daaruit?”

„Wij komen uit op een matig tot hoog recidive-risico op de lange termijn”, zegt de hoofdbehandelaar. „Dat is wat de cijfers zeggen.”

„Mijn score zegt een recidivekans van 10 tot 17 procent voor de komende tien tot vijftien jaar”, zegt psychiater Pieter Ronhaar. „Niet nul, maar ook niet heel groot.”

„Moeten we hiermee echt de risico’s inschatten?” zegt psycholoog Oudejans geërgerd. „Het gaat in deze zaak toch niet om de statistiek van grote groepen maar om een individuele zaak? Hoe zit het met die 83 procent die níét recidiveert?” Kijkend naar de hoofdbehandelaar: „U suggereert dat dit ‘state of the art’ is. Maar de voorspellende waarde is klein.” Hij wijst op recente wetenschappelijke artikelen die aantonen dat ook met zulke instrumenten het risico niet goed is te voorspellen. „Een schijnoplossing” noemde een criminologe van de Vrije Universiteit onlangs in de Volkskrant het voorstel van de Nationaal Rapporteur.

„Op basis van variabelen als werk en relatie zal ik ongetwijfeld hoog scoren op de recidiveschaal”, besluit Van der V. „Ik ben gepensioneerd en trouw aan mijn celibaatsbelofte.”

Meer ontspanning

Een goede ‘inbedding’ in de maatschappij zal het terugvalrisico beperken, daarover zijn alle deskundigen het eens. De hoofdbehandelaar is daarover best positief gestemd. „Meneer heeft de laatste tijd al wat meer ontspanning laten zien. Hij mag overdag de kliniek uit en dat gaat goed. Meneer heeft een groot netwerk van kennissen en ex-collega’s, mensen die zijn pedofilie niet goedkeuren maar hem daarin wel ondersteunen. Maar voorwaardelijke beëindiging van de tbs vind ik nog een stap te ver. Bovendien moet ik aan het ministerie kunnen uitleggen waarom wij iemand zonder behandeling tóch naar buiten brengen.”

De rechter wendt zich tot Ron van der V. „U heeft gezegd: als ik een leuke jongen zie, schiet ik niet paniekerig een andere straat in…”

„Nee, maar ik zal hem ook niet aanraken.”

„En stel dat een jongeman naast u in de bus komt zitten?”

„Dan zal ik geen moeite doen om contact te krijgen.”

„Wat de risico’s zijn zal moeten blijken”, zegt de reclasseringsambtenaar. „Het stikt buiten van de kinderen, valkuilen zijn er altijd. En wat is zelfcontrole? Iedereen heeft zijn eigen interpretatie. En hoe zal de buitenwereld reageren? Die zit op pedofielen niet te wachten.”

„Eerdere verloven zijn zonder incidenten verlopen, dus meneer is toe aan voorwaardelijke beëindiging”, zegt psycholoog Oudejans.

„Ik ben meer voor een geleidelijke overgang”, zegt de reclasseringsambtenaar. Hij wil voorzichtig zijn, al ziet hij best mogelijkheden om tot samenwerking met Van der V. te komen. „Eérst zien hoe iemand zich buiten gedraagt. En zelfs dán: je ziet niet alles. Iedereen kan iedereen voor de gek houden.”

„De vraag is of meneer uit zichzelf bijzonderheden zal melden”, zegt de hoofdbehandelaar.

Als het nu een voetbalwedstrijd was geweest hadden de vóórstanders van tbs-verlenging gewonnen, met 4-3. En ook het OM vindt dat invrijheidsstelling nog te snel komt. „Enkele deskundigen hebben naar mijn idee een wat te rooskleurig beeld”, zegt de Officier van Justitie.

„Het gaat niet om hoog of laag, maar om een aanváárdbaar recidive-risico”, zegt advocaat Jan-Jesse Lieftink. „En daarvan is bij mijn cliënt sprake. Hij heeft meer dan twintig jaar geen strafbare feiten gepleegd en wil echt niet terug in de tbs. Hij zal geen sauna’s en natuurcampings meer bezoeken en heeft een groot netwerk van academici om zich heen die hem kunnen beschermen voor terugval.” Lieftink verzoekt tot beëindiging van de tbs, want alleen dan kan zijn cliënt terugkeren naar zijn woning over de grens in Duitsland.

Ron van der V. krijgt het laatste woord. „Het gaat al stukken beter met mij. Ik voel me al veel meer begrepen in de kliniek en ik ben blij met de mogelijkheden die ik krijg. Ik bezoek concerten, musea, workshops, lezingen. Ik wil bewijzen dat ik de vrijheid aankan. Maar alleen de praktijk zal u daarvan kunnen overtuigen.”

Donderdag besloot de rechter zijn tbs met een jaar te verlengen. Van der V. gaat in beroep.