-
Wat is er aan de hand in Catalonië?
De Catalaanse regioregering schreef, met instemming van het regionale parlement, voor zondag 1 oktober een ‘bindend’ referendum uit over afscheiding van Spanje. Ondanks het hard ingrijpen van de Spaanse politie en de militaire Guardia Civil kon ‘Madrid’ de volkspeiling niet voorkomen. Met een opkomst van 43 procent stemde 90 procent van de Catalanen voor onafhankelijkheid. Volgens regiopresident Carles Puigdemont was de uitslag bindend. De Spaanse Premier Mariano Rajoy stelde dat er geen legaal referendum plaats had gevonden. Hij stelde dat de volksraadpleging in strijd is met de grondwet, die in 1978 (per referendum) werd aangenomen. Deze constitutie geeft de 17 ‘autonome gemeenschappen’ waaruit Spanje nu bestaat weliswaar recht op meer zelfbestuur, maar ze schraagt ook de ‘ondeelbare eenheid’ van het land. De volkssoevereiniteit ligt bij de hele bevolking. Als er al iets wordt veranderd aan de staatsindeling, moeten alle Spanjaarden (48 miljoen) zich daar dus over mogen uitspreken – niet alleen de inwoners van één regio van 7,5 miljoen mensen.
Het Grondwettelijk Hof had de Catalaanse stembusgang verboden. Maar de Catalaanse regio-nationalisten zetten hun illegale referendum ook na dit gerechtelijk verbod door. Zij zeggen dat het hof in Madrid, waarvan de rechters benoemd zijn door de Spaanse politici, gepolitiseerd en partijdig zijn.
Carles Puigdemont kondigde aan desnoods met een ‘eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring’ uit Spanje te vertrekken. En dat gebeurde uiteindelijk ook op 27 oktober toen het Catalaanse parlement met zeventig stemmen voor en tien tegen akkoord ging met afscheiding. De Catalanen meenden dat ze een beroep konden doen op het ‘recht van zelfbeschikking’. Internationale steun bleef echter vrijwel volledig uit.
De regering van Rajoy sloeg hard terug en zette Puigdemont en zijn regering af. Het Openbaar Ministerie heeft om hun vervolging gevraagd wegens ondermeer rebellie.
-
Zijn de Catalanen echt zo anders?
De Catalanen dichten zich zelf graag een ‘hecho diferencial’ toe, een onderscheidende factor. In het zeer diverse Spanje zijn er genoeg andere regio’s waar naast het Spaans (castellano) een eigen taal wordt gesproken: Baskenland, Asturië, Galicië, Valencia, de Balearen. En er zijn ook meer regio’s die eeuwen terug al hun eigen adellijke leiders hadden. De Catalanen echter zien zich graag als nóg afwijkender dan de rest, daarin hoogstens geëvenaard door de Basken.
Veel Catalanen menen dat ze harder werken, ondernemender zijn, serieuzer, wellevender, zuiniger en Europeser. (Andere Spanjaarden noemen de Catalanen daarom vaak arrogant en gierig). De Catalaanse economie is inderdaad bovengemiddeld sterk. Het gebied industrialiseerde vroeger dan veel andere delen van Spanje en de bevolking is er rijker dan het landelijk gemiddelde. Het betaalt daarom ook relatief meer aan de nationale schatkist. En Catalanen vinden, deels terecht, dat ze daarvoor te weinig investeringen uit Madrid terugkrijgen.
-
Hadden Catalanen ooit een eigen land?
Ter rechtvaardiging van hun onafhankelijkheidswens grijpen Catalaanse nationalisten graag ver terug in de geschiedenis. Volgens sommige historische interpretaties werd Catalonië al ruim duizend jaar geleden geboren. In de late negende eeuw verenigde graaf Wilfried de Harige enkele graafschappen in en rondom Barcelona. Dit gebied was loyaal aan de Franken, voor wie het een nuttige buffer vormde tegen de Moren zuidelijker op het Iberisch Schiereiland. In 988 brak graaf Borrell II met de Franse koning Hugo Capet en ontstonden de eerste ‘onafhankelijke’ Catalaans gebieden.
Er volgde een geleidelijk uitbreiding zuidwaarts en via een huwelijk met het koningshuis van Aragón ontstond vanaf de 12de eeuw een Catalaans imperium aan de Middellandse Zee. De Balearen werden veroverd, Corsica, Sicilië en delen van Zuid-Italië. In de 15de eeuw stortte dit rijk in. En na het huwelijk tussen Isabella van Castillië en Ferdinand van Aragón, in 1479, zou het Catalaanse gebied opgaan in wat tot op de dag van vandaag Spanje heet.
De Catalanen legden zich daar niet zonder slag of stoot bij neer. In 1640 was er een boerenrevolte, de Opstand van de Maaiers, tegen koning Filips IV. De troepen van de monarch werden verslagen en de Catalanen zwoeren nu trouw aan de Franse koning. Deze semi-onafhankelijkheid zou twaalf jaar duren. Het huidige volkslied Els Segadors is een lofzang op die Maaiers. De separatisten zongen het lied op vrijdag 27 oktober nadat voor afscheiding was gestemd. In 1704 deden de Catalanen een nieuwe poging los te raken van Spanje. In heel Europa was een oorlog uitgebroken om een vrijgekomen Spaanse troon. De Catalanen kozen in dit conflict de kant van de pretendent van de Oostenrijkse Habsburgers. Dat bleek de verkeerde gok, toen de strijd werd bijgelegd tijdens de Vrede van Utrecht (1713). De Catalanen werden in de steek gelaten door hun Hollandse, Oostenrijkse en Engelse bondgenoten. De Bourbons kregen de Spaanse troon, waaronder ook Catalonië zou vallen.
Toch weigerden de Catalanen overgave: na een beleg van tien maanden werd Barcelona op 11 september 1714 door een Frans-Spaanse troepenmacht met veel geweld ingenomen. Madrid nam wraak: de Catalaanse taal werd onderdrukt, het Spaans de officiële voertaal. De Usatges, een 12de-eeuwse, vroege variant op een eigen grondwet, werd opgeschort. Catalaanse instituties die leken op een eigen parlement en regiobestuur, werden opgeheven. Ondanks deze repressie floreerde Catalonië de daaropvolgende eeuwen. Binnen Spanje groeide het uit tot een zeer welvarend deel. Volgens nationalisten, omdat Catalanen nu eenmaal niks anders restte dan te zwijgen en hard te werken.
-
Welke nationale symbolen hebben de Catalanen?
De trotse, maar kansloze nederlaag van 1714 wordt tegenwoordig herdacht op de Diada, de Catalaanse nationale feestdag op 11 september. 1714 is een jaartal dat nu nog overal terugkeert. In Camp Nou, het stadion van voetbalclub FC Barcelona, wordt na 17 minuten en 14 seconden spelen independència gescandeerd. Er zijn vlaggenmasten van 17 meter en 14 centimeter hoog. Lokaal gebrouwen 1714-bier, et cetera.
Naast het volkslied Els Segadors is er de nationale dans sardana, een nogal ingetogen, stijve kringdans. Bij nationalisme hoort in Spanje ook godsdienst. Voor Catalanen krijgt die vorm in de maagd van Montserrat. Dit donkere Mariabeeld staat in het klooster op de Montserrat, een opvallend gekartelde rotsformatie die geldt als een heilige berg. De prijzen die FC Barcelona wint worden ter zegening aan de Maagd van Montserrat gepresenteerd.
Dat Barça (motto: més que un club, meer dan een club) geldt als het officieuze nationale Catalaanse elftal. Voormalig Barça-trainer Pep Guardiola, een halfgod in Catalonië, is internationaal misschien wel de bekendste pleitbezorger van onafhankelijkheid.
Ook is er de estelada, de officieuze onafhankelijkheidsvlag. Deze is een variatie op de officiële Catalaanse vlag, de senyera. Die laatste bestaat uit rode en gele banen. Bij de estelada is hier een blauwe driehoek met een witte ster overheen gelegd. Net als op de vlaggen van Puerto Rico en Cuba, die ook ooit onafhankelijk werden van Spanje. Er is van de estelada ook een rood-gele variant, die vooral gebruikt wordt door links-republikeinse separatisten.
-
Waar komt de huidige opleving van nationalisme vandaan?
Zoals in meer delen van Europa stak in de tweede helft van de 19de eeuw in Catalonië een nationalistisch sentiment de kop op. De renaixença, een romantische wedergeboorte van de Catalaanse taal en cultuur, uitte zich aanvankelijk vooral in de literatuur en poëzie. Al snel werd het catalanisme ook omarmd door de gegoede burgerij. De bankiers en industriëlen van Barcelona hadden daar overigens nogal prozaïsche motieven voor: ze wilden zich zo beschermen tegen het oplaaiende anarchisme onder de arbeidersklasse (veelal migranten uit andere delen van Spanje). En later, na het verlies van de laatste koloniën Cuba en de Filippijnen in 1898, om zich af te zetten tegen Spanje. Vooral Cuba was een hele belangrijke markt geweest voor Catalonië. Dat die verloren ging, zorgde voor een verwijdering tussen de Catalaanse bourgeoisie en Madrid.
In 1932 kreeg Catalonië voor het eerst zelfbestuur binnen Spanje. Het uitbreken van de Burgeroorlog in 1936 en de daaropvolgende Franco-dictatuur maakten daar binnen enkele jaren alweer een eind aan. Onder Franco werd de Catalaanse taal en cultuur verder onderdrukt. De generaal die het land tot zijn dood in 1975 zou regeren, wilde één Spanje, één natie, onder God. Daarvoor was geen plek voor Catalaanse ‘eigenheid’.
Onder de nieuwe grondwet die eind jaren zeventig tijdens de overgang naar democratie werd opgesteld, kreeg Catalonië zijn zelfbestuur terug. De gematigd-nationalistische, centrum-rechtse partij Convergència behield als politiek vehikel van de bourgeoisie bijna dertig jaar de macht. Ze wist steeds meer competenties te regelen voor Catalonië door dealtjes te sluiten met de landelijke leiders in Madrid. Van een eigen politiemacht tot zeggenschap over het onderwijs. Ook werd het Catalaans ‘genormaliseerd’, een eufemisme voor het leidend maken van de regiotaal boven het Spaans. Steeds meer mensen leerden de taal spreken en schrijven. De eigen cultuur werd verder afgestoft. De trots groeide.
In 2006 kreeg Catalonië een nieuw regiostatuut: hieronder verwierf het de status van ‘natie’ binnen Spanje. Het statuut was het resultaat van een pact met de toenmalige centrum-linkse premier Zapatero. De centrum-rechtse Volkspartij (PP) voerde er fervent campagne tegen en stapte naar het Constitutioneel Hof. Dat haalde na grote vertraging, in 2010, een streep door grote delen van het statuut. Datzelfde jaar ging een enorme massa Catalanen tijdens de Diada boos de straat op. Het werd het begin van een almaar aanzwellende golf van onvrede jegens Madrid.
Die woede werd aangewakkerd door de economische malaise. Door de eurocrisis moest er in Spanje fors bezuinigd worden. Om de uitgaven onder controle te krijgen, kregen regio’s meer bemoeienis van de regering van de in 2011 aangetreden centrum-rechtse premier Mariano Rajoy. Dezelfde Rajoy die in 2006 als oppositieleider het verzet tegen het Catalaanse statuut had aangevoerd.
Kleinere, radicale nationalistische partijen vertolkten de onvrede hierover het best. Zij wonnen terrein op de gematigde nationalisten van de aloude machtspartij Convergència, die ook nog in opspraak kwam door allerlei corruptieschandalen. Deze radicalere, vaak linksere nationalisten bepalen sindsdien de politieke agenda in Catalonië. Zij begonnen met organiseren van de eerste volksraadplegingen op gemeenteniveau. Later wisten ze de Catalaanse leiders zover te krijgen zulke referenda ook regionaal uit te schrijven.
-
Hoeveel Catalanen willen echt weg uit Spanje?
Een ruime meerderheid van de Catalanen, wijzen peilingen uit, wil een eerlijk, ook door Spanje erkend referendum over de toekomst van Catalonië. Een grote minderheid van rond de 40 procent zou daarbij voor onafhankelijkheid stemmen. Bij een eerder, officieus referendum dat de nationalisten in 2014 hielden, lag dit percentage twee keer zo hoog. Hierbij kwamen dan ook vooral aanhangers van afscheiding opdagen. Veel nee-stemmers boycotten de stemmingen toen.
De steun voor afscheiding daalt sterk als je Catalanen vraagt of ze genoegen zouden nemen met een eigen staat buiten de Europese Unie. Een onafhankelijk Catalonië zou opnieuw lid moeten worden van de EU. Daartoe zou het een toetredingsprocedure moeten doorlopen, waarbij Spanje als bestaande lidstaat vetorecht heeft. Madrid zou Catalaanse toetreding eindeloos kunnen blokkeren – en lijkt dit ook van plan. Zo erkent het als een van de weinige Europese landen niet Kosovo, het Balkanland dat zich na een omstreden referendum afscheidde. Madrid wil geen precedentwerking.
-
Waarom gunt Madrid de Catalanen niet gewoon hun referendum?
Hoofdsteden in andere landen lieten weerspannige regio’s of landsdelen wél stemmen. Québec in Canada, Schotland in het Verenigd Koninkrijk. Zeker voor de huidige, centrum-rechtse regering-Rajoy is dit een gruwel. Zijn Volkspartij, die deels voortkomt uit het Franco-regime, heeft een electoraat dat pleit voor een sterke centrale staat. Bovendien zouden andere regio’s het Catalaanse voorbeeld willen volgen – Baskenland voorop. Een Catalaans en Baskisch vertrek zou Spanje financieel sterk raken.
Voor de impopulaire premier Rajoy is de huidige crisissfeer politiek gunstig. In de rest van Spanje hebben velen wél begrip voor zijn harde lijn. Catalonië hangt vol met esteladas, maar ook in onder meer Madrid hangen mensen nu Spaanse vlaggen aan hun balkon. Sommige van de extra agenten die vanuit Spanje naar Catalonië worden gedirigeerd, zijn bij vertrek uit hun kazernes met vlagvertoon en leuzen als ‘ga ze pakken’ uitgezwaaid.
🎥 Huelva despide a los agentes de la Guardia Civil que parten a Cataluña a hacer cumplir la Ley#APorEllos 💪🇪🇸pic.twitter.com/tU8Id1tmhi
— VOX Noticias 🇪🇸 (@voxnoticias_es) September 25, 2017
Bovendien wordt het nieuws nu al weken bepaald door Catalonië: over de vele corruptieschandalen rond Rajoy en diens PP heeft niemand het meer.
Ook voor de Catalaanse nationalisten heeft de crisis voordelen. Ze organiseren weliswaar hun eigen nederlaag: het referendum zal óf niet doorgaan en sowieso niet snel erkend worden buiten Catalonië. Maar dit zal onder hun achterban het nationalistisch ressentiment jegens Madrid verder voeden. De politici achter de volkspeiling kunnen weliswaar opgepakt en veroordeeld worden, maar dit zal hun in Catalonië een martelaarsstatus geven.
-
Hoe gaat dit nu verder?
Nationalisme smaakt altijd naar meer. Het is een voertuig dat wel van snelheid kan veranderen, maar niet van richting: die is altijd vooruit. Ook van oudsher gematigde Catalaanse nationalisten zijn gaandeweg gaan pleiten voor zelfbeschikking, soevereiniteit, onafhankelijkheid. Sinds het uitkleden van het regiostatuut, in 2010, lijkt de geest bovendien helemaal uit de fles.
Aanvankelijk hadden de Catalanen misschien nog gesust kunnen worden met meer investeringen. Met een eigen belastingregime, zoals de Basken al wel hebben. Of met een herstel van de status van natie. Maar de afgelopen jaren is er amper gesproken tussen Madrid en Barcelona. Ook de middenweg van een federaal Spanje, naar Duits voorbeeld, is nooit serieus verkend.
De separatisten bepleiten daarom via het illegale referendum Spanje voor voldongen feiten te stellen. Ze dachten dat Rajoy voor het uitroepen van de onafhankelijkheid met een aanbod zou komen. Dat bleef uit.
Madrid maakte gebruik van het ultieme machtsmiddel, het inroepen van artikel 155 van de grondwet. Daarmee werd de Catalaanse regioregering gedwongen tot aftreden. Met deze ‘de nucleaire optie’ nam Rajoy de macht in handen. Voor 21 december staan er verkiezingen op de rol.
-
Dreigt er geweld?
Wie geweld en nationalisme zegt, dacht in Spanje altijd aan Baskenland, niet aan Catalonië. De Baskische afscheidingsbeweging ETA zaaide een halve eeuw terreur met ruim achthonderd doden als gevolg. De Spaanse staat sloeg hard terug. In Catalonië daarentegen bleef het nationalisme altijd geweldloos – op enkele aanslagen van Terra Lliure na, maar die gewapende groep kwam nooit echt van de grond.
Sinds het wegkwijnen van de ETA vormt Catalonië voor Madrid intussen een groter probleem dan Baskenland. Bij een poging om het referendum van 1 oktober te voorkomen, probeerden de Spaanse politie en de Guardia Civil op hardhandige wijze in te grijpen. Beelden van geweld gingen de hele wereld over. Er kwam veel kritiek op dat ingrijpen.
Rajoy lijkt daarvan te hebben geleerd. Hij heeft na het uitroepen van de onafhankelijkheid vooral bestuurlijke maatregelen genomen.
De controle over Catalaanse overheidsfinanciën was al eerder overgenomen en ook de regie over de Catalaanse politie is in handen van Rajoy.
-
Kan er niet iemand bemiddelen?
Binnen Spanje heeft de politiek de afgelopen jaren collectief gefaald de Catalaanse kwestie tijdig op te lossen. De koning, die in Spanje een ceremoniële functie bekleedt, vervulde in een speciale speech op 3 oktober bepaald niet de rol van bemiddelaar. De koning schaardde zich volledig achter Rajoy en verdedigde op ouderwetse wijze de Spaanse grondwet.
Felipe volgde in 2014 zijn vader Juan Carlos I op. Die kreeg ook al vroeg in zijn koningschap een grote crisis te verwerken. Op 23 februari 1981 deed kolonel Tejero van de Guardia Civil een poging tot een staatsgreep. De koning, tevens opperbevelhebber van het leger, verscheen in uniform op televisie en riep de kolonel en zijn mannen tot de orde. Juan Carlos smoorde de coup effectief.
-
Kan ik straks nog wel op stedentrip naar Barcelona?
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken roept bezoekers van Spanje op ‘alert’ te zijn rond de stembusgang en manifestaties te vermijden. Tot dusver liepen toeristen geen gevaar in Barcelona, maar toch zou het aantal buitenlandse bezoekers fors zijn teruggelopen in oktober.
Andere EU-lidstaten en de Europese Commissie steunen, in ieder geval naar buiten toe, de juridische aanpak van de Spaanse regering onvoorwaardelijk. Bovendien zijn er meer landen met weerspannige regio’s: Vlaanderen, Veneto, Lombardije, Corsica, Silezië, misschien wel Friesland. In andere hoofdsteden zit men, kortom, niet te wachten op een Catalaans precedent.
-
En FC Barcelona, hoe moet het daarmee?
Die Catalaanse volksclub zou na een Catalaans vertrek uit Spanje buiten de Primera División vallen. De club mag sowieso dit seizoen afmaken in de liga. Er gaan stemmen op om dan maar aansluiting te zoeken tot de Franse competitie, waarin de club van prinsdom Monaco al meedraait. De altijd beladen Clásico tussen Real Madrid en Barcelona zou een interlandvariant krijgen: Catalonië-Spanje.
Twaalf vragen over het referendum