Ron (55), een ex-huisschilder in de bijstand met een drankprobleem, arbeidsongeschikt na twee hartinfarcten, is er klaar mee. Hij wil „het boek sluiten”, de zaak met z’n ex ligt achter hem. Het was vorig jaar „een periode met emotionele woede”, zegt hij. Daarin stuurde hij honderden sms’jes, Facebook- en WhatsApp-berichten, alsook brieven en kaarten. Soms zocht hij wel 45 keer op één dag contact.
Zijn ex raakte er helemaal van in de stress. Ook omdat ze wist dat Ron na de breuk met zijn vorige relatie in háár huis brand stichtte. Van de twaalf maanden straf daarvoor zijn nog vier maanden voorwaardelijk over. Aangezien Ron nog in zijn proeftijd zat, hangen die vier maanden hem nu boven het hoofd. Bij dat vooruitzicht zegt Ron te gaan „shaken” – mogelijk raakt hij dan z’n huis kwijt en komt hij diep in de schulden.
Dit is geen gewone stalkingzaak – vrijwel alles wat Ron schreef was namelijk vrij normaal van toon. Hij miste z’n ex, hield van haar, wilde met haar praten, had spijt, etcetera. Er zat een enkel scheldbericht tussen, maar van concrete bedreiging was geen sprake.
Voor ‘belaging’ eist artikel 285 Wetboek van Strafrecht ‘vrees aanjagen’ dan wel ‘dwang’ om iemand iets te laten doen of laten. Toch vindt de officier van justitie dat zijn ex zich angstig kon voelen, door de hoeveelheid en frequentie van de berichten. Nadat zij hem blokkeerde op WhatsApp en Facebook, ging Ron over op sms – hij stuurde in totaal 540 sms’jes. Daarop gaf zij 53 keer antwoord, meestal: ik wil geen contact.
Nadat Ron ten slotte „in een opwelling” de achterruit van haar Ford Ka met een baksteen had ingegooid, werd hij gepakt en 39 dagen in voorarrest gehouden. Daarna kreeg hij een gebiedsverbod en acht maanden een enkelband.
De meervoudige strafkamer staat nu voor de vraag wat er nog meer moet gebeuren. Ron zijn gedrag laten verklaren is niet makkelijk. Aan de ene kant is hij „er klaar mee” en zoekt hij geen contact meer. Maar door de dagvaarding, waarin een schade-eis van 1.685 euro van zijn ex, is Ron ook gekwetst. En dan kan hij „een beetje emotioneel” worden. Waardoor hij dus, tegen alle verboden in, zijn ex vlak voor de zitting een boodschap stuurde waarin hij teruggave van wat spullen eiste. Ron: „Dat was even een opwelling. Zij krijgt alles voor elkaar en ik niks!” „Maar u weet toch dat u dat niet moet doen”, zegt de rechter. Ja, zegt Ron, „dat is me nu overduidelijk”.
Volgens de reclassering verlaagt drankgebruik zijn grenzen en wordt hij er somber en eenzaam van. Over zijn zelfinzicht en probleembesef is de dienst niet enthousiast. Op afspraken is hij weleens dronken verschenen. Maar Ron vindt dat hij zichzelf onder controle heeft en een goed sociaal leven heeft. Dat hij onvoorspelbaar is en jaloers reageert, is onwaar. „Emotionele momentjes” heeft iedere man alleen wel. „Je wilt toch een leuk vrouwtje op de bank, als man zijnde.”
Ron dronk voor de zitting één biertje „tegen de nervositeit”, bevestigt hij. Biertjes bij Ron zijn halve liters, naar eigen opgave twee tot drie per dag. Maar volgens de reclassering eerder vier tot zes, aangevuld met ‘flessen wijn’. Het advies is Ron bij een crisis gedwongen te laten opnemen ter ontwenning.
De officier heeft voor Ron alvast één opluchting. De vier maanden voorwaardelijk laat ze vallen, omdat niet binnen de juiste termijn een procedurestap is gezet. Ook hoeft Ron niet terug naar de cel – ze eist een onvoorwaardelijke celstraf even lang als zijn voorarrest. De voorwaardelijke strafeis is dan 141 dagen, met twee jaar proeftijd, een contactverbod, behandelplicht en stevig toezicht.
„Wat zou u doen als u haar nu tegenkomt”, vraagt een van de rechters. Ron steekt z’n hand op. „Dan zeg ik hoi en loop ik door. Ik heb geen wraakgevoelens.”
De rechtbank volgt twee weken later de eis van de officier en de adviezen van de reclassering. Ron hoeft alleen de autoruit te vergoeden. Van de medische kosten van zijn ex staat niet vast of ze verband houden met zijn gedrag. Voor de immateriële schade van 1.200 euro wordt ze verwezen naar de civiele rechter.