Reportage

Reformatie bracht een persoonlijk geloof

Luther Protestanten vieren deze week dat Luther 500 jaar geleden zijn 95 stellingen poneerde: een ingrijpende geloofsverandering.

„O, Heer”, zo klinkt het deze zondagochtend in de lutherse Andreaskerk. „Te veel hebben we de naam van Christus in ons eigen voordeel gebruikt. Te vaak hebben we ons geloof onder dreiging van geweld aan anderen opgelegd.”

Met deze schuldbewuste woorden begint zondag in de kerk in Rotterdam-Noord de viering van 500 jaar Reformatie. Komende dinsdag, 31 oktober, is het een half millennium geleden dat de Duitse monnik Maarten Luther (oorspronkelijk Luder) zijn beroemde 95 stellingen publiceerde. Ze waren gericht tegen machtsmisbruik, corruptie en dikdoenerigheid binnen de Rooms-Katholieke Kerk. Het was het begin van een kerkscheuring die de Europese geschiedenis verregaand heeft beïnvloed.

Dat Luther de stellingen aan de poort van de kerk in universiteitsstad Wittenberg spijkerde, is vermoedelijk een apocrief verhaal, ‘stukgecheckt’ door een katholiek historicus. Maar mythevorming is hardnekkig: als knipoog naar het beroemde verhaal hangt een poster met de 95 stellingen op de binnenkant van een van de deuren in de Andreaskerk.

Zoals elk jaar eind oktober herdenkt de kerk, net als veel andere protestantse kerken in Nederland, het begin van de Reformatie. In de Andreaskerk doen ze dat jaarlijks met de Scandinavische en Duitse Zeemanskerken in Rotterdam.

Vanaf de zeventiende eeuw waren het zeelieden uit Zweden, Noorwegen, Finland, Denemarken en Duitsland die in de buurt van de haven een eigen plek zochten voor hun relatief nieuwe godsdienstbeleving. Sommige van de zeemanskerkjes zijn er nog steeds. Ze worden echter allang niet meer bevolkt door massa’s bonkige zeelieden, maar hooguit door enkele tientallen gladgeschoren expats.

Deze zijn in weinig meer te onderscheiden van de ongeveer 300 andere gelovigen die deze zondagochtend eendrachtig Luthers bekendste lied zingen: ‘Een vaste Burcht is onze God.’

Getourmenteerde geloofsbeleving

Met hun komst naar Rotterdam droegen de Duitsers en Scandinaviërs bij aan de vorming van de protestantse noordwesthoek van Europa: ingetogener dan het exuberante zuiden, met een persoonlijker, vaak ook getourmenteerde geloofsbeleving. Het zijn niet de goede werken die uitzicht bieden op Gods genade, zoals de Katholieke Kerk leerde, maar de kracht van het geloof. Of dat krachtig genoeg was, bleef onzeker.

„De kern van Luthers boodschap”, zegt de Haarlemse predikant Sietse van Kammen die net als veel andere protestanten dezer dagen 500 jaar Reformatie viert, „is dat de gelovige zijn relatie met God persoonlijk mag inrichten, zonder druk van de kerk.”

De gelovige is „vrij van” kerkelijke dwang, maar ook „vrij tot” het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid, doceerde een andere protestantse dominee, Margreet Klokke, vorige week zondag in de Haagse Kloosterkerk, met in haar gehoor onder anderen CDA-leider Sybrand Buma. Puttend uit Luthers geschrift Von der Freiheit eines Christenmenschen benadrukte Klokke de vrijheid van de gelovige om bij te dragen aan zijn omgeving, aan de samenleving, zonder er zichtbaar zelf beter van te worden. „De christen als het zout der aarde: smaakmaker voor zijn omgeving, zelf onzichtbaar.”

Zilveren schaal

De Reformatie leverde door Luther en meer nog door Calvijn een soberder geloofsbeleving en dito kerkinrichting op – al bleven katholiek aandoende gebruiken doorsijpelen naar de lutherse diensten. Beide gebruiken bijvoorbeeld bij de collecte onder kerkgangers de zilveren schaal.

Lees ook: NRC Checkt: ‘Protestanten grootste onbekende organisatie’

Ook hier in Rotterdam gaat de open schaal rond. Daarop valt goed te zien of de buurman in de kerkbank een zich ervan afmaakt met 50 eurocent, dan wel een bankbiljet van 20 euro doneert. De bekende zwarte collectezakken in andere protestante kerken geven die controlemogelijkheid niet.

Burgemeester Aboutaleb

Aan het eind van de dienst geeft de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb, samen met zijn vrouw op de eerste rij aanwezig, zijn eigen draai aan de „worsteling” die veel protestanten beleven. Aboutaleb wist niet of hij tijdens religieuze bijeenkomsten, zoals de wijding van een nieuwe Rotterdamse bisschop in 2011, nu wel of niet zijn ambtsketen – teken van neutraliteit van het ambt – om moest doen. Het werd overigens mét ambtsketen, dit vanwege de aanwezigheid van – toen nog – kroonprins Willem-Alexander.

Neutraliteit betekende volgens Aboutaleb niet dat hij als burgemeester naar geen enkele religieuze bijeenkomst in zijn stad mag gaan. Hij wil juist een zo breed mogelijk scala bezoeken. Naar protestanten én katholieken dus. Aboutaleb: „Zo was ik vorig jaar bij de herdenking van, maar liefst, 800 jaar dominicanen.” Het was een echt feest, zo blijkt uit de website van de jarige dominicanen: „Acht eeuwen bestaan is reden voor feest én bezinning. In 2016 doen we dat onder meer met bier […] kunstprojecten en tal van andere activiteiten.” In Rotterdam was er zondag koffie – met appeltaart.