Profiel

Hij is een voorbeeld, maar ook omstreden

Als voorzitter van de Duitse Groenen praat Cem Özdemir met Angela Merkel over de vorming van een nieuwe coalitie. Wie is deze voormalige kleuterleider?

Cem Özdemir zat nog op de middelbare school toen hij voor het eerst de Bondsdag bezocht. En hij was niet op zijn mondje gevallen. Tijdens een schoolreisje kreeg zijn klas een rondleiding in het Duitse parlement, dat toen nog in Bonn was gevestigd. De Groene-politicus, die nu wordt getipt als minister, mogelijk van Buitenlandse Zaken, vertelde er deze zomer over in het weekblad Die Zeit.

Een parlementariër had zich tegenover de scholieren beklaagd dat de zittingen zo ondraaglijk lang duurden, sinds de Groenen in de Bondsdag zaten. „Van de achterste rij riep ik: Mooi zo! Dan moeten jullie tenminste wat uitvoeren!”.

Zijn lerares geschiedenis en maatschappijleer, Ursula Mogg, bevestigde het verhaal in hetzelfde stuk. Ze vertelde hoe „pisnijdig” ze was op Özdemir – die eigenwijze jongen, zoon van Turkse ‘gastarbeiders’, die ze belangstelling voor de politiek probeerde bij te brengen. „Hij wilde absoluut deel uitmaken van Duitsland.”

Özdemir kreeg veel bedreigingen en gaat noodgedwongen met lijfwachten over straat

Toen Özdemir in 1994 in de Bondsdag werd gekozen, was hij de eerste Duitse parlementariër met Turkse wortels. Nu staat hij in Berlijn op de drempel van de macht. Als voorzitter van De Groenen neemt Özdemir (51) deel aan de verkennende gesprekken die moeten leiden tot een nieuwe coalitie onder leiding van Angela Merkel (CDU).

Cem [spreek uit: dzjem] Özdemir werd in 1965 geboren in het stadje Bad Urach, in Baden-Württemberg. Zijn ouders waren in 1961 uit Turkije naar Duitsland gekomen, als ‘gastarbeiders’, zoals men toen zei. Özdemir, die alleen de Duitse nationaliteit heeft, noemt zichzelf spottend ‘een anatolische Zwaab’ (inwoner van Zwaben, de streek waar hij vandaan komt).

Opleiding tot kleuterleider

Zijn vader werkte in een textielfabriek, zijn moeder was kleermaakster. Hun enig kind kreeg de ruimte zijn eigen weg te zoeken, met die lerares als een soort vertrouwenspersoon. Als scholier werd Özdemir al lid van een politieke partij. Maar tot onbegrip van zijn ouders niet van de sociaal-democratische SPD, zoals destijds de meeste immigranten, maar van de nieuwe partij De Groenen.

Nog minder begreep zijn vader dat hij een opleiding tot kleuterleider ging doen. Een man, die gaat spelen met kleine kinderen?

Özdemir kreeg op zijn achttiende de Duitse nationaliteit, ging aan de slag in een jongerencentrum en als journalist bij een lokale krant en een radiostation. Maar de politiek trok. Daarbij speelde vooral de drang zich in te zetten voor het milieu. Hij kwam in het bestuur van de afdeling Baden-Württemberg van De Groenen en toen hij in 1994 in de Bondsdag werd gekozen was dat een grote gebeurtenis – en niet alleen voor hemzelf.

„Voor Turkse Duitsers was dat heel hoopvol”, zegt Hülya Özkan, zelf kind van Turkse gastarbeiders en auteur van het boek In Erdogans Visier. „Hij liet zien dat Turkse Duitsers echt deel van de samenleving waren geworden, en dat ook mensen met een andere achtergrond een rol kunnen spelen in de Duitse politiek. Ze gingen ervan uit dat Özdemir zich in de Bondsdag voor hun belangen zou inzetten.”

Maar als een belangenbehartiger van een specifieke groep heeft Özdemir zichzelf nooit gezien. Hij deinst er niet voor terug standpunten in te nemen die onder Turkse Duitsers heftig omstreden zijn. Zo levert hij regelmatig harde kritiek op president Erdogan. Ook speelde hij in de Bondsdag een leidende rol bij de totstandkoming van een resolutie waarin de moord op en verdrijving van Armeniërs in de Eerste Wereldoorlog als volkerenmoord (‘genocide’) werd omschreven.

Dat heeft hem veel vijanden opgeleverd, in Duitsland maar ook in Turkije, waar hij eveneens regelmatig in het nieuws is, en vaak negatief. „Naarmate Erdogan autocratischer werd nam Özdemirs kritiek toe. Daardoor is het beeld van ‘een man die zijn eigen land verraadt’ ontstaan”, aldus Özkan.

Lees ook het gesprek dat correspondent Juurd Eijsvoogel eerder had met Özdemir: “We moeten Erdogans spel niet meespelen.”

Veel bedreigingen

Özdemir kreeg veel bedreigingen en gaat noodgedwongen met lijfwachten over straat. Taxi’s neemt hij niet meer, want voor je het weet zit je in een heel onaangename ruzie met de chauffeur, vertelde hij vorig jaar. Özdemir is getrouwd met de Argentijns-Duitse Pia Maria Castro, journalist bij de Deutsche Welle. Ze hebben twee kinderen.

Door een schandaal leek zijn politieke loopbaan in 2002 aan een voortijdig einde te zijn gekomen. Özdemir was opgeklommen tot binnenlandwoordvoerder van de fractie, maar moest zijn lidmaatschap van de Bondsdag opgeven. Hij bleek een privélening van een lobbyist en pr-adviseur geaccepteerd te hebben. Bovendien had hij airmiles die hij op werkreizen had verzameld gebruikt voor privéreisjes.

Zo verdween Özdemir uit de politiek en de publieke aandacht. Hij ging in Washington en Brussel aan de slag voor de denktank German Marshall Fund of the United States, bekwaamde zich op het gebied van de buitenlandse politiek, ontwikkelde zich tot atlanticus en maakte in 2004 een politieke comeback in het Europees Parlement.

„Een prettige collega, geen scherpslijper maar een verbinder”, zegt oud-Europarlementariër Joost Lagendijk (GroenLinks), die nauw met hem samenwerkte. Bij de Duitse Groenen staan van oudsher de pragmatische ‘Realos’ tegenover de radicalere ‘Fundis’. Özdemir hoort duidelijk bij de Realos, zegt Lagendijk, „maar niet van het type dat er ook nog eens het mes in zet. Hij staat open voor andersdenkenden. Als er een compromis gevonden moest worden, kon je altijd op Cem rekenen”.

Tekenend voor Özdemir was de manier waarop hij zich onlangs mengde in een gevoelige kwestie rond de islam, die minister van Binnenlandse Zaken De Maizière (CDU) had aangekaart. In delen van Duitsland zouden behalve christelijke ook islamitische feestdagen officieel ingevoerd kunnen worden, opperde de minister – waarop een koor van protest losbrak van politici en opinieleiders die daarin een bedreiging zagen van de christelijke tradities.

Özdemir, die zichzelf een seculiere moslim noemt, hield zich eerst een paar dagen stil. Toen zei hij dat hij geen behoefte ziet aan speciale islamitische feestdagen: moslims kunnen nu al vrij nemen wanneer ze willen. En de christen-democraten, zei hij, „zouden zich beter kunnen bekommeren om belangrijke zaken, zoals dat iedereen uitstekend onderwijs krijgt”.

Als Özdemir inderdaad minister van Buitenlandse Zaken wordt is de vraag wat dat betekent voor de toch al slechte betrekkingen met Ankara. „Als hij in Turkije wat bereiken wil, zal hij zijn hypermoraliserende houding moeten opgeven en een pragmatische politiek moeten voeren”, zegt Hülya Özkan.

Over de mogelijkheid dat Özdemir straks ook vicekanselier wordt onder Angela Merkel, was zijn voormalige lerares Ursula Mogg, zelf al veertig jaar lid van de SPD, deze zomer heel gedecideerd. „Dat hoop ik niet! Ik heb niets tegen een vicekanselier Özdemir, maar in geen geval in deze constellatie”, in een regering zonder SPD. Nu die mogelijkheid de afgelopen weken dichterbij is gekomen, wil ze daar telefonisch nog wel even iets over zeggen: „Ik gun het Cem natuurlijk, maar ik ben blij dat mijn eigen partij nu in de oppositie gaat.”