Van het nieuwe kabinet-Rutte III is het de politiek minst ervaren bewindspersoon die als eerste zijn opwachting mag maken in de Tweede Kamer. Deze maandag begint voor staatssecretaris Menno Snel (Financiën, D66) de doorgaans langdurige behandeling van het Belastingplan voor volgend jaar. In een serie debatten met zowel de Tweede als de Eerste Kamer zal Snel de nieuwe fiscale maatregelen moeten verdedigen die zowel het vorige als het nieuwe kabinet van plan is. Beide Kamers zullen er voor het einde van het jaar mee moeten instemmen.
Nu is dit ‘Belastingplan 2018’ minder ingewikkeld en omvangrijk dan eerdere edities. Rutte II had in zijn demissionaire nadagen nu eenmaal minder ambitieuze plannen op zijn laatste begroting. De tientallen fiscale maatregelen die op Prinsjesdag bekend werden gemaakt – kleine tariefswijzigingen in bijvoorbeeld de inkomstenbelasting en de kansspelbelasting, de afschaffing van de inkeerregeling voor zwartspaarders, verhoging van de energiebelasting – komen voort uit eerdere kabinetsbesluiten en zijn zoals gebruikelijk gebundeld in drie verzamelwetten.
In het nieuwe regeerakkoord staan veel ambitieuzere plannen op fiscaal gebied, zoals de verhoging van het lage btw-tarief (van 6 naar 9 procent), het vereenvoudigen en verlagen van de inkomstenbelasting en een versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek. De meeste van deze als hervorming gepresenteerde beleidsvoornemens zullen pas vanaf 2019 ingaan, en dus pas in de loop van volgend jaar aan het parlement worden voorgelegd.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/web_1110binpresentatiera01.jpg)
Rutte III teert in op de ruimte die Rutte II maakte
Maar er zijn twee uitzonderingen. Rond de vermogensbelasting en de afschaffing van de vrijstelling van het eigenwoningforfait voor huiseigenaren die hun hypotheekschuld al hebben afgelost – de zogenoemde wet-Hillen – zal staatssecretaris Snel met aanvullingen op het Belastingplan komen.
Om met dat laatste te beginnen: het is niet de bedoeling dat de afschaffing van de wet-Hillen – een voornemen dat tegenstanders hebben omgedoopt tot ‘de invoering van een aflosboete’ – al eerder dan in 2019 plaatsvindt. Omdat de Belastingdienst voldoende tijd nodig heeft om de systemen voor deze afschaffing aan te passen, zal de wettelijke behandeling ervan naar voren worden geschoven.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/web_1010ecohyp-1.jpg)
De door Rutte III voorgenomen verruiming van het heffingsvrije vermogen (van 25.000 naar 30.000 euro) zal staatssecretaris Snel al wel per 1 januari 2018 willen laten ingaan. Net als een eerste stap om tot een eerlijker formule te komen van de zogeheten vermogensrendementsheffing. Tot ergernis van veel spaarders en beleggers werd die tot voor kort gebaseerd op een fictief rendement van 4 procent – aanzienlijk hóger dan de huidige rentestand.
Naar verwachting zullen de aanpassingen van het Belastingplan bij de Algemene Financiële Beschouwingen, over twee weken gepland, aan de orde komen.
Voor alle andere nieuwe plannen die komend jaar al geld kosten – denk aan investeringen in onderwijs en defensie – zullen de afzonderlijke begrotingen van de betreffende departementen moeten worden aangepast, ten opzichte van de Miljoenennota die op Prinsjesdag nog door het vorige kabinet is gepresenteerd. Ook die begrotingen zullen de komende tijd door het parlement moeten worden geloodst.