Een gulle lach op het gezicht, louter jubelende zinnetjes uit haar mond. Het begon met een luttele 0,44 van een seconde, waarmee Antoinette de Jong vrijdag haar ervaren ploeggenote Ireen Wüst versloeg op de drie kilometer en haar eerste titel pakte bij de NK afstanden. Zondagmiddag voegde de 22-jarige Friezin daar op de vijf kilometer nog een tweede titel aan toe. „Ik heb een mentale stap gemaakt”, klonk het opgetogen. „Ireen was de kopvrouw, ik bleef altijd in de schaduw.” En nu? Natuurlijk blijft Wüst de kopvrouw. Maar: „Deze wedstrijd bepaalt voor een groot deel het seizoen. Nu moet het gebeuren, dit seizoen moet ik er staan.” En weer die lach.
„Wie het laatst lacht, lacht het best”, stelde routinier Wüst (31), die na haar tweede plaats op de drie kilometer ook tweede werd op de 1.500 meter en derde op de 1.000 meter. Wie weet beter hoe het in olympische seizoenen werkt dan de vrouw van gouden campagnes in 2006, 2010 en 2014? Slechts twee wedstrijden tellen echt. Eerst eind december in Thialf het olympisch kwalificatietoernooi, de genadeloze trials van schaatsgrootmacht Nederland. En natuurlijk de Spelen zelf, in februari in de Gangneung Science Oval in Zuid-Korea. In een matig bezet Thialf ging het dit weekeinde hooguit om plaatsing voor de eerste wereldbekerwedstrijden. Toch werden hier en daar gevoelige eerste tikjes uitgedeeld of geïncasseerd.
Pannekoeken
„Teleurgesteld ben ik eigenlijk niet”, klonk het uit de mond van Wüst. ‘Eigenlijk niet’: niet te veel de echte emotie laten zien. Niemand wil zich zo vroeg in het olympisch seizoen al in de kaart laat kijken. „De eerste pannekoeken zijn voor de kinderen”, sprak oud-wereldkampioen Jan Bos jaren geleden al. Jezelf groot houden en vooruit kijken naar het volgende doel. Hooguit lichaamshouding of een argeloze bijzin verraden de echte gevoelens. Zelfs Sven Kramer kon niet verbloemen dat hij niet onverdeeld gelukkig was over de start van het seizoen. „Ik mag niet klagen maar ik heb me wel eens beter gevoeld.”
Op het oog eindigden de lange afstanden met een niet al te spectaculair gelijkspel. Zaterdag dook Kramer op de vijf kilometer berekenend onder de tijd van Bergsma. Een dag later was het op de tien kilometer andersom en won Bergsma. Big deal? Toch toonde Kramer niet de overmacht van de seizoensopening vorig jaar, toen hij in Groningen drie afstanden won. En in de vorige olympische winter naar Sotsji knalde hij eind oktober in Thialf naar 6.12,89 en 12.46,96. Nu bleef het bij 6.16,15 en 12.58,02. „Ja ik ben een stukje slechter geworden”, zei Kramer. Maar de lach die volgde moest aangeven dat hij het tegendeel bedoelde.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/schaatsen_nk_27_10_deff.png)
Zeldzame nederlaag
Harder was de tik die Kramers ploeggenoot Kjeld Nuis kreeg op de afstanden waarop hij regerend wereldkampioen is. Nadat hij met een zesde plaats naast een wereldbekerticket op de 1.500 meter greep („Ik schaam me kapot”), volgde zondag een tweede teleurstelling met een zeldzame nederlaag op de 1.000 meter in een rechtstreeks duel tegen Kai Verbij: 1.08,30 om 1.08,52. „In eerste instantie was ik wel teleurgesteld dat ik niet won, maar ik ben ook opgelucht over hoe het ging. Dit was een oké-1.000.”
De sterrenploeg van coach Jac Orie, die vorig seizoen bij de WK afstanden goud won op alle afstanden bij de mannen, kende geen beste seizoenstart. De allrounders Douwe de Vries en Patrick Roest grepen naast wereldbekertickets. Jan Smeekens en Hein Otterspeer plaatsten zich op de 500 meter ternauwernood. Maar bij de sprinters glorieerde de Plantinaploeg van coach Gerard van Velde, met de winst van Verbij en een vierde plaats van Thomas Krol op de 1.000 en een compleet podium op de 500 meter: Dai Dai Ntab, Ronald Mulder en Verbij. Tik uitgedeeld op weg naar olympisch goud? „Dat is mijn droom”, zegt Ntab (23). „Maar die is nu nog ver weg.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/data21371078-64f99c.jpg)
De winnaars rekenen van de NK afstanden rekenen zich nog niet rijk. Al was het maar om de concurrentie niet te tergen of wijzer te maken. De flamboyante Koen Verweij, die zich na winst op de 1.500 meter ook als derde plaatst voor de wereldbeker op de 1.000 meter en de massastart won, bleef kalm na zijn glansrijke comeback. „Ik ben goed op weg.” Zelfs Jorien ter Mors vierde haar winst op de 500, 1.000 en 1.500 meter (in 1.54,93, als beste prestatie van het NK beloond met de KNSB Cup) ingetogen. Maar wat een verschil in lichaamshouding met het chagrijn van vorig seizoen, toen het steeds net niet wilde.
De waarde van een seizoenstart met twee titels en een vierde plaats op de 1.500 meter voor Antoinette de Jong? Na de nationale top wil ze nu de internationale top te lijf. Zelfs voor de Tsjechische Martina Sablikova is ze niet bang. „Het geloof is er.”