De Iraaks-Koerdische president Masoud Barzani (71) heeft zondag zijn aftreden aangekondigd. In een brief aan het parlement zegt hij op 1 november afstand te doen van zijn mandaat. Barzani wordt niet vervangen: zijn bevoegdheden worden verdeeld over regering, parlement en de rechterlijke macht.
Barzani werd in 2005 verkozen tot president van de autonome Koerdische regio in Irak. Zijn ambtstermijn liep eigenlijk af in 2015, nadat het parlement in 2013 al zijn mandaat met twee jaar had verlengd, zonder verkiezingen.
Over Barzani’s aftreden wordt al weken gespeculeerd. Vorige maand riep hij een referendum uit over de onafhankelijkheid van Koerdistan, zeer tegen de zin van de Iraakse regering, de buurlanden van Irak én de internationale gemeenschap.
Hoewel meer dan 90 procent van de Koerden voor onafhankelijkheid koos, bleek het een verkeerde gok. Bagdad stuurde troepen, en de peshmerga, de Koerdische paramilitairen, gaven hun posities bijna zonder slag of stoot op. In plaats van dat Koerdistan op de weg was gezet naar onafhankelijkheid, raakten de Koerden alle grondgebied kwijt dat ze de voorbije decennia verwierven.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2017/10/4126b80c-aefd-4e04-afd0-5be835f91fae.jpg)
Grote druk
Sindsdien stond Barzani onder grote druk om af te treden, temeer daar zijn huidige termijn woensdag afloopt. Op die dag hadden verkiezingen moeten plaatsvinden voor een nieuwe president en parlement. Maar die werden uitgesteld toen het Iraaks offensief begon.
Barzani’s vertrek betekent niet dat de rol van zijn machtige familie is uitgespeeld. Barzani’s neef Nechirvan is de huidige premier; zijn zoon Masrour staat aan het hoofd van de inlichtingendiensten. Ongetwijfeld gaat ook Barzani zelf in de toekomst nog een rol spelen achter de schermen.
Zijn vertrek kan wel een dialoog met Bagdad vergemakkelijken. Want de repercussies van het referendum zijn nog lang niet uitgespeeld. Hoewel de overname door Bagdad van de zogeheten betwiste gebieden relatief geweldloos verliep, is er vorige week wel gevochten in het noordwesten, vlakbij het drielandenpunt van Turkije, Irak en Syrië.
Troepen en milities getrouw aan Bagdad willen daar de grenspost van Fish-Khabur heroveren op de Koerden. Fish-Khabur ligt in de Koerdische provincie Dohuk, en is dus geen betwist gebied. Maar Bagdad claimt nu ook de controle over de buitengrenzen van Irak, inclusief die grensposten die sinds 1991 de facto door de Koerden worden bezet.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/data21133205-d28c01.jpg)
Drielandenpunt
„De grenzen zijn de bevoegdheid van de Iraakse regering”, zei de Iraakse premier Abadi daar dinsdag over in The Washington Post. „Het is onze intentie om deze taak tot een einde te brengen”.
Het drielandenpunt is ook waar de Iraakse en Koerdische olie- en gaspijpleidingen naar Turkije samenkomen. Als Bagdad er opnieuw de controle heeft, kan het een einde maken aan de eigen verkoop van olie en gas door Koerdistan, een oud zeer.
De grenspost van Fish-Khabur is tevens de levensader van de Democratische Federatie van Noord-Syrië, beter bekend als Rojava. De Koerdische rebellen daar zijn verwant aan de Turks-Koerdische PKK, door Turkije als terroristen beschouwd. Turkije heeft daarom zijn volledige steun toegezegd aan het Iraakse plan om de controle over de buitengrenzen te herstellen.
Maar het sluiten van de grenspost – het is onduidelijk of hij nog open is – kan ook gevolgen hebben voor de bevoorrading van de Syrische Democratische Strijdkrachten, de voornamelijk Koerdische militie die vanuit Rojava met Amerikaanse steun tegen Islamitische Staat vecht. Artsen zonder Grenzen (AzG) waarschuwt bovendien dat alle humanitaire hulp via Fish Khabur verloopt. Een sluiting kan miljoenen mensen in Syrië treffen en mogelijk duizenden levens kosten, aldus AzG.
Een staakt-het-vuren tussen de Iraakse regeringstroepen en de Koerden moet volgens premier Abadi de vreedzame ontplooiing van federale troepen toelaten „in alle betwiste gebieden, inclusief in Fish-Kabur en langs de internationale grens”. De Koerden gaan daarmee akkoord.