NRC checkt: ‘Amerikaanse vissen zijn stoned van de antidepressiva’

Zijn Amerikaanse vissen echt zo stoned van de antidepressiva in het water dat ze zich laten opeten? Linda schreef het deze maand. Wij checkten het.

Foto iStock

De aanleiding

Het tijdschrift Linda staat deze maand in het teken van alle pilletjes die we slikken. Xtc, ritalin, Prozac en Viagra; heel Holland slikt, aldus het tijdschrift. Eén stuk gaat over antidepressiva en andere ‘pretpillen’. Er zitten antidepressiva in ons natuurwater, schrijft de auteur. „Amerikaanse vissen zijn zelfs zo stoned van de antidepressiva dat ze zich laten opeten door roofdieren, omdat ze geen gevaar meer zien.” We checken of dat klopt.

Waar is het op gebaseerd?

De auteur van het stuk haalde het voorbeeld “uit de krant”, mailt ze in een reactie. Ze wist niet meer welke. Onder andere nu.nl en Joop schreven over vissen waarbij antidepressiva waren aangetroffen in de hersenen.

En, klopt het?

De stukken verwijzen naar een onderzoek van augustus dit jaar door de State University of New York in Buffalo. Onderzoekers troffen resten van antidepressiva aan in de organen van vissen in de Niagara-rivier. De resten werden onder andere aangetroffen in de hersenen, lever en spieren.

Volgens de onderzoekers komen de antidepressiva in het water via menselijke urine. Dat zit zo: mensen die antidepressiva slikken, plassen resten van deze medicijnen uit, rioolwaterzuiveringsinstallaties kunnen die resten niet uit het rioolwater filteren. Daardoor komt gezuiverd rioolwater met resten van antidepressiva in het natuurwater terecht.

Het is niet voor het eerst dat onderzoekers resten van antidepressiva vinden in Amerikaanse meren en rivieren. In 2005 werden antidepressiva aangetroffen in de organen van vissen in Texas. In 2010 bleek uit onderzoek, gepubliceerd in Environmental Science & Technology, dat er antidepressiva zaten in de organen van baarzen in de Boulder Creek in Colorado en de Fourmile Creek in Iowa.

En het probleem is er ook in Nederland; het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) waarschuwde vorig jaar nog voor de hoeveelheid medicijnen die in het Nederlandse oppervlaktewater terechtkomt. En in 2003 waarschuwde Rijkswaterstaat al voor de gevolgen van resten van geneesmiddelen in oppervlaktewater. Bijvoorbeeld de hormonen die in anticonceptiepillen zitten konden grote gevolgen hebben voor het hormoonsysteem van vissen.

In een ander onderzoek, van de University of Wisconsin-Milwaukee uit 2013, werd in laboratoria onderzocht wat voor effect fluoxetine, een antidepressivum dat in oppervlaktewater was aangetroffen, heeft op het gedrag van de Amerikaanse dikkop-elrits. Gedurende vier weken werd een hoeveelheid fluoxetine aan het leefwater toegevoegd die vergelijkbaar was met de hoeveelheid die in natuurwater was aangetroffen. Het toevoegen van fluoxetine had volgens de onderzoekers effect op het paringsgedrag en ook het verdedigingsgedrag van de vissen. Mannetjesvissen werden agressiever. En de mannetjesvissen werden ook minder alert op gevaren. In 2008 werd in een onderzoek aan de Universiteit van São Paulo dit gevolg van fluoxetine ook gezien bij meervallen en karpers.

De onderzoekers van de University of Wisconsin-Milwaukee zagen wel dat het gedrag van de vissen weer natuurlijk werd als ze weer in water zonder hoge concentraties van fluoxetine zwommen.

Conclusie

In zowel Amerikaans als Nederlands oppervlaktewater zijn de laatste jaren vissen gevonden met resten van antidepressiva in de organen. Uit andere onderzoeken is gebleken dat antidepressiva invloed hebben op het gedrag van vissen, waaronder dat ze minder alert zijn voor gevaar. We beoordelen de bewering als waar.

Ook een bewering zien langskomen die je gecheckt wilt zien? Mail nrccheckt@nrc.nl of tip via Twitter met de hashtag #nrccheckt