De zoon van Susanne en Chris was 13 en zat in de eerste klas van het gymnasium toen hij niet meer naar school wilde. Het begon met af en toe ziek melden, uiteindelijk ging hij helemaal niet meer. Dat heeft drie jaar geduurd.
Ze hebben ook een dochter. Beide kinderen zijn gezond, intelligent en ze ontwikkelden zich normaal. Susanne: „De kinderen gingen altijd goed om met de ruimte en vrijheid die ze van ons kregen. Grenzen hoefden we zelden te handhaven, omdat ze die nauwelijks overschreden.” Hun zoons weigering naar school te gaan, stelde hen voor hun eerste echte opvoedprobleem.
Want wat zou u doen als ouder? U oefent uw gezag uit: ‘Je gaat, omdat ik het zeg’. En als het kind niet luistert, hoor ik u denken, dan dwingt u het gewoon. Aha, en welke middelen heeft u dan tot uw beschikking? Overreden? Schreeuwen? Dreigen? Spullen afpakken? En anders smeken, omkopen, verleiden. Of u zou hem bij kop en kont uit bed hebben gesleurd, en naar school geschopt. En wat als dat niet helpt? Nog meer geweld?
Susanne en Chris praten graag over wat ze de moeilijkste jaren ooit noemen, al was het maar om achteraf zelf te analyseren wat er precies is gebeurd. Omwille van de privacy van hun zoon blijft hun achternaam achterwege. Ze zijn beiden 52, hij is IT-specialist, zij praktijkondersteuner bij een huisarts. Ze zeggen: „We hebben alles geprobeerd.” De leerplichtambtenaar is erbij geweest, de dokter, de crisisdienst. Maar hun zoon trok alleen de deken nog wat verder over zijn hoofd. Susanne: „We waren in deze extreme omstandigheden niet in staat invulling te geven aan het ouderschap.”
Chris en Susanne voedden hun kinderen op zoals veel ouders van nu dat doen. „Gezag en autoriteit zijn sinds de jaren zestig in de ban,” zegt klinisch psycholoog Eliane Wiebenga. „Ouders willen vrienden met hun kinderen zijn en als gelijken met elkaar omgaan”, zegt Hans Bom, ook klinisch psycholoog. „Onder invloed van de hechtingstheorie en de vrijheidsidealen zijn ouders liefde, ruimte en aandacht voor het kind belangrijker gaan vinden dan discipline en gehoorzaamheid.”
Begripvol opvoeden is niet voldoende
Met liefde- en begripvol opvoeden is niks mis, zeggen gezinstherapeuten Bom en Wiebenga. Het is alleen niet voldoende, en dat merk je pas als het misgaat. Vervang ‘niet naar school willen’ eens door ‘niet willen eten’, of bedenk iets anders wat een kind van u moet, maar verdomt: op tijd thuis zijn, meehelpen in huis, insuline spuiten. Of wat van u niet mag maar toch gebeurt: blowen, drinken, (u) uitschelden of bedreigen, van huis weglopen.
Wat doe je dan? Wiebenga: „Ouders raken onzeker over wat dan de juiste aanpak is. Vaak vallen ze terug op de autoritaire opvoedstijl die ze uit hun eigen jeugd kennen.” Met de bijbehorende sancties en straffen. Huisarrest, zak- of kleedgeld inhouden, telefoon afpakken. Maar kun je een beroep op je autoriteit doen als je die nooit eerder hebt laten gelden? Kun je gehoorzaamheid afdwingen als je tot dan toe altijd alles overlegde?
Wiebenga en Bom zien in hun praktijk voor gezinstherapie dat dat niet werkt. Kinderen, eenmaal opstandig, zullen zich nog fermer verzetten. En dan is er niet heel veel meer nodig om in een spiraal te raken van preken, vitten, straffen, belonen, toegeven, opgeven en negeren. Met, als je pech hebt, een hardnekkig gedragsprobleem bij het kind dat je daarvoor zo zorgeloos opvoedde. Wiebenga: „Een kind kan met z’n gedrag het hele gezin terroriseren, of op z’n minst domineren.”
Geweldloos verzet in gezinnen
Voor ouders die het niet meer weten, hebben Wiebenga en Bom een oplossing. Zij introduceerden de opvoedmethode ‘geweldloos verzet in gezinnen’ van de Israëlische hoogleraar Haim Omer in Nederland. De methode wordt geadviseerd en toegepast door gespecialiseerde ggz-instellingen bij ernstiger gedragsproblemen, maar ook bij ‘normale’ conflicten binnen het gezin maakt de methode ouders minder machteloos. Het kan gaan om kinderen in de puberleeftijd, maar ook veel jongere kinderen. Wiebenga:
„De methode herstelt de gezagsfunctie van ouders, het geeft hun weer de regie over de opvoeding. De combinatie van grenzen én liefde geven noemen wij verbindend gezag.”
Geweldloos verzet is gebaseerd op de strategieën van Gandhi, Mandela en King, om de strijd aan te gaan zonder wapens. Is opvoeden dan een strijd? Dat kan het wel worden, zegt Wiebenga. Met provocaties, beledigingen, dreigementen, verlies van zelfbeheersing en soms klappen. Gezellig is anders, zeker voor de andere kinderen in huis. Geweldloos verzet is vechten zonder geweld, zowel fysiek als verbaal.
De oorzaak voor extreem dwars of agressief gedrag wordt vaak gezocht bij het kind. Die zal wel wat mankeren. Die moet in therapie of aan de medicijnen. Bom: „Zelfs al heeft het kind een stoornis, dan rechtvaardigt dat nog niet agressief of zelfdestructief gedrag.” Bij geweldloos verzet wordt niet het kind ‘behandeld’, maar de ouders. Bom: „Wat belemmert hen de opvoeder te zijn die ze willen zijn?”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/09/data20385358-7c54ec.jpg)
Chris komt uit een groot Indisch gezin, met een autoritaire vader. „Zelf was ik een dociel kind. Ergens had ik wel bewondering voor de vasthoudendheid van onze zoon.” Susanne had een zusje met anorexia. „Het maakte me kwaad dat ik weer in een situatie zat waarbij het allemaal om één gezinslid draaide.”
Stap één: Teken protest aan (letterlijk)
Bom en Wiebenga geven groepstherapie aan ouders. Onder hun begeleiding maken de ouders een plan. Stap één is: protest aantekenen. Letterlijk. In een brief (de „aankondiging”) schrijven ze hun kind welk gedrag ze niet meer zullen accepteren. Niet meteen een hele waslijst, alleen de twee of drie grootste klachten of problemen. Susanne en Chris schreven hun zoon dat ze zijn langdurig schoolverzuim niet langer tolereerden. Wiebenga: „De ouders leggen ook vast dat ze niet langer zullen schreeuwen of willekeurig straffen. Ze zeggen alleen: dit willen we niet meer.” Onderdeel van de methode is ook dat de ouders „hulpbronnen” inschakelen. Dat kunnen familieleden, buren of vrienden zijn. „Daarmee is het niet alleen meer iets tussen jou en je kind. Anderen zijn op de hoogte van wat er bij jullie thuis gebeurt en kunnen bemiddelen.”
Wat doe je als het kind toch niet naar bed gaat/niet opstaat/je uitscheldt? Niks. Althans, niet meteen. Mantra van geweldloos verzet is: smeed het ijzer als het koud is. Maar, om in de oorlogsterminologie te blijven, dan capituleert de ouder toch? Bom: „Nee, je voorkomt juist dat het een machtsstrijd wordt.” Op een later moment, als de rust is weergekeerd, kom je op het gebeurde terug. In de vorm van een sit-in, bijvoorbeeld.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/09/data20039276-c5c917.jpg)
Wiebenga: „In plaats van het kind naar zijn kamer te sturen om in eenzaamheid zijn zonden te overdenken, gaat de ouder naar de kamer van het kind, vraagt het kind om een oplossing voor het ongewenste gedrag en blijft kalm zitten. Desnoods een uur.” Echt? „Ja. Je zegt ermee: ik ben hier, ik blijf, ik laat je niet in de steek.” Zullen ze leuk vinden, die kinderen. „Ze zullen misschien nóg bozer worden, of proberen jou kwaad te krijgen. Met een razende ouder weten ze wel raad, maar een vastbesloten ouder is een nieuwe ervaring. Het maakt in elk geval indruk.”
Stap twee: Wees aanweziger in het leven van je kind
Opdracht twee voor „handelingsverlegen” ouders is: hun aanwezigheid in het leven van hun kind vergroten. Wiebenga: „Soms zou je hun iPhone willen zijn. Vraag gewoon wat ze op Instagram of Snapchat doen. Toon oprecht belangstelling voor hun leven. Connectie komt vóór correctie.” Vraag wie hun vrienden zijn, noteer hun namen. En die van hun ouders, mét hun telefoonnummers. „Kleine moeite om voorafgaand aan een slaapfeestje even de ouders te bellen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/data21134897-1fc38d.jpg|//images.nrc.nl/REVODD-JvsMIHJCr1Oti4IbcTu4=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/data21134897-1fc38d.jpg)
Illustratie Anne van Wieren
Klinkt dat als controle? Dat kan het worden, zodra zich iets voordoet. „Komt een kind niet thuis, dán bel je z’n vrienden. Bij voorkeur niet meteen degene bij wie je vermoedt dat hij is, maar juist ook de anderen. Zeg dat je ongerust bent, en vraag of ze dat willen overbrengen.” Leuk zal je kind het niet vinden. „Maar jij maakt duidelijk: ik ben je ouder, ik wil je niet kwijt.”
Afhankelijk van de ernst van de situatie kan er worden opgeschaald. De sit-in kan uitmonden in een staking van een paar dagen, waarbij ouders en kind het huis niet verlaten voor er een oplossing is. Brengt een kind z’n dagen door in een onguur kraakpand of hangt het altijd op straat met vage kennissen, bezoek dan het pand, stel je voor aan z’n kennissen. „Nooit boos of bestraffend. Wel waakzaam.”
Tot een acute verandering van gedrag leidt de methode niet. Maar als de strijd eenzijdig wordt gestaakt, knapt de sfeer in huis meestal wel meteen op. Wiebenga: „Wat belangrijk is, is dat ouders relatiegebaren maken.” Kleine attenties, die los staan van goed gedrag. Het lievelingseten klaar maken, hun lekke band repareren.
„Daarmee laat je zien dat je nog van ze houdt. Wees niet beledigd als ze alles afwijzen. Probeer het opnieuw. ”
Geweldloos verzet als alternatief voor te toegeeflijk opvoeden of doorschieten in lik op stuk. Susanne en Chris hebben de methode ook toegepast, inclusief aankondiging, sit-ins en verhoogde aanwezigheid. Hun zoon heeft gesteigerd en gedreigd en is een nacht van huis weggelopen. Nu is hij 18 en doet vier havo in het speciaal onderwijs. „Of de methode de doorslaggevende oplossing is geweest, zullen we nooit weten. Toch is het voor ons van onschatbare waarde geweest. Wij zijn krachtiger ouders geworden.”