Het Huis voor Klokkenluiders, dat mensen bijstaat die misstanden op het werk melden, verkeert in crisis. In de zestien maanden dat het Huis nu bestaat is nog niet één onderzoek naar een gemelde misstand afgerond.
Doordat concrete onderzoeksresultaten uitblijven, houden de misstanden aan en raken klokkenluiders gefrustreerd. Mede om die reden is bestuursvoorzitter Paul Loven vorige week voortijdig opgestapt. Vlak voor zijn vertrek heeft hij met de vier andere bestuursleden voormalig topambtenaar Maarten Ruys gevraagd onderzoek te doen naar de problemen bij het Huis.
Ruys geldt als een zwaargewicht in Den Haag en is beschikbaar omdat hij net zijn onderzoek naar de torenhoge declaraties van de Centrale Ondernemingsraad bij de Nationale Politie heeft afgerond.
Grote wrijving
Uit onderzoek van NRC blijkt dat er de afgelopen maanden grote wrijving is ontstaan tussen de bestuursleden onderling over de manier waarop het Huis omgaat met meldingen van klokkenluiders. Woordvoerder Arjen Wilbers zegt daarover: „De manier waarop de wet nu is ingericht, maakte het voor Loven moeilijk om de verbindende rol van voorzitter in te vullen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/07/0407binloven.jpg)
Hij pleit voor een snelle ingreep: „Er moet iets gebeuren. Wij zijn een nieuwe organisatie. Wij werken voor en met kwetsbare mensen en kunnen niet te lang wachten op de noodzakelijke verbeteringen. Het onderzoek richt zich daarom op de wet én op onze eigen organisatie.”
Het in Utrecht gevestigde Huis is op 1 juli 2016 geopend en moet een veilige vluchtheuvel vormen voor klokkenluiders. Het Huis is een plek waar ‘melders’ niet fysiek verblijven maar waar ze terecht kunnen voor onder meer advies en psychosociale bijstand. Ook kan het Huis zelfstandig onderzoek doen naar maatschappelijke misstanden.
Dat laatste is uniek in de wereld, maar komt totaal niet van de grond. Uit circa achthonderd meldingen zijn er inmiddels zo’n dertig onderzoekswaardige kwesties naar boven gekomen. In de afgelopen periode is daarvan de helft op allerlei formele gronden niet-ontvankelijk verklaard, zeggen betrokkenen.
Het onderzoek naar de andere helft stagneert. Wilbers: „De praktijk is weerbarstiger dan de theorie. Het kost veel meer tijd en capaciteit dan gedacht.”
Inmiddels heeft een aantal klokkenluiders, die hoopten dat het Huis hen zou helpen, zich teleurgesteld gemeld bij Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP, drijvende kracht achter het Huis) en bij de Expertgroep Klokkenluiders. Deze belangenorganisatie zou worden opgedoekt zodra het Huis voor Klokkenluiders goed zou functioneren, maar is door de gang van zaken actief gebleven.
‘Klokkenluiders in de kou’
Ronald van Raak: „De wet is er, het Huis is er, nu moet de organisatie snel normaal gaan functioneren. Het is heel erg voor klokkenluiders dat er nog geen onderzoeksresultaten zijn.”
Paul Schaap, voorzitter van de Expertgroep, zegt dat het Huis klokkenluiders in de kou laat staan. „Ze handelen in strijd met de wet door grote misstanden niet te willen onderzoeken en naar allerlei formele excuses te zoeken om dat maar niet te hoeven doen.”
Het is niet voor het eerst dat de Utrechtse organisatie in opspraak raakt. In maart meldde NRC dat er een medewerker van inlichtingendienst AIVD gedetacheerd was geweest bij het Huis voor Klokkenluiders. Dit gegeven, dat melders van misstanden zou kunnen afschrikken, leidde intern ook al tot spanningen.