Exterieur van het Paleis van Justitie in Arnhem.

Foto Lex van Lieshout/ANP

Interview

‘Je kunt niet rechtspreken op basis van onderbuikgevoelens’

Als rechter legde Anja van Holten tbs op aan verdachten die onderzoek weigerden.

Een tbs-maatregel opleggen, óók als de verdachte niet wil meewerken aan een uitgebreid psychiatrisch onderzoek. Het komt vaker voor dan men denkt, zegt Anja van Holten, raadsheer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Zelf heeft zij een aantal keren tóch zo’n maatregel opgelegd in haar zeventien jaar lange rechterscarrière. Op de vraag wat de doorslag gaf zegt zij: „Het totaalplaatje. Niet één specifiek iets.”

Michael P., verdacht van betrokkenheid bij de verdwijning en dood van de 25-jarige Anne Faber, kreeg in 2011 geen tbs nadat bewezen werd geacht dat P. twee meisjes uit Nijkerk bruut had verkracht. Op de vraag of de rechter in zijn geval een andere keus had, wil Van Holten (54) geen antwoord geven. „Ik laat mij niet uit over beslissingen van collega’s”, zegt zij.

Anja van Holten in 2012. Robin van Lonkhuijsen / ANP

Er zijn twee criteria voor het opleggen van een tbs-maatregel: heeft de verdachte een psychiatrische stoornis en vormt hij een gevaar voor de samenleving? De ene rechter oordeelt ook zonder uitgebreid psychiatrisch rapport dat aan die criteria is voldaan, de andere niet. Bij geweldsmisdrijven kan tbs onbeperkt worden verlengd, mits er een risico op herhaling is.

Welke mogelijkheden heeft de rechter, los van het psychiatrische rapport, om tot een goed oordeel te komen?

„Een rechter kan een ‘bevel observatie’ opleggen. In dat geval wordt een verdachte geobserveerd in het Pieter Baan Centrum (PBC). Deskundigen observeren zijn gedrag in relatie tot andere bewoners, de groepsleiding, bezoek en personeel. Daaruit kan het vermoeden ontstaan – of meer dan dat – dat er sprake is van een stoornis.

Als verdachten niet willen meewerken aan een onderzoek, mag je als rechter naar alle rapporten kijken die ten behoeve van justitie zijn gemaakt. Je mag deskundigen op de zitting bevragen die verdachten in het PBC hebben geobserveerd. En in je oordeel mag je ook meewegen hoe verdachten zich op een zitting of tijdens verhoren hebben uitgelaten.”

Zijn de verslagen die daaruit voortvloeien in uw ogen gelijkwaardig aan een psychiatrisch rapport?

„Het is beperkter. Bij een psychiatrisch rapport moeten verdachten bijvoorbeeld meewerken aan een intelligentietest. Daartoe kun je hun in andere gevallen niet dwingen. Maar tegenwoordig zijn de observatieverslagen ook bij ‘weigerverdachten’ steeds uitgebreider. Het PBC heeft sinds kort een afdeling waar men probeert deze mensen geheel of gedeeltelijk te laten meewerken aan onderdelen van het psychologische onderzoek. Er is veel behoefte aan informatie bij rechters.”

Met welke dilemma’s kreeg u te maken bij het bepalen: wel of geen tbs?

„Ik vind het moeilijk om concrete zaken te noemen, maar in zijn algemeenheid kun je zeggen dat makkelijker te bepalen is of een verdachte psychotisch is, dan of hij een persoonlijkheidsstoornis heeft. Mensen met zo’n stoornis kunnen zich soms heel aangepast gedragen, zeker als ze intelligent zijn. Niemand die denkt: er is iets aan de hand.”

Bart van U, de moordenaar van Els Borst, heeft last van schizofrenie, en was een zorgmijder. Hulpverleners hadden meer aandacht moeten hebben voor zijn psychische problemen, oordeelde de Inspectie voor de Gezondheidszorg eerder dit jaar.

„Ik ken die casus alleen uit de media, maar: ja, er zijn situaties waarin het moeilijk is een goede inschatting te maken.”

Rechters staan voor een ‘duivels dilemma’, wordt wel gezegd.

„Het kan een lastige afweging zijn. Maar als rechter moet je motiveren waarom je vindt dat er sprake is van een stoornis en waarom er volgens jou een gevaar is. Je kunt niet recht spreken op basis van onderbuikgevoelens.”

In een petitie die een paar honderdduizend keer werd getekend, wordt opgeroepen de wet te veranderen. Begrijpt u de onrust?

„Jawel. Maar je kunt verdachten niet verplichten om mee te werken aan hun eigen beschuldiging. Dat is de basis van ons rechtssysteem. Ik zie dat niet veranderen – daargelaten of het een oplossing is.”