In vluchtelingenstad ‘Zatopia’ krijgt iedereen een huisje met zonne-energie, een lap grond, werk, gestreamde toegang tot colleges van Harvard en een door Europeanen opgeleide politiemacht. Vluchtelingenartsen staan klaar in mooie nieuwe ziekenhuizen, op het bedrijventerrein aan de rand van Zatopia heeft een Amerikaanse technologiereus een campus geopend en wie zich gedraagt, krijgt na een jaar tijdens een feestelijke ceremonie een vluchtelingenpaspoort, want dan telt hij weer mee in de wereld.
Voormalig politicus Femke Halsema geeft Europa in haar essay Nergensland – nieuw licht op migratie (Ambo | Anthos, september 2017) bovengenoemd antwoord op het vluchtelingenopvangprobleem. Als voorzitter van de Stichting Vluchteling bezocht zij de afgelopen jaren échte vluchtelingenkampen, met steeds weer diezelfde kilometerslange, stoffige paden met troosteloze UNHCR-tenten erlangs. Pijnlijker nog dan de confrontatie met honger en stank, vond ze die met mensen die in die kampen weliswaar niet meer vermoord worden, maar daar niets voor in de plaats kregen. Ze kwijnen weg, in limbo. En dan te bedenken dat vluchtelingen er gemiddeld 17 jaar moeten blijven.
De grenzen van ons mooie Europa dan maar opengooien voor de Nergenslanders is wat Halsema betreft niet aan de orde; dat zou alleen maar leiden tot een „run van Afrikaanse jonge mensen op zoek naar toekomstperspectief”. Die jongelui buitensluiten, desnoods met geweld, is ook weer zowat, want: „Met welk recht ontzeggen wij die mensen onze welvaart, onze veiligheid en ons geluk?”
Wel recht op ons geluk, maar dan ergens anders? In Zatopia, gebouwd in hun eigen regio, zijn de vluchtelingen blij, want ze krijgen hun waardigheid en mensenrechten terug. Ook Europese politici zal het bevallen, meent Halsema, want die worden dankzij Zatopia „van hun verlammende machteloosheid verlost”.
Dat Europese politici verlossing van machteloosheid nodig hebben, is echter een vergissing van Halsema. De vluchtelingenopvang zoals die bestaat, in vieze, propvolle kampen met gebrek aan alles, is bewust beleid. De kampen zijn onderdeel van de Europese regionalisatiestrategie, waarin het ‘vluchtelingenprobleem’ zover mogelijk van Europa ingedamd dient te worden.
Aanzuigende werking van jewelste
In hulp-jargon heten de kampen UNHCR-republieken, omdat het bestuur ervan door de gastlanden aan de UNHCR wordt overgelaten. De republieken hebben eigen grondgebied (de kampen) en eigen ingezetenen (honderdduizenden honger- en oorlogsslachtoffers). De hulpprojecten van de UNHCR-regeringsdonoren zijn de publieke sector van de republiek (onderwijs, gezondheidszorg, water, sanitair). De mate waarin ‘nationale’ ideologieën er aanslaan (denk aan gender equality en democratisering) is de lat waarlangs donoren besluiten hoeveel geld de UNHCR in de kampen te besteden krijgt.
Het enige verschil tussen de bestaande UNHCR-republieken en Halsema’s Zatopia’s is dat de regeringsdonoren in Zatopia hun geld niet aan de UNHCR, maar aan de Zatopiaanse gemeenteraad overhandigen om de vluchtelingen in staat te stellen hun lot in eigen handen te nemen. Maar zelfs met mijn grootste roze bril op kan ik niet verzinnen waarom donoren dat zouden willen. Vluchtelingenstromen ontstaan in ’s werelds minst stabiele regio’s, waar hongersnoden opzettelijk gecreëerd worden en hele bevolkingsgroepen over de kling worden gejaagd. De oase Zatopia, met zijn stromende water, moestuinen, computers en zonnepanelen, gaat een aanzuigende werking van jewelste hebben, op nog veel meer vluchtelingen in de wijde omgeving én op de armlastige lokale bevolking. De donoren willen het opvangprobleem inperken, niet uitbreiden, dus daar zitten ze niet op te wachten.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/09/data20529244-1998f8.jpg)
En wie gaat de lokale rondschuimende warlords bij de Zatopia’s weghouden? Halsema geeft in haar plan de VN het geweldsmonopolie. Zou ik zelf niet doen. Het gros van de ‘safe havens’ en ‘veilige enclaves’ die onder bescherming van de VN hebben gestaan gingen in bloed en tranen ten onder. Srebrenica, Kibeho, Goma, de ‘peace villages’ in Sudan: honderdduizenden vluchtelingen werden onder de ogen van mandaat- en wapenloze VN-blauwhelmen afgeslacht. Als we de Zatopianen veilig willen houden, zullen we ze moeten bewapenen. Maar op vluchtelingen met raketwerpers en geweren zitten regeringsdonoren niet te wachten; voor je het weet valt de enclave en banen ze zich schietend een weg naar het veilige Europa.
Noodzaak politieke oplossing verdwijnt
Het grootste bezwaar van de Zatopia’s is nog wel dat als ze er eenmaal staan, de noodzaak voor het zoeken naar politieke oplossingen voor vluchtelingenstromen verdwijnt. Kijk naar de vluchtelingenstroom uit Syrië; nu die ‘onder controle’ gebracht is met een Turkijedeal, heeft de internationale gemeenschap de verwijdering van Assad, de aanstichter van alle leed, van het prioriteitenlijstje geschrapt. Zonder politieke oplossingen zal de gemiddelde verblijfsduur in de vluchtelingensteden de 17 jaar ver overstijgen. Waarschijnlijk kunnen mensen zelfs nooit meer naar huis.
Europa zucht, kreunt, zeurt en wentelt zich in slachtofferschap over Afrikaanse jongeren en oorlogsvluchtelingen die ons rijke, veilige Europa op de tocht komen zetten, maar in het echt gaat alle ellende aan ons voorbij. De crisis is niet in Europa. Tachtig procent van alle vluchtelingen en ontheemden ter wereld zit berooid en ondervoed in kampen, of in platgebombardeerde steden en dorpen, ver weg van Europa. Het enige waarvan het streven naar Zatopia Europeanen verlost, is van een slecht geweten. Verder verandert het niets.