Twee jaar nadat Rutte II een grote herziening van de regels rond de arbeidsmarkt invoerde, gaat
Het kabinet wil „vast werk minder vast maken en flexwerk minder flex”. Volgens de economen van het Centraal Planbureau zullen de verschillen tussen ‘vast en flex’ door deze maatregelen inderdaad kleiner worden. De bedoeling is dat mensen vaker een vast contract krijgen.
Werkgevers mogen straks weer drie jaar achter elkaar een tijdelijk contract geven voordat ze een vast contract moeten aanbieden. PvdA-minister Lodewijk Asscher bekortte die periode in 2015 juist naar twee jaar.
Kleine bedrijven (maximaal 25 werknemers) hoeven niet meer twee jaar loon door te betalen van zieke werknemers, maar één jaar. Ze gaan de kosten hiervoor zelf opbrengen: via een hogere premie voor arbeidsongeschiktheid die alle kleine werkgevers gaan betalen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/web_1110binpresentatiera01.jpg)
Er komt een minimum uurtarief voor zzp’ers. Als zij weinig verdienen en langer dan drie maanden voor een bedrijf werken, zijn zij volgens het kabinet werknemers. Zij hebben dus recht op dezelfde bescherming als werknemers. Het minimale zzp-tarief komt waarschijnlijk te liggen „in een bandbreedte tussen de 15 en 18 euro per uur”. Wie minder verdient, beschouwt het kabinet als een werknemer.
De andere zzp’ers moeten minder worden gehinderd door overheidsregels als ze opdrachten aannemen. Straks moeten werkgevers een ‘opdrachtsgeversverklaring’ invullen over hun arbeidsrelatie met zzp’ers.