Eindelijk daar: het regeerakkoord. ‘Vertrouwen in de toekomst’, luidt de weinig inspirerende titel van het werkstuk van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Getuige eerst de processie van Echternach en vervolgens het minutieuze politieke mengproces dat aan het 55 pagina’s tellende akkoord vooraf ging was ‘Meer hebben we er niet van kunnen maken’ een betere benaming voor het eindresultaat geweest.
De vier partijen die de komende jaren gaan regeren vormen geen coalitie uit overtuiging maar uit gedwongen samengaan. Het gevolg is een tamelijk zielloos contract met plussen en minnen voor elk van de ondertekenaars.
Dat valt te betreuren, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de omstandigheden ook weinig andere mogelijkheden boden dan deze uitkomst.
Na een afvalrace was dit het enige kwartet dat overbleef om een meerderheidscoalitie te vormen. Waarbij de vraag blijft waarom VVD, CDA en D66 het niet hebben aangedurfd een minderheidsvariant te proberen.
In het inleidende hoofdstuk bij het regeerakkoord hebben de gedwongen coalitiepartners toch nog geprobeerd er een gezamenlijke boodschap uit te wringen.
Maar met tegeltjeswijsheden als „we zijn voor verschillen, maar tegen tegenstellingen”, blijft het zoeken naar het dieper liggende verhaal met antwoord op de waarom-vraag.
Ronduit grotesk na 208 dagen in totale afzondering navelstaren in onderhandelingsruimtes is de oproep van de vier partijen dat het meer om Nederland en minder om cijfers en Den Haag moet gaan. Want er ligt nu een volop Haags dichtgetimmerd regeerakkoord van een coalitie die met 76 van de 150 zetels in de Tweede Kamer en 38 van de 75 zetels in de Senaat over de meest minimale meerderheid beschikt.
Begin dit jaar bepleitte de Raad voor het Openbaar Bestuur nog een regeerakkoord op hoofdlijnen en het breder betrekken van maatschappelijke organisaties bij de totstandkoming ervan. Dat zou ten goede komen aan de uitvoerbaarheid en de maatschappelijke acceptatie. Het bleek tegen dovemans oren gericht.
Dan de inhoud. De onderhandelende partijen verkeerden in de ongekende luxe hun gesprekken te beginnen met het gegeven van een overschot op de overheidsbegroting. Dit is sinds 1959 niet meer voorgekomen. Er is daardoor zonder dat elders grootschalige bezuinigingen moeten worden opgelegd geld beschikbaar voor extra uitgaven aan onderwijs, defensie, en klimaat. Bovendien is er ruimte voor lastenverlichting die vooral ten goede zal komen aan werkenden.
Vooral op het terrein van het aanpakken van de klimaatverandering toont het regeerakkoord zich ambitieus. Dat moet ook wel want Nederland is gehouden aan de afspraken die hierover zijn gemaakt in internationaal verband. Maar dat de coalitiepartijen op dit terrein inzetten op een koppositie in Europa is opmerkelijk getuige de povere resultaten die tot nu toe zijn bereikt.
De grote belastingherziening durft de nieuwe coalitie niet aan. Maar met het verplaatsen van lasten op arbeid naar het belasten van consumptie en het versneld verlagen van de aftrekbaarheid van de hypotheekrente worden hoopvolle stapjes gezet. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie gaan een verstandshuwelijk aan. Het zal, getuige het nu gepresenteerde regeerakkoord, een kabinet opleveren van de kleine stapjes. Zoals gebruikelijk in coalitieland Nederland. Niet spectaculair. Hopelijk wel effectief.
In het Commentaar geeft NRC zijn mening over belangrijke nieuwsfeiten. De commentatoren schrijven deze artikelen in samenspraak met de hoofdredactie.