Zelfs in het levensverhaal van de middeleeuwse ridder Jan van Brederode speelt maatschappelijk ingebedde techniek een grote rol. In deze bijlage vertelt de mediëvist Frits van Oostrom over Brederodes geschiedenis. Alleen al in het tragische einde van deze hoogadelijke Hollander, op het Franse slagveld van Azincourt (1415), schittert de techniek. Want daar werd de geharnaste krijger geveld door een pijl die was afgeschoten met een Engelse longbow. Deze twee meter lange boog geldt onder middeleeuwse historici als een cruciale technologische vernieuwing die de Engelse legers in de Honderdjarige Oorlog (1335-1452) met Frankrijk lange tijd militair overwicht gaf. En de belangrijkste technische verandering was niet zozeer de boog – zo’n lange boog werd ook al 5.000 jaar geleden door de IJsman Ötzi mee de bergen in genomen. De belangrijkste verandering was de strategische inzet van de boogschutters in het Engelse leger. Eerloos, vonden de Fransen dat, en met hen Jan van Brederode. Zij hielden vast aan de ouderwetse legeropstelling waarin ridders te paard domineerden. De omgang met techniek was beslissend.
Iedere tijd heeft zo zijn eigen problemen met technische ontwikkelingen – in de Middeleeuwen probeerde bijvoorbeeld de katholieke kerk het gebruik van kruisbogen en slingers te verbieden (overigens alleen het gebruik tegen christenen). Over die worsteling met technische ontwikkelingen spreekt in deze bijlage de techniekfilosoof Peter Paul Verbeek. Zijn kernboodschap is confronterend: denk niet na of een nieuwe techniek moreel goed of slecht is, denk liever na over hoe je wilt leven. Als wij weten wat we echt belangrijk vinden, volgt de techniek vanzelf. Want wij zijn techniek.
Hoe willen we leven? En omdat het vaak over medische techniek gaat betekent dat ook – Jan van Brederode kan daarover meespreken: hoe willen we sterven. De techniek doet de rest.