Op 22 augustus stuurde maaltijdbezorgdienst Deliveroo een mail naar z’n werknemers: ‘Binnenkort zullen nieuwe koeriers alleen nog op zzp-basis fietsen’. De huidige koeriers – zo’n tweeduizend in Nederland – kregen de keuze: in dienst blijven of zzp’er worden. Uit intern onderzoek van Deliveroo was gebleken dat koeriers graag flexibel werken. En wat is er nou flexibeler dan zzp?
De koeriers dachten daar heel anders over en kwamen in het geweer. Zo’n tweehonderd van hen vormen nu de Riders Union. „Dit mogen we niet laten gebeuren!”, maant de website. Zzp-koeriers zijn niet verzekerd en worden niet per uur maar per order betaald. Vorige week kwam de Riders Union samen met vakbonden een politici. Er was veel onbegrip: waarom doet Deliveroo dit? We doen ons werk toch goed?
In 1937 stelde de Britse econoom Ronald Coase een banale vraag. Waarom bestaan bedrijven? In de eeuwen daarvoor hadden vele economen de ‘onzichtbare hand’ van de vrije markt bezongen: die zou vraag en aanbod haast automatisch bij elkaar vegen. Dus waarom werden niet alle losse taken van een bedrijf op een vrije markt gegooid?
Het antwoord van Coase was even simpel als de vraag die hij stelde: het is gewoon goedkoper om alle klussen binnen één bedrijf te houden. De kosten voor het vinden van de juiste mensen, het onderhandelen over de prijs en arbeidsvoorwaarden zou veel te veel tijd en geld kosten.
Dat is nu wel anders. Door Facebook en LinkedIn staan van bijna iedereen digitale versies online. Op digitale platforms kunnen mensen hun eigen profiel maken, compleet met beoordelingen en competenties. Bedrijven kunnen zo gemakkelijk uit een enorme poel van potentiële werkkrachten tappen, vooral als het om simpele klussen als een maaltijdbezorging, taxirit of horecashift gaat. En als die mensen ook nog eens per geslaagde klus betaald worden, hoeven bedrijven werknemers niet eens in de gaten te houden. Ze doen vanzelf hun best, anders krijgen ze geen geld. Neem de Deliveroo-koeriers: wie geld per bestelling verdient, fietst harder.
Maar in die discussies wordt vaak iets over het hoofd gezien: de stress die het oplevert om in principe elk uurtje te gelde te kunnen maken
Het is in een notendop de economische logica achter digitale platforms, waarvan steeds meer mensen (deels) afhankelijk zijn voor hun inkomen. Bij Uber, Airbnb en Deliveroo mag je eigen baas spelen, als ik-bv. Werken wanneer jou dat uitkomt, en geen manager die over je schouder zit mee te kijken. Hoe leuk is dat? – is de teneur van een vorig jaar gepubliceerd rapport van adviesbureau McKinsey, over de zogeheten gig economy: 87 procent van de mensen die via digitale platforms geld verdienen, kiest daar volgens McKinsey bewust voor. Autonomie en flexibiliteit is voor hen belangrijker dan vakantiedagen en doorbetaald worden bij griep.
In discussies over digitale platforms wordt vaak geklaagd dat zij met hun businessmodellen de sociale zekerheid afbreken. „Als die mensen een ongeluk krijgen, wie moet dat betalen?” vroeg oud-Tweede Kamerlid Mei Li Vos zich vorige week af na de bijeenkomst van de opstandige Deliveroo-koeriers.
Maar in die discussies wordt vaak iets over het hoofd gezien: de stress die het oplevert om in principe elk uurtje te gelde te kunnen maken. Het is een onrust die komt kijken bij wat journalist en onderzoeker Caspar Thomas in zijn bijdrage aan het WRR-rapport Voor de zekerheid de ‘vercommercialisering van het complete leven’ noemt. Want waar je voorheen je logeerkamer aan vrienden ter beschikking stelde of lifters oppikte, kun je dat alles nu via platforms verhandelen. Huis, auto, tijd – alles heeft wat economen een opportunity cost noemen gekregen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/2406zateco_schaduw_airbnbdef_hard.jpg)
Simpele ritmes
„Alle uren zijn in de 24-uurseconomie hetzelfde geworden”, zegt Marli Huijer. Zij is bijzonder hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en schreef het boek Ritme: op zoek naar een terugkerende tijd, over het belang van ritme in de samenleving. Volgens haar is de versnelling die technologische ontwikkelingen als sociale media en smartphones veroorzaken niet zozeer het probleem dat stress en burn-outs veroorzaakt. Maar wel het verlies aan „simpele, sociale ritmes”, zoals de achturige werkdag en winkelsluitingstijden. Nu de economie mede door digitale platforms elk uur van het leven binnendringt, „kun je je letterlijk doodwerken”, zegt ze.
Nu de economie mede door digitale platforms elk uur van het leven binnendringt, kun je je letterlijk doodwerken
Doen platforms iets om hun gebruikers tegen een stressvol bestaan te beschermen? Nee, zegt Helpling-directeur Floyd Sijmons. „Als we mensen niet de uren bieden die ze willen, zijn ze zo weg.” „De keuze ligt bij de persoon zelf”, zegt ook Paul Eggink, directeur van horecaplatform Temper. Op de Temper-site staan blogs van „inspirerende freelancers” die vertellen over hun leven. De laatste is van Barbara (28), die als marketeer en projectmanager op Bali werkt. Het sluit aan bij de filosofie van Temper, zegt Eggink. „Wij geloven in de zelfstandigheid van het individu.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/data15668736-6c1edd.jpg)