Misschien dat de laatste maanden het beeld wat vertekenen, maar toch niet zo heel veel. Ja, toen hij zijn „lieve Amsterdammers” in januari schreef dat hij doodziek was, kreeg Van der Laan een golf van steunbetuigingen en liefde uit de stad. Daarna was een bewogen interview bij Zomergasten of een enkele foto van de Koning die hem een arm gaf, telkens voldoende om de sympathie opnieuw aan te wakkeren.
Maar geen misverstand: ook de gezonde en energieke Van der Laan van de jaren ervoor was een immens populaire burgemeester voor de vanouds lastige hoofdstad. De combinatie van robuustheid en empathie, van welsprekendheid en recht voor zijn raap, van boven de partijen staan en politiek dier zijn hadden hem al ver boven andere bestuurders en politici verheven (in de zomer van 2015 gaven de Amsterdammers hem een 7,7 op zijn rapport), lang voordat het droevige nieuws over zijn ziekte hem vrijwel onaantastbaar zou maken.
Kordaat en welbespraakt
Waar heeft Van der Laan die hoge waardering aan te danken? In de eerste plaats aan een kordate en inventieve stijl van besturen. In de tweede plaats aan de welsprekendheid waarmee hij zijn beleid overbracht en de hartstocht waarmee hij voor Amsterdam en haar inwoners stond, en soms tegenover hen – daar deinsde hij ook niet voor terug.
Het aardigste voorbeeld van het laatste leverde een huldiging van Ajax waar de kersverse burgemeester werd uitgefloten. Van der Laan haalde zijn schouders op en zei vanaf het podium: „Ik had al een seizoenskaart toen jullie nog in je pyjamaatjes naar Sesamstraat zaten te kijken.”
Op het gebied van veiligheid werd Van der Laan getypeerd als VVD’er
In die snelle, spitsvondige replieken verraadt zich de advocaat die Van der Laan jarenlang was voor hij in 2008 minister werd en in 2010 burgemeester van Amsterdam. Daar moest hij, vlak na zijn benoeming, bekend maken dat in de stad tientallen kinderen seksueel waren misbruikt door crèchemedewerker Robert M. Van der Laan trad zo snel het kon met informatie naar buiten, waarbij hij voortdurend de belangen van de betrokken ouders en kinderen vooropstelde. Deze crisis zou zijn positie definiëren.
Veiligheid zou de hoeksteen van zijn beleid worden, met de Top 600-aanpak voor hardnekkige jonge recidivisten, met cameratoezicht en de aanpak van criminele sleutelplaatsen. Dat was het zozeer dat de lokale VVD-coryfee en latere staatssecretaris Eric Wiebes hem eens typeerde als „VVD-burgemeester” op dit beleidsterrein.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/09/data20202158-85aa0e.jpg)
Het moet wel op zijn manier
Bestuurlijk was een van de belangrijkste kwaliteiten van Van der Laan zijn vermogen om problemen als een mediator te bekijken. Zijn politieke ‘leerlingen’ drukte hij op het hart: denk altijd vanuit het belang van de ander. Zoals wethouder en locoburgemeester Kajsa Ollongren (D66) zegt: „Als je hem een probleem kunt laten oplossen, dan maak je optimaal gebruik van de creatieve kwaliteiten van Eberhard van der Laan.”
Als mediator weet Van der Laan zo lang mogelijk het speelveld breed te houden, waardoor alle partijen zich committeren aan de uitkomst, ook als die niet hun eerste voorkeur was.
Daar staat tegenover dat Van der Laan er slecht tegen kan als een probleem niet wordt opgelost. En ook als het wel wordt opgelost, maar niet op zíjn manier. Verhalen over huilende ambtenaren en geïntimideerde politici zijn niet overdreven.
Tegenover die ruwe kant staat een empathisch vermogen, dat direct aan het licht kwam bij de zaak-Robert M. Naast de wettelijke taken van de burgemeester, openbare orde en veiligheid, is hij ook burgervader en in dat onderdeel van zijn taak is Van der Laan onovertroffen, zeggen politieke mede- én tegenstanders. Dat heeft hem zo onverwachts lang nog na het „lieve Amsterdammers”-briefje van januari in het zadel gehouden. Zijn staf en de wethouders hebben hem, zoals een van de ambtenaren het cru maar liefdevol uitdrukte, de afgelopen maanden „met plakband en paperclips” overeind gehouden. Ze gunden de Amsterdammers zo lang mogelijk hun lieve burgemeester.