Wat staat de minister en de voorzitter van de eurogroep nu te wachten?

Ex-minister van Financiën Wat te doen met Jeroen Dijsselbloem? De PvdA-minister van Financiën vroeg de Tweede Kamer deze week niet te veel te speculeren over zijn toekomst. „Het is allemaal zeer speculatief en ik vind het ongemakkelijk.”

Jeroen Dijsselbloem
Jeroen Dijsselbloem Foto: Robin Utrecht

Dijsselbloem is niet alleen demissionair minister van Financiën, maar ook voorzitter van de eurogroep, het belangrijke overleggremium van de ministers van Financiën van de eurozone. Dat zou hij graag blijven tot zijn termijn half januari afloopt.

Maar kan dat als er straks een nieuw kabinet is met een nieuwe minister van Financiën? Het zou voor de gekke situatie zorgen dat een Tweede Kamerlid van een oppositiepartij een van de belangrijkste overleggremia van de eurozone leidt, terwijl daar ook de nieuwe Nederlandse minister van Financiën zit.

Stel dat het nieuwe kabinet het oneens is met wat de eurogroepvoorzitter zegt? „Moet het nieuwe kabinet dan het Kamerlid Dijsselbloem in zijn rol als eurogroepvoorzitter controleren?”, vroeg Tweede Kamerlid Bart Snels van GroenLinks zich deze week af. Ook Pieter Omtzigt (CDA) vindt het een gekke situatie: „De rolvermenging kan moeilijke vormen aannemen. Als dat maanden duurt, vind ik dat onhandig.”

Lees ook: Dijsselbloem beheerde de schatkist streng.

Serieuze kandidaat

Na bijna vijf jaar als minister en als eurogroepvoorzitter wordt Dijsselbloem weer gewoon lid van de Tweede Kamer. Maar met zijn staat van dienst lonkt ook een (internationale) topfunctie buiten de politiek. „Ik gok erop dat Jeroen een serieuze kandidaat is voor instellingen als het IMF, of investeringsbanken als de EBRD”, zegt partijgenoot en oud-minister van Financiën Wouter Bos. „Zijn kinderen zijn het huis uit. Zijn optreden als eurogroepvoorzitter heeft hem veel punten opgeleverd.”

Een succesvol ministerschap betekent niet dat het vinden van een mooie baan buiten Den Haag gemakkelijk is. Oud-minister van Financiën Onno Ruding (CDA) had na zijn aftreden in 1989 een vergelijkbaar cv als Dijsselbloem nu. Rudings ervaring is dat „er geen grote aantallen aanbiedingen op je afkomen”. Na anderhalf jaar werd hij gevraagd voor de raad van bestuur van de Amerikaanse Citibank. „Zoveel van dit soort posten zijn er niet. Het kost tijd, ik had geen haast.” Bovendien moet het nieuwe kabinet Dijsselbloems kandidatuur actief steunen.

„Het vinden van een goede baan op niveau is moeilijk”, zegt ook Bos, die nu bestuursvoorzitter is van VU Medisch Centrum. „Men is vaak bang politici binnen te halen omdat er verhalen aan je hangen. Jeroen heeft op een veel technocratischer manier zijn portefeuille kunnen beheren dan ik, ik was ook nog politiek leider. Dat vergroot zijn kansen.”

Volgens Bos is het voor de buitenwereld moeilijk te zien wat een ministerschap betekent. „Je kan enorm veel informatie snel verwerken, je zeer snel deskundig maken op een vreemd terrein. En je leert als bestuurder niet alleen inhoudelijk de goede dingen te doen, maar er ook nog draagvlak voor te vinden. Een kunst op zich.” Wat een bewindspersoon niet leert, zegt Wouter Bos, is het leiden van een grote organisatie. „Dat doen de hoogste ambtenaren.” Bos zelf geeft nu leiding aan zevenduizend mensen. Veel voorgangers vertrokken naar de financiële sector: Wim Duisenberg (PvdA) naar de Rabobank, Gerrit Zalm (VVD) naar DSB en later ABN Amro, maar Wouter Bos ziet Dijsselbloem niet snel die kant uit gaan. „Hij heeft zijn hart verpand aan de publieke sector.”

Zelf heeft Dijsselbloem er ook al over nagedacht. In een interview met NRC, in juli vorig jaar, zei hij zich te hebben voorgenomen om de eerste twee jaar na zijn politieke loopbaan niet te werken „in een sector waar ik nu verantwoordelijk voor ben: banken, verzekeraars, accountants, toezichthouders, staatsbedrijven. In het bedrijfsleven heet dat garden leave. Dat spreekt me enorm aan: twee jaar in de tuin zitten.”