De Zwitserse bruikleengever van een vervalst meesterwerk van Piet Mondriaan hield cruciale informatie achter voor het Stedelijk Museum Amsterdam. De Zwitser, een kennis van Stedelijk-directeur Beatrix Ruf, ontving in 2006 een brief van Joop M. Joosten, de samensteller van de oeuvrecatalogus van Mondriaan. Daarin liet Joosten hem weten dat het een niet door Mondriaan gemaakte kopie betrof.
Een kopie van de bewuste brief zit in het besloten archief van Joosten bij de RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis in Den Haag. De Mondriaan-expert schreef de Zwitser dat hij het schilderij in 1994 en in 2004 had onderzocht en het beide keren had afgeschreven als een kopie. „I am sorry that I have to disappoint you again”, beëindigde Joosten zijn brief. Dat bevestigt een medewerker van de RKD.
Afgelopen zaterdag verscheen in NRC een voorpublicatie uit een boek over Mondriaan van Léon Hanssen. De hoogleraar uit Tilburg beschrijft hoe Beatrix Ruf haar Zwitserse kennis twee jaar geleden bereid vond om zijn Mondriaan uit te lenen. Omdat het Stedelijk het schilderij pas wilde presenteren in het De Stijl-jaar 2017, bemiddelde het Stedelijk vorig jaar toen het Brusselse kunstencentrum Bozar een Mondriaan wilde lenen. Daar zag Hanssen het hangen.
De hoogleraar herkende het als het verloren gewaande meesterwerk van Mondriaan, dat in 1937 in München voor het laatst te zien was op de beruchte nazi-tentoonstelling van ontaarde kunst. Omdat Bozar en het Stedelijk nul onderzoek naar het schilderij hadden gedaan, verraste Hanssen de museumconservatoren met zijn ontdekking.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/09/web_0909zatmondriaan6_uitsnede.jpg)
Op verzoek van het Stedelijk verrichtte Hanssen onderzoek naar de herkomstgeschiedenis. Omdat de gegevens van de Zwitserse eigenaar niet bleken te kloppen, kon het schilderij na een jaar worden ontmaskerd als een vervalsing. Daarop besloot het Stedelijk het werk te retourneren naar de eigenaar. Die was al bezig met het maken van afspraken met een groot Duits veilinghuis.
De ontmaskering had niet meer dan een dag hoeven duren, zegt Hans Janssen, conservator van het Haags Gemeentemuseum en auteur van diverse boeken over Mondriaan. Zijn museum is samen met het RKD hét kenniscentrum in de wereld over Mondriaan. Als het Stedelijk bij hen had aangeklopt, zegt Janssen, zou hij binnen het kwartier de brief van Joosten hebben kunnen overleggen. Veel meer wil de conservator niet kwijt. De kwestie maakt hem verdrietig, zegt hij. „Wat betreft Mondriaan praat ik liever over de professionaliteit van het Haags Gemeentemuseum dan over het amateurisme bij het Stedelijk.”
Probeerde de Zwitserse eigenaar, wiens identiteit door betrokkenen niet wordt prijsgegeven, via een bruikleen bij het Stedelijk Museum zijn Mondriaan-kopie voldoende geloofwaardigheid te geven voor een veiling? Zonder de brief van Joosten onder ogen te hebben gehad, onthoudt Léon Hanssen zich van commentaar.
Het Stedelijk stelt woensdag in een statement dat het „de taak van een museum is om kunst te laten zien, niet om de authenticiteit van een werk te bepalen”. Wel is het de verantwoordelijkheid, aldus het museum, om een kunstwerk waar twijfels over zijn niet tentoon te stellen. Het Stedelijk wijst erop dat de Mondriaan in kwestie nimmer is getoond.