Opinie

Moeten we straks in elke zeeheldenbuurt een disclaimer ophangen?

We moeten niet toegeven aan een klein aantal beroepsactivisten, schrijft

Deze week is er ophef ontstaan over de voorgenomen naamswijziging van het Witte de With Center for Contemporary art. Bijzonder, niet in de laatste plaats omdat het centrum is genoemd naar de straat waar de instelling gevestigd is. Een straat die op zijn beurt de naam ontleent aan de zeeheld Witte Corneliszoon de With. De aanval is geopend op het in Nederland latent aanwezige kolonialisme en verkapte racisme waar Witte de With een personificatie van is.

In dit specifieke geval was een brief die eerder dit jaar werd verzonden door een klein groepje beroepsactivisten, genoeg om de directie van de Witte de With flink aan het zweten te brengen. Inspelen op aangeboren schuldgevoel aangevuld met wat white privilege-kreten en klaar is Kees. Want wie kan er anno nu niet gevoelig zijn voor de sensitiviteiten van de ander. We zijn per slot van rekening tolerant en waarom zouden we de ander niet een klein stukje helemaal tegemoet komen?

Het antwoord op die vraag is simpel: omdat het nooit genoeg is en omdat het verder verdeelt in plaats van verbindt. Onder druk van een groep beroepsgekwetsten wordt getornd aan wat Nederland is: een open en tolerant land met een rijke geschiedenis met inderdaad hier en daar een zwarte bladzijde.

Lees ook: Is het lesmateriaal over de slavernij te oppervlakkig?

De geschiedenis maakt van Nederland niet een institutioneel racistisch land zoals sommige activisten ons willen laten geloven. Witte de With was een zeeheld die gesneuveld is voor een vrij en welvarend Nederland. Hij stond bekend als een harde man, hard voor zijn bemanning, maar ook voor zichzelf. Zijn onbuigzame karakter maakte hem weinig geliefd en soms gehaat onder het bootsvolk, dit in tegenstelling tot collega’s De Ruyter of Tromp die op handen werden gedragen. Witte de With sneuvelde in 1658 door twee musketkogels tijdens de Slag in de Sont, in een reddeloos aan de grond gelopen schip omdat hij koppig weigerde zich gewonnen te geven.

Een weinig vreedzaam einde in een weinig vreedzaam tijdperk. De hele discussie is een anachronisme. Het getuigt van weinig historisch besef van een groep mensen die het omgekeerd wel uit hun hoofd zou laten zich te beklagen over de rol van de profeet Mohammed in de slavenhandel. Witte de With had niet eens een uitgesproken rol in het verhandelen van slaven. Moeten we straks bij iedere zeeheldenbuurt een disclaimer op gaan hangen en een collectebus om herstelbetalingen te innen?

Welke zichzelf respecterende natie gumt zijn eigen verleden uit om vervolgens van nieuwkomers te verwachten dat zij kennis hebben van onze samenleving en zich voegen naar de hier geldende normen en waarden? Het is merkwaardig dat culturele instellingen onder druk kiezen voor het uitvlakken van onze vaderlandse geschiedenis. Het geheel van de geschiedenis maakt een land tot wat het is. Het is kortzichtig om onze geschiedenis uit handen te geven aan een paar beroepsactivisten en daarmee tegelijkertijd het gros van de Nederlanders met een gevoel van ontheemding en groeiende ergernis achter te laten. De kloof in de samenleving zal hiermee alleen maar groter worden.

Lees ook het betoog van Ian Buruma: Soms kunnen beelden vergif verspreiden.